Proof-of-principle dat een 3-daagse interventiemethode, waarbij verslavingsgeheugen wordt opgeroepen en gedesensitiseerd, leidt tot een verminderd vermogen van nicotine-gerelateerde omgevingsprikkels om craving naar sigaretten op te roepen.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
tabakverslaving
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1 dag voor de interventie en 1 dag na de interventie wordt de mate van
cue-geïnduceerde craving (hunkering naar sigaretten) aan de hand van
blootstelling aan nicotine cues en met behulp van vragenlijsten bepaald. In een
follow-up na 2 weken en 3 maanden wordt de nicotine-afhankelijkheid gemeten.
We maken gebruik van een gevalideerde en naar het Nederlands vertaalde
vragenlijst om verschillende aspecten van sigaretten-craving te bepalen. De
Questionnaire of smoking urges (QSU) bevat 10 statements, waaronder bv *Ik zou
meer controle hebben over de dingen als ik op dit moment kan roken*, die worden
gescoord op een 7-punts schaal van *helemaal mee oneens* tot *helemaal mee
eens*. De craving-score wordt bepaald tijdens de exposure-test 1 (baseline;
voor de interventie) en tijdens exposure-test 2 (na de interventie). De
verschilscore in absolute termen is de uitkomstmaat.
Secundaire uitkomstmaten
Fysiologische maten voor cue-reactiviteit: bloeddruk, hartslag en huidweerstand
tijdens exposure test 1 en 2
Achtergrond van het onderzoek
In Nederland rookt nog steeds bijna een kwart van de bevolking van 12 jaar en
ouder. Nicotine wordt beschouwd als een van de meest verslavende middelen in
onze maatschappij. Roken verhoogt in sterke mate het risico op longkanker,
verschillende andere vormen van kanker, hartfalen, beroerte, chronische
longziekten en een groot aantal andere medische condities. Daarmee is roken de
belangrijkste vermijdbare oorzaak van ziekte, invaliditeit en mortaliteit in
ons land. Momenteel is er geen effectieve en adequate therapie voor
rookverslaving. Het helpen met stoppen en het voorkomen van terugval heeft,
naast preventie, momenteel de hoogste prioriteit. In deze studie willen wij
onderzoek doen naar de effectiviteit van een nieuwe interventiemethode die erop
gericht is het opgeroepen verslavingsgeheugen te manipuleren en uit te doven.
Doel van het onderzoek
Proof-of-principle dat een 3-daagse interventiemethode, waarbij
verslavingsgeheugen wordt opgeroepen en gedesensitiseerd, leidt tot een
verminderd vermogen van nicotine-gerelateerde omgevingsprikkels om craving naar
sigaretten op te roepen.
Onderzoeksopzet
Dubbelblind placebo gecontroleerde interventie studie met een 2 weken en 3
maanden follow-up. De primaire uitkomstmaten worden gemeten op dag 1
(baseline), dag 5 (na de interventie) en gedurende de follow-up door een
onderzoekassistent die blind is voor de experimentele conditie. De
experimentator begeleidt de interventie zelf en heeft noodzakelijkerwijs kennis
van de experimentele conditie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Interventie bestaat uit 3 sessies van 45 minuten waarin de experimentele groep (n=40) lopende in een virtuele omgeving afwisselend wordt blootgesteld aan visuele roken-gerelateerde prikkels en distractor stimuli. De controle groep (n=40) krijgt neutrale stimuli aangeboden in plaats van de distractor stimuli.
Inschatting van belasting en risico
Participanten dienen gedurende de studie van 5 dagen te stoppen met roken.
Hiervoor worden ze beloond met ¤20 per dag. Naast self-report worden dagelijks
blaastesten gedaan voor CO bepaling. Op dag 1 vindt een baseline exposure-test
plaats en worden craving vragenlijsten afgenomen. Op dag 2, 3 en 4 vindt de
interventie plaats en op dag 5 wordt een tweede exposure-test afgenomen en
craving gemeten. Er bestaat het risico dat de craving die opgeroepen wordt door
blootstelling aan nicotine-gerelateerde prikkels tijdens de exposure testen en
de interventie leidt tot terugval in rookgedrag. Aangezien deze prikkels ook in
de eigen leefomgeving voortdurend aanwezig zijn, is het extra risico hierop
gering. In principe is er geen extra risico aangezien de participanten hooguit
weer terugkeren naar de situatie van voor de studie. Daarnaast is er een kans
dat de interventie leidt tot een verminderde gevoeligheid om terug te vallen in
rookverslaving, hetgeen uiteraard positief is. De interventie zelf brengt geen
gezondheidsrisico*s met zich mee. Participanten zullen na de studie informatie
meekrijgen over hulp bij het stoppen met roken.
Algemeen / deelnemers
De Boelelaan 1108
Amsterdam 1081HZ
NL
Wetenschappers
De Boelelaan 1108
Amsterdam 1081HZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1) tussen de 25 en 55 jaar
2) minimaal 10 jaar gerookt
3) >=10 sigaretten per dag
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1) neurologische stoornissen 2) lifetime diagnose of behandeling voor psychose
of manie, 3) andere psychiatrische diagnose of behandeling in het afgelopen
jaar 4) huidig gebruik van psychofarmaca 5) huidige middelenafhankelijkheid,
behalve nicotine en 6) mobiele beperking en 7) onvermogen om de
studieprocedures te begrijpen.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL63887.029.18 |
OMON | NL-OMON27225 |