Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-506046-24-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Primair:Om de veiligheid en verdraagbaarheid van efavaleukin alfa bij proefpersonen met matige tot ernstige colitis ulcerosa op…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselontstekingsaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Tijdens de behandeling optredende bijwerkingen
Secundaire uitkomstmaten
- Klinische respons in week 52 en 104
- Klinische remissie in week 52 en 104
- Duurzame klinische remissie in week 52 en 104
- Endoscopische remissie in week 52 en 104
- Histologische remissie in week 52 en 104
- Corticosteroïd-vrije remissie in week 52 en 104 bij proefpersonen die in
gerandomiseerd onderzoek 20170104 corticosteroïden toegediend kregen
- Gecombineerde endoscopische en histologische remissie in week 52 en 104
- Symptomatische remissie in week 52 en 104
- Verandering vanaf de basislijn van de histologische score in onderzoek
20170104 (Geboes) in week 52 en 104
Achtergrond van het onderzoek
Colitis ulcerosa is een chronische ontsteking van de darm met de symptomen
buikpijn, bloederige diarree en moeite met het ophouden van de ontlasting, wat
onverwachts kan gebeuren, waardoor het dagelijks leven aanzienlijk wordt
bemoeilijkt. Er is een verhoogd risico op colorectale kanker, met
risicofactoren zoals lange duur van de ziekte, extensieve betrokkenheid van de
darmen, ernstige ontsteking en epitheliale dysplasie, en begin van de ziekte in
de kindertijd.
Conventionele behandeling bestaat uit orale of topische aminosalicylaten
(5-ASAs) of topische steroïden voor inductie van remissie en orale en/of
topische 5-ASA's voor onderhoud (Rubin etal 2019). Geavanceerde therapieën voor
behandeling zijn immunosuppressiva, biologische therapieën zoals
anti-TNF-remmers, anti-integrinen (d.w.z. vedolizumab), en interleukine-12
en-23-antagonisten (d.w.z. ustekinumab) en klein molecuul JAK-remmers (bijv.
tofacitinib). Desondanks is er een gebrek aan effectieve behandelingen, omdat
patiënten intolerant worden of nietreageren en een deel van de patiënten (dus)
niet in aanmerking komt voor behandeling. Daarom blijft er een onvervulde
behoefte aan nieuwe therapieën die veiliger en effectiever zijn, metname wat
betreft remissie en het genezen van het slijmvlies op de lange termijn zonder
gebruik van steroïden.
Verlies van homeostatisch evenwicht tussen Treg en andere lymfocyten wordt
gezien als een causatieve factor voor veel inflammatoire aandoeningen, waarbij
colitis ulcerosa gepaard gaatmet genetische polymorfismen in het IL-2-gen.
Efavaleukin alfa is een IL-2 muteïn Fc-fusie-eiwit dat is ontwikkeld om
preferentieel Tregs uit te breiden bij patiënten met inflammatoireaandoeningen.
Deze hogere selectiviteit van efavaleukin alfa zou meer werkzaamheid en een
bredere therapeutische marge in ontstekingsziekten kunnen bieden dan
modaliteiten op basis van laaggedoseerd recombinant IL-2 en dit ondersteunt dan
ook de bestudering van efavaleukin alfa voor de behandeling van CU met minder
bijwerkingen.
Deze studie is een fase 2 langetermijnuitbreidingsonderzoek (LTE) voor
proefpersonen die de 52 weken durende dose-finding studie (20170104) hebben
doorlopen. Proefpersonen zullen op een geblindeerde manier in LTE-studie
starten op dezelfde dosis die zij kregen bij de voltooiing van hun deelname aan
studie 20170104. Deze LTE-studie zal de veiligheid en klinische werkzaamheid op
lange termijn evalueren van efavaleukin alfa bij proefpersonen die deelnemen
aan studie 20170104 met matig tot ernstig actieve UC.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-506046-24-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Primair:
Om de veiligheid en verdraagbaarheid van efavaleukin alfa bij proefpersonen met
matige tot ernstige colitis ulcerosa op de lange termijn te evalueren
Secundair:
- Om het effect van een langdurige behandeling met efavaleukin alfa op de
klinische respons te evalueren
- Om het effect van een langdurige behandeling met efavaleukin alfa op
klinische remissie te evalueren
- Om het effect van een langdurige behandeling met efavaleukin alfa op duurzame
klinische remissie te evalueren
- Om het effect van een langdurige behandeling met efavaleukin alfa op
endoscopische remissie te evalueren
- Om het effect van een langdurige behandeling met efavaleukin alfa op
histologische remissie te evalueren
- Om het effect van een langdurige behandeling met efavaleukin alfa op
corticosteroïd-vrije remissie te evalueren
- Om het effect van een langdurige behandeling met efavaleukin alfa op
gecombineerde endoscopische en histologische remissie te evalueren
- Om het effect van een langdurige behandeling met efavaleukin alfa op
symptomatische remissie te evalueren
- Om het effect van een langdurige behandeling met efavaleukin alfa op (de
wijziging van) de histologische score te evalueren
Onderzoeksopzet
Deze fase 2 langetermijnuitbreidingsstudie (LTE) zal de veiligheid op lange
termijn en de werkzaamheid van efavaleukine alfa bij personen met matig tot
ernstig actieve ulceratieve colitis (UC) verder onderzoeken. Efavaleukine alfa
kan een levensvatbare behandelingsoptie zijn voor patiënten met matig tot
ernstig actieve UC die op ten minste één van de volgende punten hebben gefaald:
conventionele therapie (bv. immunomodulatoren, corticosteroïden), biologische
therapie, of gerichte therapie met kleine moleculen (bv. Janus kinase [JAK]
remmer).
Deze studie is een fase 2 langetermijnuitbreidingsonderzoek (LTE) voor
proefpersonen die de 52 weken durende dose-finding studie (20170104) hebben
doorlopen. Proefpersonen zullen op een geblindeerde manier in LTE-studie
starten op dezelfde dosis die zij kregen bij de voltooiing van hun deelname aan
studie 20170104. Deze LTE-studie zal de veiligheid en klinische werkzaamheid op
lange termijn evalueren van efavaleukin alfa bij proefpersonen die deelnemen
aan studie 20170104 met matig tot ernstig actieve UC.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Proefpersonen zullen op een geblindeerde manier in LTE-studie starten op dezelfde dosis die zij kregen bij de voltooiing van hun deelname aan studie 20170104.
Inschatting van belasting en risico
Zie de antwoorden op vragen E2 / E4 / E6 / E9 en E9a.
De veiligheid van efavaleukine alfa is geëvalueerd bij gezonde proefpersonen en
bij proefpersonen met reumatoïde artritis (RA), chronische graftversus host
disease (cGvHD) en systemische lupus erythematosus (SLE). Zie punt 2.3 van het
protocol voor meer informatie over deze studies. Efavaleukine alfa werd in
klinische studies goed verdragen en heeft een aanvaardbaar veiligheidsprofiel.
Op basis van alle beschikbare veiligheidsgegevens tot op heden is het
baten/risicoprofiel van efavaleukine alfa gunstig. De in punt 2.3 beschreven
baten/risicobeoordeling ondersteunt de uitvoering van deze klinische studie in
fase 2 bij personen met UC.
Voor verdere veiligheidsgegevens over efavaleukine alfa moet de meest recente
versie van de Investigator's Brochure worden geraadpleegd.
Algemeen / deelnemers
Minervum 7061
Breda 4817 ZK
NL
Wetenschappers
Minervum 7061
Breda 4817 ZK
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
101 De proefpersoon heeft voorafgaand aan de onderzoeksgerelateerde
activiteiten/procedures geïnformeerde toestemming gegeven.
102 De proefpersoon heeft de endoscopie in week 52 van de fase 2 ouder
dosisbereikstudie (20170104) afgerond. Naar het oordeel van de onderzoeker kan
hij/zij baat hebben bij een voortgezette behandeling.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
201 Stopzetting van het onderzoeksgeneesmiddel tijdens de 52 weken durende fase
2 dosisbereikstudie (20170104), om welke reden dan ook. In verband met de
ziekte
202 Uitsluitingscriteria adenomen en dysplasie:
o Een bestaande sporadisch voorkomende adenoom zonder dysplasie
(adenomateuze poliepen die proximaal aan bekende, door colitis aangedane
gebieden optreden) die niet is verwijderd.
o Dysplasie in glad mucosa, sporadische adenomen met dysplasie, en
laesies of poliepen verband houdend met dysplasie worden als volgt
behandeld:
* 1. Bewijs van hooggradige dysplasie nu of in het verleden.
* 2. Bewijs van dysplasie in glad mucosa nu of in het verleden.
Hieronder valt ook histopathologie waarin melding wordt gemaakt van niet met
zekerheid vastgestelde dysplasie, laaggradige dysplasie, en hooggradige
dysplasie.
* 3. Geschiedenis of aanwezigheid van een niet-adenoomachtige
dysplasie en daarmee samenhangende laesies of massa*s, bij aanwezigheid of
afwezigheid van dysplasie.
* 4. Actuele sporadische adenomen met dysplasie of actuele
adenoomachtige laesies of poliepen verband houdend met dysplasie die niet
verwijderd zijn.
Andere medische aandoeningen
203 Een kwaadaardige tumor die tijdens onderzoek 20170104 is vastgesteld,
waaronder begrepen blijk van basaalcelcarcinoom of plaveiselcelcarcinoom van de
huid of melanoom
204 Actieve infectie (waaronder begrepen chronische, acute, recidiverende,
opportunistische infecties) ten tijde van de geschiktheidsbeoordeling die
vraagt om intraveneuze (IV) anti-infectiva of ziekenhuisopname (indien
infecties langer dan 7 dagen behandeld moeten worden met orale en/of een of
meerdere topische anti-infectiva, dient dit na overleg met de Amgen-arts te
gebeuren).
205 Gebruik van systemische corticosteroïden voor een andere indicatie dan
colitis ulcerosa. De enige uitzondering vormen corticosteroïden die gebruikt
worden bij het behandelen van bijnierschorsinsufficiëntie. Deze zijn
toegestaan. Eerdere/gelijktijdige behandeling
206 Het plan is om gedurende de behandelperiode en tot 6 weken na de laatste
dosis onderzoeksgeneesmiddel in het langdurige vervolgonderzoek een levend
(geattenueerd) vaccin toe te dienen.
Ervaring met eerdere/gelijktijdige klinische onderzoeken
207 Wordt thans behandeld in een ander onderzoek met een experimenteel hulp- of
geneesmiddel. Andere onderzoeksprocedures tijdens deelname aan dit onderzoek
zijn uitgesloten.
Overige exclusies
208 Vrouwelijke proefpersonen die tijdens het onderzoek en tot 6 weken na de
laatste dosis onderzoeksgeneesmiddel zwanger zijn of borstvoeding geven of van
plan zijn om dat te worden of doen.
209 Vruchtbare vrouwelijke proefpersonen die niet bereid zijn om tijdens de
behandeling en tot 6 weken na de laatste dosis onderzoeksgeneesmiddel een door
het protocol voorgeschreven anticonceptiemethode toe te passen (zie bijlage 5
(paragraaf 11.5)).
210 De proefpersoon is bekend met gevoeligheid voor de toe te dienen
geneesmiddelen. Uitgezonderd zijn proefpersonen die in onderzoek 20170104 blijk
hebben gegeven van gevoeligheid. Dit heeft echter niet geleid tot stopzetting
van de behandeling.
211 De proefpersoon zal er - naar beste weten van de proefpersoon en
onderzoeker - waarschijnlijk niet zijn om alle door het protocol voorgeschreven
onderzoeksgerelateerde bezoeken of procedures af te ronden en/of om te voldoen
aan de nodige onderzoeksprocedures (bv. beoordelingen van klinische
resultaten).
212 De proefpersoon heeft een geschiedenis of geeft blijk van een andere
klinisch significante stoornis (waaronder begrepen abnormale
laboratoriumwaarden), aandoening of ziekte die, naar het oordeel van de
onderzoeker of Amgen-arts, indien hij/zij zou worden geraadpleegd, een risico
zou opleveren voor de veiligheid van de proefpersoon dan wel de beoordeling,
procedures of afronding van het onderzoek zou belemmeren.
214 Vrouwelijke proefpersonen met een voortplantingsvermogen moeten ermee
instemmen geen eicellen te doneren tijdens het onderzoek en gedurende zes weken
na ontvangst van de laatste dosis van het onderzoeksproduct.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2023-506046-24-00 |
EudraCT | EUCTR2022-001686-12-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT-nummernognietbekend.hetnummervolgt |
CCMO | NL82759.028.22 |