Determinanten van lange duur van diabetes zonder complicaties: exploratief onderzoek naar succesvol ouder worden bij personen met 35 of meer jaar type 1 diabetes of met autonome neuropathie.

Achtergrond:
Succesvol en gezond ouder worden, met name bij mensen met T1D, is gerelateerd
aan de kans om secundaire complicaties te ontwikkelen. Er zijn twee belangrijke
typen complicaties die de kwaliteit van het leven kunnen beïnvloeden:
a. Microalbuminurie, hoge bloeddruk, roken, retinopathie en dysglycemie zijn
allemaal gerelateerd aan de ontwikkeling van vasculaire complicaties zoals
myocardinfarct en beroerte. Om deze reden worden deze complicaties onderzocht
bij het jaarlijks onderzoek naar de gezondheid van diabetes, en eventueel
behandeld met ACE-remmers (microalbuminurie), bloeddrukverlagende middelen in
het algemeen, leefstijlinterventies en statines (bij hyperlipidemie) .
b. Autonome neuropathie lijkt een apart type langdurige complicaties te zijn,
en tot op heden zijn slechts zeer weinig risicofactoren voor de ontwikkeling
van AN geïdentificeerd. In de jaarlijkse diabetes evaluatie is dit een
verwaarloosde complicatie. Echter, klinische evaluatie van dit soort
complicaties is gerechtvaardigd. Autonome neuropathie geassocieerd met veel
klachten, ernstige fluctuaties in glycemische controle en een slechte prognose.

Doelstelling:
Verzamelen van een **breed scala aan klinische, gedrags-, fysieke en
biochemische parameters, en te verzekeren dat veel klinische onderzoeksvragen
of problemen met succesvolle veroudering met T1D kunnen worden beantwoord.
Desalniettemin hebben we al meerdere onderzoekshypothesen gepresenteerd, die we
met de beschikbare gegevens willen oplossen:
1. Mensen met diabetes type 1 met een duur van 35 jaar of meer, die klinisch
vrij van complicaties zijn, tonen in tegenstelling tot personen met klinisch
relevante manifestaties:
a. Een grotere mate van residuele bèta-cel functie, zoals blijkt uit hogere
urine C-peptide secretie.
b. Meer gunstige biomarker samenstelling van inflammatoire, metabolische en
genetische biomarkers.
c. Lagere mate van genoom-brede DNA-methylering van genen die relevant zijn
voor de ontwikkeling van ontsteking en oxidatieve schade.
2. T1D patiënten met klinisch relevante manifestaties van gastro-intestinale en
/ of cardiovasculaire autonome neuropathie tonen in tegenstelling tot T1D
patiënten klinisch vrij van complicaties:
a. Ernstige schommelingen van algemene glycemie.
b. Verminderde gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit en verminderingen in het
dagelijks leven en werk.
c. Specifieke veranderingen in de profielen van gastro-intestinale hormonen, en
specifieke mutaties met lage prevalentie in hun genen en / of hun receptoren.

Studie opzet:
Cohort studie

Aard en omvang van de lasten en risico's verbonden aan deelname:
Een enkel bezoek aan onderzoekscentrum.
Uitgebreide vragenlijsten.
Venipunctuur en 56 ml bloed afname.
Follow-up vragenlijsten per post en / of digitaal.