Primaire doelstelling:* Het evalueren van de werkzaamheid van efgartigimod vergeleken met placebo bij het bereiken van een duurzame bloedplaatjesrespons bij patiënten met chronische primaire immuun trombocytopenie (ITP), met een duurzame…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Auto-immuunziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Percentage patiënten met chronische ITP met een duurzame bloedplaatjesrespons
gedefinieerd als het bereiken van een aantal bloedplaatjes van ten minste
50×10^9/l gedurende ten minste 4 van de 6 bezoeken tussen week 19 en 24 van het
onderzoek.
Secundaire uitkomstmaten
Belangrijke secondaire eindpunten van doeltreffendheid onderworpen aan
alfacontrole:
* Mate van ziektebeheersing gedefinieerd als het aantal opeenvolgende weken in
de geplande behandelingsperiode van 24 weken met een aantal bloedplaatjes van *
50×10^9/l in de populatie met chronische ITP.
* Percentage patiënten in de totale populatie (chronische en aanhoudende ITP)
met een duurzame bloedplaatjesrespons gedefinieerd als het bereiken van een
aantal bloedplaatjes van ten minste 50×10^9/l bij ten minste 4 van de 6
bezoeken tussen week 19 en 24 van het onderzoek.
* Incidentie en ernst van door de WHO geclassificeerde bloedingen in de totale
populatie.
* Percentage patiënten in de totale populatie dat bloedplaatjestellingen van
ten minste 50×10^9/l bereikt bij ten minste 6 van de 8 bezoeken tussen week 17
en 24 van het onderzoek.
Andere secundaire eindpunten niet onderworpen aan alfacontrole:
* Percentage patiënten met totale bloedplaatjesrespons gedefinieerd als het
bereiken van een aantal bloedplaatjes van * 50×10^9/l in ten minste 4 gevallen
op eender welk moment tijdens de behandelingsperiode van 24 weken.
* Mate van ziektebeheersing gedefinieerd als het aantal opeenvolgende weken tot
week 12, met een aantal bloedplaatjes van * 50×10^9/l.
* Percentage patiënten met totale bloedplaatjesrespons gedefinieerd als een
aantal bloedplaatjes van * 50×10^9/l in ten minste 4 gevallen op eender welk
moment tot week 12.
* Gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline in aantal bloedplaatjes
bij elk bezoek.
* Tijd tot respons gedefinieerd als de tijd voor het bereiken van 2
opeenvolgende bloedplaatjestellingen van * 50×10^9/l.
* Mate van ontvangst van noodbehandeling (noodsituatie per patiënt per maand).
* Percentage van de patiënten voor wie de dosis en/of frequentie van
gelijktijdige ITP-behandelingen is toegenomen bij week 12 of later
* Het aantal opeenvolgende weken tijdens de geplande behandelingsperiode van 24
weken met een aantal bloedplaatjes van * 30×10^9/l en ten minste 20×10^9/l
boven de baseline.
* Bij patiënten met een aantal bloedplaatjes bij de baseline van < 15×10^9/l,
het aantal opeenvolgende weken tijdens de geplande behandelingsperiode van 24
weken met een aantal bloedplaatjes van * 30×10^9/l en ten minste 20×10^9/l
boven de baseline.
* Verandering ten opzichte van de baseline in PRO (FACIT-Fatigue, Fact-Th6) en
QoL (SF-36) bij geplande bezoeken.
* Incidentie van antilichamen tegen het geneesmiddel (ADA) in vergelijking met
efgartigimod.
* Farmacokinetische parameters van efgartigimod: maximaal waargenomen
serumconcentratie (Cmax) en vóór toediening waargenomen serumconcentratie
(Ctrough).
* Farmacodynamische markers: totale IgG, IgG isotypen (IgG1, IgG2, IgG3, IgG4),
niveaus anti-bloedplaatjesantilichamen.
Evaluatie van de veiligheid
* Het evalueren van de incidentie en ernst van bijwerkingen, AE*s, AE(S)I*s en
ernstige AE's (SAE's).
* Het evalueren van vitale functies, elektrocardiogram (ECG) en
laboratoriumbeoordelingen.
Verkennend eindpunt
* Functionaliteit van bloedplaatjes en fractie onvolgroeide bloedplaatjes.
Achtergrond van het onderzoek
Efgartigimod (ARGX-113) is een van gemodificeerd humaan immunoglobuline (Ig) G1
afgeleid constant deel (Fc) van het za-allotype dat met nanomolaire affiniteit
bindt aan de humane neonatale Fc-receptor (FcRn). Gezien de belangrijke rol van
de FcRn-receptor bij de IgG-homeostase leidt de remming van deze FcRn-werking,
zoals wordt bereikt met efgartigimod, tot snelle afbraak van alle IgG's,
inclusief de met de ziekte geassocieerde auto-antistoffen van het IgG-isotype.
Men vermoedt dat deze aanpak leidt tot verlichting van de tekenen en symptomen
van de door IgG in gang gezette auto-immuunziekten. Uit fase 2-onderzoeken naar
immuun trombocytopenie (ITP) en myasthenia gravis (MG) bleek dat efgartigimod
toegediend via intraveneuze infusie goed werd verdragen, een gericht, snel en
groot farmacodynamisch effect had (d.w.z. afname van de IgG-gehaltes, met
inbegrip van auto-antistofgehaltes) en gepaard ging met een afname van de
klinische tekenen en symptomen bij ITP- en MG-patiënten. Daarnaast worden de
veiligheid en verdraagbaarheid van efgartigimod momenteel onderzocht voor de
behandeling van patiënten met pemfigus in een fase 2-onderzoek.
Primaire ITP is een verworven auto-immuunbloedingsziekte die wordt gekenmerkt
door een geïsoleerd laag aantal bloedplaatjes (<100×10^9/l) zonder een
duidelijke onderliggende ziekte of andere oorzaak voor de trombocytopenie. De
prevalentie van ITP wordt geschat op 9,5 per 100.000 volwassenen en er zijn
incidentiecijfers gemeld van 3,3 per 100.000 volwassenen/jaar. Bij volwassenen
neemt de prevalentie van ITP toe met de leeftijd. Volwassen ITP kan jaren
aanhouden. Zelfs met de best beschikbare zorg bereiken patiënten zelden
langdurige remissie, en vaak moeten ze gebruikmaken van meerdere behandelopties.
Gerichte en selectieve IgG-reductie, zoals wordt bereikt met efgartigimod, kan
een doeltreffende nieuwe behandeling van ITP worden gezien de centrale rol van
de IgG-auto-antistoffen in de pathofysiologie van ITP. Het middel biedt een
nieuw werkingsmechanisme dat verschilt van andere, bestaande behandelingen die
ofwel grotendeels immunosuppressief zijn ofwel de trombopoiese stimuleren.
Zie paragraaf 1.1 van het protocol voor meer informatie.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling:
* Het evalueren van de werkzaamheid van efgartigimod vergeleken met placebo bij
het bereiken van een duurzame bloedplaatjesrespons bij patiënten met chronische
primaire immuun trombocytopenie (ITP), met een duurzame bloedplaatjesrespons
gedefinieerd als een bloedplaatjestelling van ten minste 50×10^9/l gedurende
ten minste 4 van de 6 bezoeken tussen week 19 en 24 van het onderzoek.
Bijkomende doelstellingen:
* Het evalueren van de werkzaamheid van efgartigimod vergeleken met placebo in
totale bloedplaatjesrespons.
* Het evalueren van de veiligheid en verdraagbaarheid van efgartigimod
wekelijks of q2w intraveneus (IV) toegediend.
* Het evalueren van de incidentie en ernst van bloedingen tijdens behandeling
met efgartigimod vergeleken met placebo.
* Het evalueren van het gebruik van noodmedicatie en veranderingen in
gelijktijdige ITP-behandeling tijdens de behandeling met efgartigimod
vergeleken met placebo.
* Het evalueren van de effecten van een behandeling met efgartigimod op de
metingen van de kwaliteit van leven (QoL) en door de patiënt gemelde uitkomsten
(PRO) vergeleken met placebo.
* Het beoordelen van de immunogeniciteit van efgartigimod.
* Het beoordelen van de farmacokinetiek (PK) van efgartigimod.
* Het beoordelen van de farmacodynamische (PD) effecten van efgartigimod.
Verkennende doelstelling:
- Het verkennen van de effecten van efgartigimod op de pathogene werking van
auto-antilichamen.
Onderzoeksopzet
Dit is een fase 3, multicenter, gerandomiseerd, dubbelblind,
placebogecontroleerd, tot 31 weken durend onderzoek met parallelle groepen ter
evaluatie van de werkzaamheid, veiligheid en impact op de QoL van een
behandeling met efgartigimod 10 mg/kg IV toegediend bij volwassen patiënten met
primaire ITP.
De doelpopulatie zijn volwassen patiënten met aanhoudende of chronische
primaire ITP, met een gemiddeld aantal bloedplaatjes van < 30×10^9/l, en die
aan het begin van het onderzoek gelijktijdige ITP-behandeling(en) krijgen en
die in het verleden ten minste 1 eerdere therapie voor ITP hebben gekregen of
die geen behandeling voor ITP krijgen, maar ten minste 2 eerdere behandelingen
voor ITP hebben gekregen. Als patiënten gelijktijdige ITP-behandelingen krijgen
bij de baseline, dienen deze behandelingen te zijn voortgezet met een stabiele
dosis en doseringsfrequentie gedurende 4 weken voorafgaand aan randomisatie.
Met ingang van week 12 is het begin of een verhoging van de dosis en/of toename
in het behandelschema van toegestane gelijktijdige ITP-behandeling toegelaten
voor patiënten met een *onvoldoende respons* (d.w.z. geen bloedplaatjestelling
van * 30×10^9/l bij één van de bezoeken tijdens de afgelopen 4 weken). Deze
patiënten worden beschouwd als *non-responders* voor de analyse van het
primaire eindpunt.
Na bevestiging van geschiktheid beginnen de patiënten een 24-weken durende
behandelingsperiode en worden ze gerandomiseerd naar efgartigimod 10 mg/kg IV
of placebo, wekelijks van bezoek 1 tot 4 en vervolgens wekelijks of q2w van
bezoek 5 tot 16, aangepast aan hun aantal bloedplaatjes. Van bezoek 17 tot 24
krijgen patiënten een vast doseringsschema dat overeenstemt met de dosering die
ze kregen bij bezoek 16 of bij het laatste bezoek waarbij
onderzoeksgeneesmiddel werd toegediend (d.w.z. wekelijks of tweewekelijks).
Patiënten die de gerandomiseerde onderzoeksperiode van 24 weken voltooien,
zullen het bezoek voor einde van de behandeling afleggen en kunnen deelnemen
aan het open-label uitbreidingsonderzoek (ARGX-113-1803) voor het ontvangen van
efgartigimod 10 mg/kg intraveneus (IV). De bloedplaatjestellingen uit het
ARGX-113-1801 onderzoek zullen in aanmerking worden genomen bij het beoordelen
van de doseringsfrequentie in ARGX-113-1803.
Patiënten die de onderzoeksperiode van 24 weken voltooien maar niet deelnemen
aan het open-label uitbreidingsonderzoek ARGX-113-1803, of patiënten die
vroegtijdig met het onderzoek stoppen, met uitzondering van patiënten die hun
toestemming intrekken, zullen gedurende 4 weken worden opgevolgd voor
aanhoudende veiligheids- en werkzaamheidscontrole.
Voor patiënten die vroegtijdig stoppen met het onderzoek zullen alle
beoordelingen die vermeld worden voor het bezoek voor vroegtijdige stopzetting
zoals beschreven in het schema van beoordelingen, plaatsvinden.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Wekelijkse of q2w behandeling met efgartigimod (ARGX-113) met een dosis van 10 mg/kg lichaamsgewicht bij infusiebezoeken. De maximale totale dosis per infusie met het onderzoeksgeneesmiddel is 1.200 mg voor patiënten met een lichaamsgewicht van > 120 kg, gemeten bij de infusiebezoeken
Inschatting van belasting en risico
Efgartigimod blijkt de IgG-antistoffen doeltreffend te verlagen in
verschillende klinische onderzoeken met o.a. gezonde vrijwilligers, patiënten
met MG en patiënten met ITP.
In de klinische onderzoeken tot nu toe werd efgartigimod goed verdragen bij
gezonde volwassen proefpersonen en patiënten met MG en ITP afzonderlijk: de
meeste van de ongewenste voorvallen die tijdens de behandeling optraden werden
als licht van aard (graad 1) beschouwd. In de voltooide fase 1-onderzoeken
ARGX-113-1501, ARGX-113-1702 en ARGX-113-1901 bij gezonde vrijwilligers en in
het fase 2-onderzoek ARGX-113-1602 bij patiënten met MG werden geen tijdens de
behandeling optredende ongewenste voorvallen van graad *3 gemeld en geen van de
tijdens de behandeling optredende ongewenste voorvallen leidde tot stopzetting
van de behandeling. In het fase 2-onderzoek ARGX-113-1603 bij patiënten met ITP
werd 1 tijdens de behandeling optredend ongewenst voorval van graad 4 gemeld
(trombocytopenie). Dit kon niet worden gerelateerd aan de behandeling en leidde
tot stopzetting van de behandeling.
In geen van de onderzoeken met efgartigimod deden zich sterfgevallen voor. Er
is geen bewijs van een verhoogde kans op infecties.
Er zijn in onderzoeken tot nu toe geen klinisch significante veranderingen in
de vitale functies en/of het elektrocardiogram (ECG) waargenomen.
De veiligheid van gebruik tijdens de zwangerschap is niet vastgesteld. Om die
reden dient efgartigimod niet te worden toegediend aan zwangere vrouwen of
vrouwen die borstvoeding geven.
Raadpleeg de huidige onderzoekersbrochure voor meer informatie over de
preklinische en klinische onderzoeken, en de mogelijke risico*s en voordelen
van efgartigimod. Samenvattend kunnen we stellen dat de gunstige balans tussen
risico*s en verwachte werkzaamheid/baten het gebruik van efgartigimod in
klinische ontwikkeling ondersteunt.
Zie paragraaf 1.2 van het protocol voor meer informatie.
Algemeen / deelnemers
Industriepark Zwijnaarde 7
Zwijnaarde 9052
BE
Wetenschappers
Industriepark Zwijnaarde 7
Zwijnaarde 9052
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Vermogen om de vereisten van het onderzoek te begrijpen, om schriftelijke
geïnformeerde toestemming te geven (waaronder toestemming voor het gebruiken en
openbaar maken van aan het onderzoek gerelateerde gezondheidsinformatie) en om
zich te houden aan de procedures van het onderzoeksprotocol (inclusief de
vereiste onderzoeksbezoeken).
2. Mannelijke of vrouwelijke patiënt van * 18 jaar.
3. Bevestigde diagnose van ITP, ten minste 3 maanden voorafgaand aan
randomisatie en volgens de criteria van de American Society of Hematology, en
geen bekende andere etiologie voor trombocytopenie.
4. Diagnose ondersteund door een respons op een voorgaande ITP-behandeling
(anders dan trombopoëtine-receptoragonisten [TPO-RA*s]), naar het oordeel van
de onderzoeker.
5. Gemiddeld aantal plaatjes van < 30×10^9/l van 2 in aanmerking komende
tellingen, het aantal bloedplaatjes tijdens de screeningperiode en het aantal
bloedplaatjes vóór de dosering, op de dag van de randomisatie (bezoek 1).
6. Aan het begin van het onderzoek krijgt de patiënt ofwel gelijktijdige
ITP-behandeling(en) en heeft in het verleden ten minste 1 eerdere behandeling
voor ITP gehad, ofwel krijgt de patiënt geen behandeling voor ITP, maar heeft
ten minste 2 eerdere behandelingen voor ITP gehad. Patiënten die toegestane
gelijktijdige ITP-behandeling(en) bij de baseline krijgen, moeten een stabiele
dosis en frequentie hebben gekregen gedurende ten minste 4 weken voorafgaand
aan randomisatie.
Toegestane gelijktijdige ITP-geneesmiddelen omvatten orale corticosteroïden,
orale immunosuppressiva, dapsone/danazol, fostamatinib en/of orale TPO-RA*s.
Patiënten die geen gelijktijdige ITP-behandeling krijgen, komen ook in
aanmerking voor het onderzoek als ze voordien geen ITP-behandeling hebben
gekregen gedurende ten minste 4 weken vóór de baseline, en 6 maanden in geval
van voorgaande ITP-behandeling met een anti-CD20-behandeling (bijv. rituximab).
7. Vruchtbare vrouwen moeten een negatieve zwangerschapstest op serum hebben
bij het screeningbezoek en een negatieve zwangerschapstest op urine bij de
baseline voordat (infusie) het onderzoeksgeneesmiddel kan worden toegediend.
Vrouwen worden als vruchtbaar beschouwd, tenzij ze postmenopauzaal zijn
(gedefinieerd door continue amenorroe) gedurende ten minste 1 jaar met een
follikelstimulerend hormoon (FSH) van > 40 IE/l of chirurgisch gesteriliseerd
zijn (d.w.z. vrouwen die een hysterectomie hebben gehad, een bilaterale
salpingectomie, beide eierstokken operatief hebben laten verwijderen, of een
gedocumenteerde procedure voor permanente vrouwelijke sterilisatie hebben,
zoals tubaligatie). Follikelstimulerend hormoon kan worden gebruikt voor
bevestiging van de postmenopauzale status bij patiënten die niet menstrueren en
die hormoonsubstitutietherapie krijgen.
8. Vruchtbare vrouwen dienen een zeer effectieve of aanvaardbare
anticonceptiemethode te gebruiken tijdens het onderzoek en gedurende 90 dagen
na de laatste toediening van het onderzoeksgeneesmiddel. Ze moeten een stabiel
behandelschema volgen, gedurende ten minste 1 maand:
* gecombineerde (oestrogeen- en progestageenhoudende) hormonale anticonceptie
die gepaard gaat met remming van de ovulatie
o oraal
o intravaginaal
o transdermaal
* hormonale anticonceptie met alleen progestageen die gepaard gaat met remming
van de ovulatie:
o oraal
o injecteerbaar
o implanteerbaar
* spiraaltje (IUD)
* hormoonspiraaltje
* bilaterale afbinding van de eileiders
* gevasectomeerde partner (op voorwaarde dat de partner de enige sekspartner
van de onderzoeksdeelnemer is en gedocumenteerde aspermie na de procedure heeft)
* continue onthouding van heteroseksueel contact. Seksuele onthouding is alleen
toegestaan als het de geprefereerde en gebruikelijke levensstijl is van de
patiënt. Periodieke onthouding (kalender, symptothermaal,
post-ovulatiemethoden) is niet aanvaardbaar.
* Mannencondoom of vrouwencondoom met of zonder zaaddodend middel
* Cervixkapje, pessarium, of spons met zaaddodend middel
9. Niet-gesteriliseerde mannelijke patiënten die seksueel actief zijn met een
vrouwelijke partner die zwanger kan worden, moeten een aanvaardbare methode van
anticonceptie gebruiken, d.w.z. een condoom. Mannelijke patiënten die echte
seksuele onthouding toepassen (als dit overeenkomt met de geprefereerde en
gebruikelijke levensstijl van de deelnemer), kunnen geïncludeerd worden.
Gesteriliseerde mannelijke patiënten die een vasectomie hebben ondergaan met
gedocumenteerde aspermie na de procedure kunnen worden geïncludeerd. Bovendien
mogen mannelijke patiënten geen sperma doneren tijdens deze periode vanaf het
ondertekenen van het formulier voor geïnformeerde toestemming, gedurende de
hele duur van het onderzoek, en gedurende 90 dagen na de laatste toediening van
het onderzoeksgeneesmiddel.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. ITP/trombocytopenie geassocieerd met een andere aandoening, bijv. lymfoom,
chronische lymfatische leukemie, virale infectie, hepatitis, geïnduceerde of
alloimmune trombocytopenie, of trombocytopenie geassocieerd met myeloïde
dysplasie.
2. Het gebruik van anticoagulantia (bijv. vitamine K-antagonisten, directe
orale anticoagulantia) binnen 4 weken voorafgaand aan randomisatie.
3. Gebruik van transfusies binnen 4 weken voorafgaand aan randomisatie.
4. Gebruik van Ig (IV, subcutaan of intramusculair) of plasmaferese (PLEX), 4
weken voorafgaand aan randomisatie.
5. Gebruik van anti-CD20-therapie (bijv. rituximab) in de 6 maanden voorafgaand
aan randomisatie.
6. Gebruik van romiplostim binnen de 4 weken voorafgaand aan randomisatie.
7. Splenectomie ondergaan minder dan 4 weken voorafgaand aan randomisatie.
8. Gebruik van een ander experimenteel geneesmiddel binnen 3 maanden of 5
halfwaardetijden van het geneesmiddel (afhankelijk van welke langer is)
voorafgaand aan randomisatie.
9. Gebruik van monoklonale antilichamen of gekristalliseerd fragment (Fc)
fusieproteïnen, andere dan de hierboven aangegeven, binnen de 3 maanden
voorafgaand aan randomisatie.
10. Klinisch significante afwijkende laboratoriumresultaten bij het
screeningbezoek, zoals hieronder aangegeven:
a. Hemoglobine * 9 g/dl.
- OF -
b. Internationale genormaliseerde ratio > 1,5 of geactiveerde partiële
tromboplastinetijd >1,5×ULN.
- OF -
c. Totaal IgG-niveau < 6 g/l.
11. Patiënten met een voorgeschiedenis van maligniteit, met inbegrip van
maligne thymoom, of myeloproliferatieve of lymfoproliferatieve aandoeningen,
tenzij als genezen beschouwd door de gepaste behandeling zonder bewijs van
terugval gedurende * 3 jaar vóór de screening. Patiënten met volledig
weggesneden niet-melanome huidkanker (zoals basaalcelcarcinoom of
plaveiselcelcarcinoom) of baarmoederhalskanker in situ zijn eender wanneer
toegelaten.
12. Ongecontroleerde hoge bloeddruk, gedefinieerd als een herhaalde hoge
bloeddruk hoger dan 160 mmHg (systolisch) en/of 100 mmHg (diastolisch) ondanks
de gepaste behandelingen.
13. Medische voorgeschiedenis van groot trombotisch voorval of embolie (bijv.
myocardinfarct, herseninfarct, longembolie, diepe veneuze trombose) binnen 12
maanden voorafgaand aan randomisatie.
14. Voorgeschiedenis van coagulopathie of erfelijke trombocytopenie of een
familiegeschiedenis van trombocytopenie.
15. Voorgeschiedenis van een recente of geplande ingrijpende chirurgie (waarbij
belangrijke organen, bijv. hersenen, hart, longen, lever, blaas of het
maag-darmkanaal zijn betrokken) binnen de 4 weken na randomisatie.
16. Patiënten met gekende serumpositiviteit of die bij de screening positief
testen voor een actieve virale infectie met: Hepatitis B-virus (HBV) (behalve
patiënten die anti-HBs Ab positief zijn vanwege HBV vaccinatie), Hepatitis C
virus, hiv.
17. Klinische tekenen van significante instabiele of ongecontroleerde acute of
chronische ziekten anders dan ITP (bijv. cardiovasculair, pulmonaal,
hematologisch, gastro-intestinaal, endocrien, lever, nier, neurologisch,
maligniteit, infectieziekten, ongecontroleerde diabetes) ondanks de gepaste
behandelingen die een onnodig risico inhouden voor de patiënt.
18. Patiënten met gekende medische voorgeschiedenis van overgevoeligheid voor
een van de bestanddelen van het onderzoeksgeneesmiddel.
19. Patiënten die eerder hebben deelgenomen aan een klinisch onderzoek met
efgartigimod en die ten minste één keer het onderzoeksgeneesmiddel hebben
gekregen.
20. Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven.
21. Werknemers van de onderzoeker of het onderzoekscentrum die direct betrokken
zijn bij het voorgestelde onderzoek of andere onderzoeken onder begeleiding van
die onderzoeker of dat onderzoekscentrum, evenals familie van de werknemers of
de onderzoeker.
22. Patiënten die binnen 4 weken voorafgaand aan de screening een levend of
levend verzwakt vaccin hebben gekregen. Het krijgen van een geïnactiveerd,
subunit-, polysacharide- of geconjugeerd vaccin op welk tijdstip dan ook vóór
de screening wordt niet als een exclusiecriterium beschouwd.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2019-002100-41-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT04188379 |
CCMO | NL70782.100.19 |