Evalueren van de veiligheid en verdraagbaarheid van ontamalimab op de lange termijn bij proefpersonen met matig-tot-ernstige CU of CD.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselontstekingsaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Evalueren van de veiligheid en verdraagbaarheid van ontamalimabop de lange
termijn bij proefpersonen met matig-tot-ernstige CU of CD.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire doelstellingen - Proefpersonen met Colitis Ulcerosa:
• Evalueren van de respons op langdurige behandeling met ontamalimab, zoals
gemeten aan de hand van een klinische samengestelde score en biomarkers, met of
zonder endoscopie.
Secundaire doelstellingen - Proefpersonen met de ziekte van Crohn:
• Evalueren van de respons op langdurige behandeling met ontamalimab zoals
gemeten aan de hand van de score van de ziekte van Crohn (CDAI) en biomarkers,
met of zonder endoscopie.
Achtergrond van het onderzoek
Colitis ulcerosa (CU) is een chronische recidiverende ziekte die wordt
gekenmerkt door zweervorming en ontsteking van de slijmvliezen in de darmen. De
aandoening begint in het rectum, maar kan zich proximaal uitbreiden naar een
deel van of de gehele darmen. In de vroege stadia is sprake van hemorragisch en
erythemateus weefsel, wat zich in ernstige gevallen uitbreidt tot zweervorming
in de darmen met purulent exsudaat. De zweervorming is aanhoudend en kan zich
verspreiden door de gehele darm. De darmwand kan worden geperforeerd, met ileus
en peritonitis en uitbreiding van de zweervorming buiten de darmwand tot
gevolg. Bloederige diarree met of zonder slijm en pijn onder in de buik met
perioden van remissie en exacerbatie zijn de meest voorkomende symptomen.
Hoewel CU zich op elke leeftijd kan voordoen, komt het het vaakst voor tussen
het 10de en 40ste levensjaar. Colitis ulcerosa is een levenslange aandoening
met een ernstige impact op de kwaliteit van leven. De huidige behandeling
bestaat primair uit symptoombeheersing door aanpassingen aan het
voedingspatroon, opiaten, ziekte-modificerende middelen, systemische
glucocorticoïden, immunosuppressiva en biologische geneesmiddelen. Ondanks
recente ontwikkelingen is er nog steeds een onvervulde behoefte aan een
effectieve farmacologische behandeling waarmee remissie wordt opgewekt en
behouden.
De ziekte van Crohn (CD) is een chronische, recidiverende ziekte die wordt
gekenmerkt door granulomateuze ontsteking van het maag-darmkanaal. Hoewel het
terminale ileum en het rechter colon de vaakst betrokken locaties zijn, kan CD
elk deel van het maag-darmkanaal treffen, van de mond tot de perianale streek.
Ontsteking is doorgaans transmuraal (volledige dikte), segmentaal en
discontinu, en symptomen worden voornamelijk bepaald door het betrokken darm-
of orgaandeel. Patiënten presenteren zich doorgaans met symptomen als buikpijn,
diarree, rectale
bloedingen (die aan kunnen houden en kunnen leiden tot anemie) en
gewichtsverlies door pijn na het eten en malabsorptie. Naarmate de ziekte
vordert kunnen extra-intestinale manifestaties en hiermee geassocieerde
aandoeningen ontstaan, waaronder darmobstructie, fistels en stenose, evenals
pijnlijke huidulceraties, oogpijn en artritis.
Hoewel CD zich op elke leeftijd kan voordoen, komt de aandoening het vaakst
voor tussen het 10de en 40ste levensjaar, met een tweede bescheiden toename in
incidentie in latere levensfases. De ziekte van Crohn is een levenslange
aandoening met een ernstige impact op de kwaliteit van leven. Traditioneel is
therapie voor CD stapsgewijs benaderd en meestal weergegeven als een pyramide
waarbij, van lichte naar ernstige ziekte, therapeutische keuzes stap voor stap
oplopen vanaf minder krachtige geneesmiddelen aan de basis van de pyramide naar
sterkere maar ook meer toxische geneesmiddelen bovenin. Ondanks recente
ontwikkelingen is er nog steeds een onvervulde behoefte aan een veilige,
effectieve en duurzame farmacologische behandeling waarmee klinische remissie
wordt opgewekt en behouden.
De selectiviteit van lymfocyten-homing op gespecialiseerd lymfeweefsel en het
slijmvlies in het gastro-intestinaal (GI) stelsel wordt beïnvloed door de
endotheliale expressie van mucosale-adressin-cel-adhesiemolecule (MAdCAM).
MAdCAM speelt een rol in de controle van het immuunsysteem in de darmen en
lijkt ook de buitensporige infiltratie van lymfocyten onder de omstandigheden
van een chronische GI-ontsteking mogelijk te maken.
Ontamalimab is een volledig humaan immunoglobuline G2 kappa (IgG2k)-monoklonaal
antilichaam dat bindt aan humaan MAdCAM om lymfocyten-homing aan de darmen en
GI-ontstekingen te verminderen.
Doel van het onderzoek
Evalueren van de veiligheid en verdraagbaarheid van ontamalimab op de lange
termijn bij proefpersonen met matig-tot-ernstige CU of CD.
Onderzoeksopzet
Dit is een fase III-vervolgonderzoek vanuit meerdere locaties dat is opgezet
ter evaluatie van de veiligheid en werkzaamheid op de lange termijn van
ontamalimab bij proefpersonen met matig- tot-ernstige CU of CD. In het
onderzoek worden proefpersonen opgenomen uit 6 verschillende fase
III-onderzoeken: 4 multicenter, gerandomiseerde, dubbelblinde,
placebogecontroleerde onderzoeken met parallelle groepen ter evaluatie van
SHP647 als inductietherapie bij proefpersonen met matig-tot-ernstige CU
(SHP647-301 en SHP647-302) of CD (SHP647-305 en SHP647-306); en 2 multicenter,
dubbelblind, gerandomiseerd, placebogecontroleerd onderzoek met parallelle
groepen ter evaluatie van SHP647 als onderhoudstherapie bij proefpersonen met
matig-tot-ernstige CU (SHP647-303) of CD (SHP647-307).
Bovendien worden in het onderzoek rechtstreeks proefpersonen met matige tot
ernstige CU geïncludeerd die niet hadden meegedaan aan een van de fase
3-inductiestudies (SHP647-301, SHP647-302) of de onderhoudsstudie (SHP647-303).
Proefpersonen met directe instroom zijn CU-proefpersonen die niet in aanmerking
kwamen voor een inductiestudie vanwege eerdere behandeling met ontamalimab
tijdens een fase 1 of fase 2 studie of eerdere behandeling met vedolizumab of
personen die aan de geschiktheidscriteria hadden voldaan inductiestudie
SHP647-301 of SHP647-302 maar konden vanwege een inschrijvingsgrens niet
deelnemen.
De geschikte proefpersonen die in onderzoek SHP647-304 worden opgenomen, worden
ingedeeld voor elke 4 weken ofwel 25 mg ofwel 75 mg ontamalimab. De indeling is
afhankelijk van de wijze waarop de proefpersoon in het onderzoek is terecht
gekomen:
• Proefpersonen die onderhoudsonderzoek SHP647-303 of SHP647-307 voltooiden
zonder behandelfalen en elke 4 weken ofwel 25 mg ofwel 75 mg ontamalimab
kregen, gaan door met dezelfde dosis ontamalimab in dit vervolgonderzoek naar
veiligheid op de lange termijn.
• Alle andere proefpersonen worden gerandomiseerd in een verhouding van 1:1.
Stratificatie van de randomisatie vindt plaats naar medische indicatie en naar
wijze van opname in het onderzoek na (1) non-respons in inductieonderzoek; (2)
behandelfalen in onderhoudsonderzoek ; of (3) voltooiing van
onderhoudsonderzoek voor proefpersonen die placebo kregen, omwille van een
evenwichtige verdeling binnen elke categorie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De deelnemers krijgen iedere 4 weken een subcutane injectie; 1 groep krijgt 25 mg ontamalimab en 1 groep krijgt 75 mg ontamalimab.
Inschatting van belasting en risico
Uit fase 2 studies blijkt dat ontamalimab in het algemeen goed wordt
getolereerd, de meeste van de uit de behandeling voortvloeiende ongewenste
voorvallen komen in vergelijkbare frequentie voor in de placebo groep en in de
behandelde groep. De meest gerapporteerde uit de behandeling voortvloeiende
ongewenste voorvallen zijn: gewrichtspijn, hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid,
koorts en nasofaryngitis.
Colitis ulcerosa is een chronische, terugkerende ziekte, die gekenmerkt wordt
door zweren en ontstekingen in de mucosa en submucosa van de dikke darm.
Colitis ulcerosa is een levenslange aandoening die een ernstig effect heeft op
de kwaliteit van leven. De huidige behandeling bestaat primair uit het
behandelen van symptomen. Ondanks recente vooruitgang, is er nog steeds een
behoefte aan effectieve farmacologische behandeling die remissie induceert en
onderhoud.
De ziekte van Crohn is een chronische, terugkerende ziekte, die gekenmert wordt
door granulomateuze ontstekingen van het maag-darmkanaal. Ondanks dat het
terminale ileum en dikke darm het meest aangedaan zijn, kan CD zich voordoen in
ieder deel van het maag-darmkanaal, van mond tot anus. CD is een levenslange
aandoening die een ernstig effect heeft op de kwaliteit van leven. Ondanks
recente vooruitgang, is er nog steeds behoefte aan effectieve farmacologische
behandeling die remissie induceert en onderhoud.
Gezien het chronische en terugkerende karakter van deze levenslange ziekte,
vinden we dat de uit de behandeling voortvloeiende ongewenste voorvallen en de
belasting van deelname opwegen tegen de positieve effecten op de ziekte van de
patiënt bij deelname aan deze studie.
Algemeen / deelnemers
Shire Way 300
Lexington MA 02421
US
Wetenschappers
Shire Way 300
Lexington MA 02421
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Proefpersonen met Colitis Ulcerosa:
1. De proefpersonen en/of hun ouder(s) of wettelijke vertegenwoordiger moeten
in staat en bereid zijn om volledig te voldoen aan de onderzoeksprocedures en
-restricties en deze ook begrijpen.
2. De proefpersonen moeten in staat zijn om vrijwillig schriftelijke,
ondertekende en gedateerde (persoonlijk of via een wettelijke
vertegenwoordiger) geïnformeerde toestemming te verlenen en/of (indien van
toepassing) instemming te geven voor deelname aan het onderzoek.
3. Proefpersonen moeten eerder zijn ingeschreven in onderzoek SHP647-301 en
zich in de behandelperiode van onderzoek SHP647-303 bevinden, het ET- of week
52-bezoek in onderhoudsonderzoek SHP647 303 hebben voltooid, hebben gereageerd
op de ontamalimabbehandeling (tijdens de inductie en / of
onderhoudsonderzoeken), en voldoen aan een van de volgende criteria:
• Proefpersonen krijgen een placebo tijdens het onderhoudsonderzoek ET of het
bezoek in week 52: ze kregen ontamalimab in de inductiestudies en voldeden aan
de responscriteria van het onderhoudsonderzoek, OF
• Proefpersonen hebben ontamalimab gekregen tijdens het onderhoudsonderzoek ET
of bezoek in week 52:
* Klinisch samengestelde score die is afgenomen met >= 2 punten en >= 30%, met
een bijbehorende afname van de subscore voor RB >= 1 punt of een subscore voor
RB <= 1, vergeleken met de basislijnwaarde voor inductiestudies, en / of
* Samengestelde score die is afgenomen met >= 30% en >= 3 punten in vergelijking
met de basislijnwaarde voor inductiestudies.
4. De proefpersonen die een behandeling voor CU krijgen zoals beschreven in
rubriek 5.1.2.1 komen in aanmerking mits ze een stabiele dosis hebben, of dat
naar verwachting zullen hebben gedurende een vooraf bepaalde periode.
Proefpersonen met ziekte van Crohn:
1. De proefpersonen en/of hun ouder(s) of wettelijke vertegenwoordiger moeten
in staat en bereid zijn om volledig te voldoen aan de onderzoeksprocedures en
-restricties en deze ook begrijpen.
2. De proefpersonen moeten in staat zijn om vrijwillig schriftelijke,
ondertekende en gedateerde (persoonlijk of via een wettelijke
vertegenwoordiger) geïnformeerde toestemming te verlenen en/of (indien van
toepassing) instemming te geven voor deelname aan het onderzoek.
3. De proefpersonen moeten eerder hebben deelgenomen aan onderzoek SHP647-305
of SHP647-307, en 1 van de volgende mijlpalen in klinisch onderzoek hebben
bereikt:
• Het bezoek in week 16 in inductieonderzoek SHP647-305 hebben afgelegd, en
NIET voldoen aan de effectiviteitscriteria (klinische en / of endoscopische
respons / remissie waar nodig) voor deelname aan onderhoudsonderzoek SHP647-307.
• Het bezoek in week 52 in onderhoudsonderzoek SHP647-307 hebben afgelegd.
• Zich hebben teruggetrokken uit onderhoudsonderzoek SHP647-307 vanwege
behandelfalen (of behandelfalen hebben bij het laatste bezoek van de SHP647-307
studie), zoals beschreven in het SHP647-307 onderzoeksprotocol.
4. De proefpersonen die een behandeling voor CD krijgen zoals beschreven in
rubriek 5.2.2.1 komen in aanmerking mits ze een stabiele dosis hebben, of dat
naar verwachting zullen hebben gedurende een vooraf bepaalde periode.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Proefpersonen met CU die instromen vanuit een inductie- of onderhoudsstudie /
Proefpersonen met CD
1. Proefpersonen met grote protocolafwijking (en) (zoals bepaald door de
sponsor) in eerdere studies.
2. Proefpersonen die het onderzoeksproduct permanent hebben stopgezet vanwege
een adverse event, ongeacht de verwantschap met het onderzoeksproduct, in
eerdere studies.
3. Patiënten die waarschijnlijk een grote operatie voor CU / CD nodig hebben.
4. Proefpersonen zijn vrouwen die zwanger zijn geworden tijdens de vorige CU /
CD-onderzoeken, vrouwen die borstvoeding geven, vrouwen die van plan zijn
zwanger te worden tijdens de studieperiode, of mannen of vrouwen in de
vruchtbare leeftijd die niet akkoord gaan met het gebruik van de juiste
anticonceptiemethoden (dwz , zeer effectieve methoden voor vrouwelijke en
medisch geschikte methoden voor mannelijke proefpersonen) door de conclusie van
studieparticipatie.
5. Proefpersonen die niet akkoord gaan met het uitstellen van de donatie van
een orgaan of weefsel, inclusief mannelijke proefpersonen die van plan zijn om
sperma op te slaan of te doneren en vrouwelijke proefpersonen die van plan zijn
eieren te oogsten of te doneren, voor de duur van het onderzoek en tot 16 weken
na laatste dosis onderzoeksproduct.
6. Proefpersonen die naar de mening van de onderzoeker of de sponsor niet
meewerken of niet in staat zijn om aan studieprocedures te voldoen.
7. Personen met een nieuw gediagnosticeerde maligniteit of herhaling van
maligniteit
8. Proefpersonen die een belangrijke ziekte / aandoening hebben ontwikkeld of
aanwijzingen voor een onstabiele klinische aandoening (behalve de ziekte die
wordt bestudeerd) of een lokale actieve infectie / infectieziekte) die naar het
oordeel van de onderzoeker het risico voor de proefpersoon aanzienlijk zal
vergroten als hij of ze neemt deel aan het onderzoek.
9. Personen met een andere ernstige acute of chronische medische of
psychiatrische aandoening of laboratorium- of elektrocardiogramafwijking (ECG)
die het risico van studieparticipatie of toediening van onderzoeksproducten
kunnen verhogen of de interpretatie van onderzoeksresultaten kunnen beïnvloeden
en, naar het oordeel van de onderzoeker zou het onderwerp ongeschikt maken voor
deelname aan dit onderzoek.
10. Proefpersonen met bekende blootstelling aan *.tuberculosis (TB) sinds
testen bij screening in eerdere CU / CD-onderzoeken en die het advies hebben
gekregen om een behandeling voor latente of actieve ziekte te vereisen, maar
die geen algemeen aanvaarde behandelingskuur hebben.
Proefpersonen met CU die direct instromen:
1. Proefpersonen met onbepaalde colitis, microscopische colitis, niet-steroïde
ontstekingsremmende door geneesmiddelen geïnduceerde colitis, ischemische
colitis, infectieuze colitis of klinische / histologische bevindingen die
wijzen op CD.
2. Proefpersonen met colondysplasie of neoplasie.
3. Proefpersonen met een verleden medische geschiedenis of aanwezigheid van
toxische megacolon.
4. Patiënten met colon strictuur, voorbije medische geschiedenis van
colonresectie, een geschiedenis van darmchirurgie binnen 6 maanden vóór
screening, of die waarschijnlijk chirurgie voor CU tijdens de
behandelingsperiode nodig hebben.
5. Personen met een risico op colorectale kanker moeten tijdens de
screeningperiode een colonoscopie (Eaden en Mayberry, 2002) laten uitvoeren met
resultaten die binnen 10 dagen vóór het basisbezoek beschikbaar zijn (bezoek
1), tenzij de persoon binnen 1 jaar een surveillance colonoscopie heeft laten
uitvoeren 1 jaar voorafgaand aan screening, en alle adenomateuze poliepen
gevonden bij dat onderzoek zijn uitgesneden.
6. Proefpersonen met bekende of vermoede intolerantie of overgevoeligheid voor
het / de onderzoeksproduct(en), nauw verwante verbindingen of een van de
vermelde ingrediënten.
7. Patiënten hebben binnen 60 dagen een anti-TNF-behandeling gekregen of
vedolizumab binnen 120 dagen vóór de baseline visite
8. De proefpersonen hebben binnen 90 dagen vóór de baseline visite biologisch
met immunomodulerende eigenschappen (anders dan anti-TNF's) ontvangen
9. De proefpersonen hebben elke niet-biologische behandeling met
immunomodulerende eigenschappen ontvangen binnen 30 dagen vóór de baseline
visite.
10. Proefpersonen hebben ooit een anti-integrine / adhesiemoleculebehandeling
gekregen (bijv. Natalizumab, efalizumab, etrolizumab of enig ander
anti-integrine / adhesiemolecuul voor onderzoek) met uitzondering van
vedolizumab.
11. Patiënten hebben parenterale of rectale glucocorticoïden, of rectale 5-ASA,
ontvangen binnen 14 dagen vóór screening van de endoscopische procedure.
12. De proefpersonen hebben leukocytenaferese of selectieve lymfocyten-,
monocyten- of granulocytenaferese of plasma-uitwisseling ontvangen binnen 30
dagen vóór de baseline visite
13. Proefpersonen namen deel aan andere onderzoeksstudies binnen 30 dagen of 5
halfwaardetijden van het onderzoeksproduct dat in de studie vóór baseline werd
gebruikt
14. De proefpersonen hebben binnen 30 dagen vóór de basislijn een levend
(verzwakt) vaccin gekregen
15. Proefpersonen met actieve enterische infecties, Clostridium
difficile-infectie of pseudomembraneuze colitis, aanwijzingen voor actieve
cytomegalovirusinfectie of Listeria monocytogenes, bekende actieve invasieve
schimmelinfecties, klinisch significante onderliggende ziekte die de
proefpersonen vatbaar kan maken voor infecties, of een geschiedenis van
ernstige infectie binnen 4 weken voor de baseline visite
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2017-000574-11-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03283085 |
CCMO | NL62887.028.17 |