Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-511537-35-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Fase 1 • Vaststellen van het RP2D-schema door evaluatie van de veiligheid en verdraagbaarheid van intraveneuze (IV) toediening…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Voortplantingsorgaanneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd, mannelijk
- Prostaataandoeningen (excl. infecties en ontstekingen)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Fase 1
• Incidentie van DLT*s tijdens de DLT-observatieperiode.
• Frequentie en aard van tijdens de behandeling optredende ongewenste
voorvallen (Treatment-Emergent Adverse Events of TEAE*s).
Fase 2
• Aantal proefpersonen met een antitumorrespons gedefinieerd als een afname van
de PSA-concentratie met >=50% ten opzichte van baseline op enig moment tijdens
de behandelingsperiode van het onderzoek, die wordt gedefinieerd als 6 weken na
ontvangst van de laatste cyclus van therapeutisch OG.
Secundaire uitkomstmaten
Fase 1
• Eliminatiehalfwaardetijd van activiteitsconcentraties in bloed.
• Specifieke geabsorbeerde dosis voor het hele lichaam (Gray [Gy]/GBq),
specifieke geabsorbeerde dosis voor de tumorlaesies (Gy/GBq), specifieke
geabsorbeerde dosis per orgaan (Gy/GBq) en cumulatieve geabsorbeerde doses voor
de organen en het hele lichaam (Gy).
• Aantal proefpersonen met een afname van de PSA-concentratie met >=50% ten
opzichte van baseline 12 weken na de eerste toediening van het therapeutische
OG.
• Aantal proefpersonen met de beste respons in de PSA-concentratie van >=50% ten
opzichte van baseline tot het einde van de behandelperiode.
• PSA Progressievrije overleving (PFS): Tijdsduur vanaf eerste cyclus van
toediening van het therapeutische OG tot aan PSA-progressie zoals gedefinieerd
door de criteria van de Prostate Cancer Clinical Trials Working Group 3
(PCWG3), of overlijden, afhankelijk van wat het eerst gebeurt.
• Aantal proefpersonen die vrij van PSA-progressie blijven na vaste intervallen
van 6 maanden gedurende het hele onderzoek.
• Duur van de respons zoals gedefinieerd door de tijdsduur van het bereiken van
een afname van de PSA-concentratie met >=50% ten opzichte van baseline tot
terugkeer van de PSA-concentratie naar baselineniveau of bewijs voor
radiologische progressie, zoals gedefinieerd door PCWG3, of overlijden.
• Radiografische PFS (rPFS): Tijdsduur van de eerste toediening van het
therapeutische OG tot de datum waarop de eerste locatie van ziekteprogressie
wordt gevonden, of tot overlijden, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet,
zoals gedefinieerd door PCWG3.
• Aantal proefpersonen die vrij van radiografische progressie blijven na vaste
intervallen van 6 maanden gedurende het hele onderzoek.
• Aantal proefpersonen met een bevestigde complete respons (Complete Response
of CR) of partiële respons (Partial Response of PR) op basis van door PCWG3
aanbevolen toepassing van de criteria van RECIST v1.1 (Response Evaluation
Criteria in Solid Tumours v1.1).
• Evaluatie van PSMA PET/CTgedefinieerde ziekterespons na 2 behandelingscycli
(alleen wanneer rhPSMA-7.3 (18F) werd gebruikt als de diagnostische PSMA PET/CT
tracer).
• Totale overleving na vaste intervallen van 6 maanden gedurende het onderzoek.
• Tijd tot PSA progressie: Tijdsinterval vanaf de eerste cyclus van toediening
van het therapeutische OG tot PSA-progressie, zoals gedefinieerd door de
PCWG3-criteria.
• Tijd tot radiografische progressie: Tijdsinterval vanaf de eerste toediening
van het therapeutische OG tot de datum waarop de eerste plaats van de ziekte
radiografisch progressie vertoont, zoals gedefinieerd door de PCWG3.
Fase 2
• Aantal proefpersonen met een afname van de PSA-concentratie met >=50% ten
opzichte van baseline 12 weken na de eerste toediening van het therapeutische
OG.
• PSA Progressievrije overleving (PFS): Tijdsinterval van de eerste toediening
van het therapeutische OG tot PSA-progressie zoals gedefinieerd door de
PCWG3-criteria.
• Aantal proefpersonen die vrij van PSA-progressie blijven na vaste intervallen
van 6 maanden gedurende het hele onderzoek.
• Duur van de respons zoals gedefinieerd door de periode van het bereiken van
een afname van de PSA-concentratie met >=50% ten opzichte van baseline tot
terugkeer van de PSA-concentratie naar baselineniveau of bewijs voor
radiologische progressie, zoals gedefinieerd door PCWG3.
• Radiografische PFS (rPFS): Tijdsinterval van de eerste toediening van het
therapeutische OG tot de datum waarop de eerste locatie van ziekteprogressie
wordt gevonden, of tot overlijden, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet,
zoals gedefinieerd door PCWG3.
• Aantal proefpersonen die vrij van radiografische progressie blijven na vaste
intervallen van 6 maanden gedurende het hele onderzoek.
• Aantal proefpersonen met bevestigde CR of PR op basis van door PCWG3
aanbevolen toepassing van RECIST v1.1.
• Evaluatie van PSMA PET/CTgedefinieerde ziekterespons na 2 behandelingscycli.
• Totale overleving na vaste intervallen van 6 maanden gedurende het onderzoek.
• Frequentie en aard van TEAE*s.
• Specifieke geabsorbeerde dosis voor de tumorlaesies (Gy/GBq), specifieke
geabsorbeerde dosis per orgaan (Gy/GBq).
• Veranderingen in door patiënten gemelde uitkomsten (PRO*s) beoordeeld via de
vragenlijst over de kwaliteit van leven van de European Organisation for
Research and Treatment of Cancer (EORTC QLQ PR25), de Functional Assessment of
Chronic Illness Therapy (FACT P), de EORTC QLQ C30, de European Quality of Life
Five Dimension (EQ 5D) en specifieke domeinen van de PRO-Common Terminology
Criteria for Adverse Events (CTCAE) ten aanzien van speekselklierbeoordelingen.
De PRO's zullen gemeten worden vanaf de uitgangswaarde tot het einde van de
behandeling.
• Tijd tot PSA progressie: Tijdsinterval vanaf de eerste cyclus van toediening
van het therapeutische OG tot PSA-progressie, zoals gedefinieerd door de
PCWG3-criteria.
• Tijd tot radiografische progressie: Tijdsinterval vanaf de eerste toediening
van het therapeutische OG tot de datum waarop de eerste plaats van de ziekte
radiografisch progressie vertoont, zoals gedefinieerd door de PCWG3.
Achtergrond van het onderzoek
Prostaatkanker is de tweede meest voorkomende kankerdiagnose bij mannen en de
vijfde doodsoorzaak wereldwijd (Rawla 2019). Prostaatkanker wordt het vaakst
gediagnosticeerd bij mannen in de leeftijd van >65 jaar (Daniyal 2014) en is in
het beginstadium grotendeels asymptomatisch. Tumoren worden dan gedetecteerd op
basis van verhoogde PSA-concentraties in perifeer bloed en/of een afwijkend
rectaal toucher (Daniyal 2014; Kohaar 2019). De diagnose wordt bevestigd door
middel van een prostaatbiopsie (Kohaar 2019). Prostaatspecifiek antigeen wordt
gebruikt als tumorbiomarker (Kohaar 2019) en er is aangetoond dat
PSA-concentraties in serum positief correleren met het risico op metastasen of
een later recidief of progressie van de ziekte.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-511537-35-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Fase 1
• Vaststellen van het RP2D-schema door evaluatie van de veiligheid en
verdraagbaarheid van intraveneuze (IV) toediening van Lutetium (177Lu)
rhPSMA-10.1 injectie bij proefpersonen met mCRPC.
Fase 2
• Evalueren van de werkzaamheid van Lutetium (177Lu) rhPSMA 10.1injectie
Secundaire objectieven: Fase 1
1. Bepalen van de stralingsdosimetrie voor het hele lichaam en de PK van
Lutetium (177Lu) rhPSMA-10.1 injectie.
2. Bepalen van de orgaanspecifieke stralingsdosimetrie van Lutetium (177Lu)
rhPSMA-10.1 injectie (orgaanblootstelling aan straling) na elke toediening.
3. Beschrijven van de waargenomen antitumoractiviteit van Lutetium (177Lu)
rhPSMA-10.1 injectie.
Secundaire objectieven: Fase 2
1. Evalueren van de werkzaamheid van Lutetium (177Lu) rhPSMA-10.1 injectie.
2. Verder evalueren van het veiligheidsprofiel van Lutetium (177Lu) rhPSMA-10.1
injectie bij gebruik van het doseringsschema (RP2D) dat is gekozen aan de hand
van de resultaten van fase 1.
3. Verder karakteriseren van de spreiding en dosimetrie voor het hele lichaam
van Lutetium (177Lu) rhPSMA 10.1 injectie.
4. Beschrijven van de invloed van Lutetium (177Lu) rhPSMA-10.1 injectie op de
gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven van behandelde proefpersonen.
Onderzoeksopzet
Dit is een interventioneel, niet-gerandomiseerd, open-label, geïntegreerd fase
1- & 2-onderzoek ter evaluatie van de veiligheid, het stralingsdoseringsschema
en de antitumoractiviteit van Lutetium (177Lu) injectie radiohybride
prostaatspecifiek membraanantigeen (rhPSMA) 10.1 (hierna ook aangeduid als het
therapeutisch onderzoeksgeneesmiddel [OG]) bij mannen met metastatische
castratieresistente prostaatkanker (metastatic Castrate Resistant Prostate
Cancer of mCRPC). Het onderzoek bestaat uit 2 delen: een fase 1-deel, met
veiligheids-, dosisbepalings- en dosimetriecomponenten, en een fase 2-deel, met
beoordeling van de werkzaamheid en veiligheid waarbij gebruik wordt gemaakt van
de op basis van fase 1 geselecteerde dosering. In beide fasen worden
proefpersonen met prostaatspecifiek membraanantigeen (PSMA)-positieve mCRPC
geïncludeerd die progressie hebben vertoond na eerdere therapie.
Alleen fase 1 Cohort Groep B (enkel site Radboudumc) en fase 2 (alle sites) zal
in Nederland worden uitgevoerd.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Therapeutisch OG: Lutetium (177Lu) rhPSMA-10.1 injectie. Diagnostisch OG: Fluorine-18 (18F)-rhPSMA-7.3 injectie. Fase 1: dosisescalatieschema dat begint met 5,55 GBq (150 mCi) per cyclus, tot een maximum van 7,40 GBq (200 mCi) per cyclus. Fase 2: doseringsschema te bepalen op basis van de resultaten van fase 1.
Inschatting van belasting en risico
Risico's die verband houden met het onderzoeksgeneesmiddel en de procedures
worden gedetailleerd beschreven in de patienteninformatie folder en het
formulier voor geïnformeerde toestemming.
Algemeen / deelnemers
The Oxford Science Park, Magdalen Centre, Robert Robinson Avenue 0
Oxford OX4 4GA
GB
Wetenschappers
The Oxford Science Park, Magdalen Centre, Robert Robinson Avenue 0
Oxford OX4 4GA
GB
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Mannelijke proefpersonen in de leeftijd van 18 jaar of ouder.
2. Bereid om schriftelijk geïnformeerde toestemming te geven met een
ondertekend en gedateerd formulier (Informed Consent Form of ICF) voordat er
onderzoeksspecifieke procedures plaatsvinden.
3. Bereid om zich te houden aan de vereiste levensstijlbeperkingen na
toediening van het OG volgens de lokale regelgeving.
4. Histologisch bevestigd adenocarcinoom van de prostaat.
5. Serumtestosteronconcentratie van <50 ng/dl (1.73 nmol/l) na chirurgische
castratie of voortgezette chemische castratie.
6. Voldoet aan het desbetreffende cohortspecifieke inclusiecriterium, alleen
voor fase 2.
7. Aanwezigheid van doellaesies of niet doellaesies van de ziekte (op basis van
RECIST v1.1) op CT/MRI en/of 99mTc-botscan van het hele lichaam, uitgevoerd
binnen 28 dagen na de screening.
8. Positieve ziekte-expressie van PSMA zoals bevestigd op een 18F-rhPSMA-7.3
PET/CT-scan. Let op, alleen voor fase 1 kan een LOCAMETZ® of een positieve PSMA
PET/CT-scan die al binnen 4 weken (28 dagen) voor de screening is verkregen,
worden gebruikt voor de selectie van proefpersonen in fase 1.
9. Er moeten ten minste 28 dagen of (als dit langer is) 5 halfwaardetijden
zitten tussen de laatste toediening van een antikankerbehandeling en de start
van de onderzoeksbehandeling (met uitzondering van Luteïniserend Hormoon
Releasing Hormoon of GnRH)
10. Verbetering van alle eerdere aan behandeling gerelateerde toxiciteiten tot
CTCAE-versie 5.0 graad <=1 (behalve door chemotherapie geïnduceerde alopecie en
perifere neuropathie van graad 2 of verhoogde plasfrequentie van graad 2, die
wel zijn toegestaan).
11. Eerdere ingrijpende operaties moeten ten minste 12 weken vóór de start van
deelname aan het onderzoek hebben plaatsgevonden.
12. Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG)-performancestatus van 0-2 met een
levensverwachting van >=6 maanden.
13. Adequate beenmergreserve en orgaanfunctie zoals aangetoond door het
bloedbeeld, en serumbiochemie op baselineniveau:
* Trombocytentelling >=150 × 109/l
* Aantal witte bloedcellen >=3,0 × 109/l
* Neutrofielentelling >=1,5 × 109/l
* Hemoglobine >=10 g/dl
* Geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (met behulp van de CKD-EPI-formule
oftewel de Chronic Kidney Disease Epidemiology Collaboration Creatinine
Equation [2009]) (Levey 2009) van >=60 ml/min
* Totaal bilirubine <1,5 × de bovengrens van normaal (ULN) (behalve bij
bevestigde voorgeschiedenis van ziekte van Gilbert)
* Serumalbumine >=30 g/l
* AST <2 × ULN
* ALT <2 × ULN
14. Mannelijke proefpersonen mogen geen kind verwekken of sperma doneren
tijdens het onderzoek en ten minste 6 maanden na de laatste
onderzoeksbehandeling. Daarnaast moeten ze akkoord gaan met het gebruik van
effectieve anticonceptie tijdens diezelfde periode om partners te beschermen
tegen blootstelling aan het OG. Voor mannen met partners in de vruchtbare
leeftijd betekent effectieve anticonceptie een combinatie van een mannencondoom
met een cervixkapje, pessarium, of anticonceptiespons met zaaddodend middel
(dubbele-barrièremethodes). Een man wordt alleen als onvruchtbaar beschouwd als
hij een bilaterale orchidectomie heeft ondergaan, of een geslaagde vasectomie
waarna aspermie is bevestigd door een laboratorium.
15. Cohortspecifieke inclusiecriteria:
a) Fase 1 en fase 2 mCRPC: proefpersonen die ziekteprogressie hebben
ondervonden tijdens of na gebruik van ten minste 1 NAAD (bijv. abirateron,
enzalutamide), en ten minste 1 kuur (maar niet meer dan 2 kuren) van op taxaan
gebaseerde chemotherapie.
b) Fase 2 mCRPC: proefpersonen die ziekteprogressie hebben ondervonden tijdens
of na gebruik van ten minste 1 NAAD (bijv. abirateron, enzalutamide), maar die
geen eerdere op taxaan gebaseerde chemotherapie hebben gekregen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Bekende overgevoeligheid voor het therapeutische of diagnostische OG of een
van de bestanddelen ervan.
2. Aanwezigheid van PSMA-negatieve ziekte: PSMA negatieve ziekte gedefinieerd
als een grote PSMA negatieve lymfeknoop van >1 cm op de korte as en/of een PSMA
negatieve botmetastase met een significante wekedelencomponent die duidt op
aanhoudende ziekteactiviteit en/of een PSMA negatieve solide orgaanmetastase
van >1 cm op de lange as. Bovendien moeten proefpersonen met een significante
lage expressie van PSMA worden uitgesloten.
3. Diffuse merginfiltratie van de ziekte (*superscan*-beeld op 99mTc-botscan
van het hele lichaam). Een superscan wordt gedefinieerd als botscintigrafie
waarbij overmatige opname van radio-isotopen in skeletweefsel te zien is in
vergelijking met weke delen, in combinatie met geen of zwakke activiteit in de
tractus urogenitalis en weke delen door diffuse bot-/beenmergmetastasen.
Verdere gegevens over dit beeld worden verschaft in de
beeldvormingsrichtlijnen.
4. Symptomatische ruggenmergcompressie, of klinische of radiologische
bevindingen die wijzen op dreigende ruggenmergcompressie.
5. Bekende voorgeschiedenis van hematologische maligniteit.
6. Bekende voorgeschiedenis van metastasen in het centrale zenuwstelsel (CZS).
7. Histologische bevindingen die passen bij het neuro-endocriene fenotype van
prostaatkanker.
8. Bekende voorgeschiedenis van een andere solide maligniteit die de
levensverwachting kan verkorten en/of die van invloed kan zijn op de
beoordeling van de ziekte.
9. Niet-verholpen urinewegobstructie gedefinieerd als radiografisch bewijs voor
hydronefrose met of zonder ureterstent/nefrostomie. Als het klinische team
oordeelt dat de hydronefrose van de proefpersoon niet obstructief is, en de
nierfunctie voldoet aan de inclusiecriteria, mag de proefpersoon een 99mTc
mercaptoacetyltriglycerine-scan ondergaan tijdens de screeningsperiode en als
het resultaat niet-obstructief is, kan de proefpersoon in aanmerking komen voor
het onderzoek.
10. Elke ongecontroleerde significante medische, psychiatrische, of
chirurgische aandoening of laboratoriumbevinding die een risico zou vormen voor
de veiligheid van de proefpersoon of die van invloed zou zijn op de
onderzoeksdeelname of de interpretatie van resultaten van de individuele
proefpersoon. Voor hartaandoeningen omvat dit onder meer, maar niet
uitsluitend, congestief hartfalen klasse III of IV van de New York Heart
Association, voorgeschiedenis van congenitaal lang QT-syndroom en
myocardinfarct dat binnen 6 maanden vóór opname in het onderzoek is
gediagnosticeerd.
11. Lopende behandeling met bifosfonaten voor botgerichte therapie.
12. Ernstige urine-incontinentie die veilige afvoer van radioactieve urine
onmogelijk zou maken.
13. Transplantatie van één nier of gelijktijdige nefrotoxische therapie
waardoor de proefpersoon een hoog risico heeft op niertoxiciteit tijdens het
onderzoek, naar het oordeel van de onderzoeker.
14. Klinisch significante afwijkingen op één 12 afleidingen-ECG
(elektrocardiogram) bij de screening.
15. Eerdere behandeling met uitwendige radiotherapie in een stralingsveld dat
meer dan 30% van het beenmerg of de nieren bevat.
16. Medewerkers van de opdrachtgever of medewerkers van een onderzoekscentrum
dat direct bij dit onderzoek betrokken is, en hun naaste familie. Naaste
familie wordt gedefinieerd als echtgenoot/echtgenote, ouder of kind, broer/zus,
ongeacht of het gaat om biologische of wettelijk geadopteerde familie.
17. Eerdere behandeling met één van de volgende therapieën: op PSMA gerichte
radionuclidetherapie, Strontium-89, Samarium-153, Rhenium 186, Rhenium-188,
Radium-223, half-lichaamsbestraling.
18. Proefpersonen met bilaterale heupvervanging of met significante metalen
implantaten of objecten die naar het oordeel van de onderzoeker de
beeldkwaliteit en/of de dosimetrieberekeningen kunnen beïnvloeden.
19. Transfusie van bloedproducten enkel en alleen om te voldoen aan de
geschiktheidscriteria voor dit klinische onderzoek.
20. Deelname aan andere onderzoeken met OG binnen 28 dagen of 5
halfwaardetijden (wat het langste is) voorafgaand aan deelname aan het
onderzoek en/of tijdens deelname aan het onderzoek.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-511537-35-00 |
EudraCT | EUCTR2022-002407-37-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT05413850 |
CCMO | NL83153.091.22 |