Het beoordelen van de werkzaamheid van AL002 bij deelnemers met de vroege ziekte van Alzheimer bij het vertragen van ziekteprogressie vergeleken met standaardbehandeling
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Demyelinisatieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primair werkzaamheidseindpunt:
• Ziekteprogressie, gemeten aan de hand van verandering ten opzichte van de
uitgangswaarde in CDR-SB
Primaire werkzaamheidsschatting:
• Eindpunt: De primaire klinische vraag die van belang is, is wat het
potentiële relatieve behandelingsverschil tussen AL002 en placebo is, op alle
post-baseline tijdpunten bij volwassen patiënten met vroege AD tijdens de
studiemedicatie, ongeacht andere interventies.
De schatting wordt beschreven door de volgende attributen:
Behandelconditie: tijdens behandeling (hypothetische strategie) ongeacht andere
interventies (strategie behandelbeleid).
Doelpopulatie: volwassen patiënten met vroege AD zoals gedefinieerd als een
percentage volgens de inclusie-/uitsluitingscriteria van het protocol.
Primair eindpunt: verandering van baseline in CDR-SB-score naar week 25, 49, 73
en 97.
Intercurrente gebeurtenissen verantwoorden: er wordt een samengestelde
strategie gebruikt om intercurrente gebeurtenissen af **te handelen, zoals
hieronder:
- hypothetische strategie voor het omgaan met voortijdige stopzetting van het
onderzoeksgeneesmiddel om welke reden dan ook,
- behandelbeleidsstrategie voor het omgaan met alle andere incidentele
gebeurtenissen.
- Samenvatting op populatie niveau: de procentuele afname van de klinische
achteruitgang ten opzichte van de placebogroep (bijv. toename van CDR-SB). Het
proportionele behandelingseffect), waarbij elk dosisniveau wordt vergeleken met
placebo.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire werkzaamheidseindpunten:
• Verandering ten opzichte van de uitgangswaarde in MMSE
• Verandering ten opzichte van de uitgangswaarde in RBANS - update
• Verandering ten opzichte van de uitgangswaarde in ADAS- Cog13
• Verandering ten opzichte van de uitgangswaarde in ADCS-ADL-MCI
• Verandering ten opzichte van de uitgangswaarde in ADCOMS
Secundaire werkzaamheidsschattingen:
Er zullen schattingen voor het behandelingsbeleid worden gebruikt ter
beoordeling van de secundaire werkzaamheidsdoelstellingen. De voornaamste
schatting voor de secundaire werkzaamheidsdoestellingen is gedefinieerd met
vergelijkbare kenmerken als voor de primaire schatting, behalve dat deze
eindpuntspecifiek is. Het behandelingseffect wordt gedefinieerd als een
procentuele vermindering van de klinische achteruitgang van de placebogroep.
Farmacokinetische eindpunten:
• PK-concentraties van AL002 in serum en relevante PK-parameters
• PK-concentraties van AL002 in CSVa (indien beschikbaar)
• Incidentie van ADA*s
Veiligheidseindpunten:
• Incidentie van AE*s, AESI*s en SAE*s
• Veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde in vitale functies,
lichamelijke bevindingen, neurologische bevindingen, oftalmologische
bevindingen, ECG en klinische laboratoriumresultaten
• C SSRS
• MRI-afwijkingen
Verkennende PD-biomarkereindpunten:
• Veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde in waarden van sTREM2 in CSV
en/of plasmaa
• Veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde in niveaus van biomarkers in
verband met de microgliafunctie in CSV en/of plasmaa (bijv. CSF1R, IL1RN,
osteopontine, YKL-40)
• Veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde in niveaus van biomarkers in
verband met AD-pathologie in CSV en/of plasmaa (bijv. Aβ40, Aß42, pTau, tTau)
• Veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde in niveaus van
neurodegeneratiebiomarkers in plasma en CSVa (bijv. NfL)
• Veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde in hersenvolume, beoordeeld
aan de hand van volumetrische MRI
• Veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde van de pathologische
tau-last in de hersenen, beoordeeld aan de hand van Tau-PETb (alleen voor
deelnemers die akkoord gaan met deelname aan de optionele beoordeling)
• Veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde in slaap- en
bewegingsmetingen via het MC10-apparaat (alleen voor deelnemers die akkoord
gaan met deelname aan de optionele beoordeling)
• Veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde in spraakmetingen via het
WLSA (alleen voor deelnemers die akkoord gaan met deelname aan de optionele
beoordeling)
Achtergrond van het onderzoek
Samenvattend is het verlies van de TREM2-functie nadelig, zoals is aangetoond
in genetische studies bij mensen en muizen, terwijl omgekeerd het activeren van
TREM2 op microgliacellen bescherming biedt tegen schade tijdens het proces van
neurodegeneratie. Dit suggereert dat de toepassing van TREM2-agonistische
antilichamen mogelijk de cognitieve functie onder pathologische omstandigheden
kan verbeteren.
Doel van het onderzoek
Het beoordelen van de werkzaamheid van AL002 bij deelnemers met de vroege
ziekte van Alzheimer bij het vertragen van ziekteprogressie vergeleken met
standaardbehandeling
Onderzoeksopzet
Dit is een adaptief, tweedelig, gerandomiseerd, dubbelblind,
placebogecontroleerd, fase 2-dosisbepalingsonderzoek met parallelle groepen ter
beoordeling van de werkzaamheid en veiligheid van AL002 bij deelnemers met de
vroege ziekte van Alzheimer (AD). Het onderzoek is een wereldwijd onderzoek in
meerdere centra waarin ongeveer 328 deelnemers in ongeveer 90 centra in
Noord-Amerika, Nieuw-Zeeland, Australië, Europa, Zuid-Amerika en Azië zullen
worden ingeschreven.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Beschrijving van onderzoeksprocedures: Screeningsperiode Deelnemers zullen binnen 8 weken voorafgaand aan het predosis uitgangswaardebezoek of op dag 1 toestemming verlenen en worden gescreend om de geschiktheid te bepalen. Deelnemers zullen voorafgaand aan het ondergaan van procedures of beoordelingen bij het predosis uitgangswaardebezoek en het bezoek op dag 1 worden gerandomiseerd. Deelnemers die toestemming hebben gegeven voor deelname aan de optionele Tau-PET-beeldvorming, optionele LP voor CSV-afname (indien van toepassing), optionele WLSA en/of slaap- en bewegingsbeoordelingen zullen voorafgaand aan het predosis uitgangswaardebezoek worden gerandomiseerd. Deelnemers die niet zullen meedoen aan de optionele beoordelingen zullen voorafgaand aan het bezoek op dag 1 worden gerandomiseerd. Predosis uitgangswaardebezoek (optioneel voor deelnemers aan deel 1 en deelnemers aan deel 2) Er zal een optioneel predosis uitgangswaardebezoek tussen dag -22 en dag 1 plaatsvinden voor deelnemers in de volgende situaties: • Voor deelnemers aan enige optionele Tau-PET-beeldvormingsprocedure zal een predosis uitgangswaardebezoek worden uitgevoerd voor het plannen en uitvoeren van PET-beeldvorming voorafgaand aan dag 1. • Deelnemers ingeschreven in deel 1 moeten LP laten uitvoeren bij screening. Voor deelnemers in deel 2 die geen LP ondergaan tijdens de screeningsperiode, maar akkoord gaan met deelname aan de optionele CSV-afname, zal een predosis uitgangswaardebezoek plaatsvinden om een LP te plannen en uit te voeren voorafgaand aan dag 5. • Voor deelnemers aan enige optionele spraak- (WLSA) of slaap- en bewegingsbeoordeling zal een predosis uitgangswaardebezoek worden uitgevoerd voor het plannen en uitvoeren van beoordelingen voorafgaand aan dag -1. Behandelingsperiode De geplande behandelingsperiode in het onderzoek zal minimaal 48 weken en maximaal 96 weken duren. AL002 zal intraveneus worden toegediend in het centrum op dag 1 en elke 4 weken daarna. De veiligheidsbeoordelingen worden uitgevoerd bij screening (en bij het predosis uitgangswaardebezoek, indien van toepassing) en gedurende de gehele behandelingsperiode. COA>s, PK-beoordelingen en PD-beoordelingen (vochtafname en beeldvorming) zullen voorafgaand aan toediening (screening, predosis uitgangswaardebezoek of op dag 1) en op bepaalde tijdpunten tijdens de behandelingsperiode en in de opvolgingsperiode na het einde van de behandeling worden uitgevoerd. De volledige onderzoeksschema>s zijn te vinden in sectie 14.1. Deelnemers kunnen meedoen aan een optionele verkennende beoordeling om veranderingen in de hersenen te bekijken, gemeten aan de hand van beeldvorming met Tau-PET. Details voor de optionele Tau PET-beeldvormingsbeoordelingen, zoals doelstellingen, geschiktheidscriteria, monstername en beeldvormingsspecificaties, worden in de PET-beeldvormingshandleiding beschreven. De toestemming voor alle optionele beoordelingen zal worden gedocumenteerd. Deelname aan de optionele PET-beeldvormingsprocedures zal worden toegestaan volgens de lokale regelgeving van het land. In dit protocol verwijst de term >onderzoeksgeneesmiddel> naar AL002 (of placebo). De term >radiotracer> verwijst naar elke PET-radiotracer die wordt gebruikt voor PET-beeldvormingsbeoordeling in het onderzoek. Opvolgingsperiode Na de 48 tot 96 weken durende behandelingsperiode zullen de deelnemers terugkeren naar het centrum voor een laatste beoordelingsbezoek, 4 weken na hun laatste dosis in de onderzoeksbehandeling (EFU-bezoek) en 8 weken na hun laatste dosis onderzoeksbehandeling voor een SFU-bezoek. Tenzij de deelnemer zich inschrijft voor het AL002-LTE-onderzoek. Als een deelnemer zich inschrijft voor het AL002-LTE-onderzoek, is een SFU-bezoek niet vereist. Deelnemers die de onderzoeksbehandeling voortijdig stopzetten, wordt gevraagd om binnen 4 weken na de laatste toediening onderzoeksbehandeling terug te keren naar het onderzoekscentrum voor een ET-bezoek. Alles dient in het werk te worden gesteld om deelnemers die voortijdig stoppen met het onderzoeksgeneesmiddel in het onderzoek te houden en om deze deelnemers de resterende beoordelingsbezoeken te laten afleggen. Deelnemers zullen in het onderzoek blijven tot het SFU-bezoek.
Inschatting van belasting en risico
- We meten vitale functies - bij maximaal 31 bezoeken
- We meten gewicht - bij 26 bezoeken
- We doen een lichamelijk onderzoek tijdens 5 bezoeken en een neurologisch
onderzoek - bij maximaal 6 bezoeken
- We doen een oogonderzoek - bij maximaal 6 bezoeken
- We dienen het onderzoeksgeneesmiddel toe - bij 25 bezoeken
- We zullen vragen over gelijktijdig gebruikte medicatie en bijwerkingen - bij
maximaal 31 bezoeken
- We nemen een elektrocardiogram (ecg) op - bij 7 bezoeken
- We nemen bloedmonsters af, gemiddeld 26 ml per bezoek tot een totaal maximum
voor het hele onderzoek van 548 ml, dit is ongeveer hetzelfde als wanneer u
bloed doneert, voor:
o Beoordelen van algemene gezondheid - bij maximaal 10 bezoeken, ongeveer 10
ml per keer
o Meten hoe uw bloed stolt - tijdens 5 bezoeken, ongeveer 3 ml per keer
o Meten van de hoeveelheid AL002 in het bloed - bij 16 bezoeken, ongeveer 12 ml
per keer op dagen van toediening van het onderzoeksgeneesmiddel en 4 ml op
dagen zonder onderzoeksgeneesmiddel.
o Uitvoeren van Whole Genome Sequencing (WGS) - bij 6 bezoeken, ongeveer 9 ml
per keer
o Meten van antilichamen tegen het geneesmiddel - bij maximaal 14 bezoeken,
ongeveer 4 ml per keer
o Meten van biomarkers in het bloed tijdens maximaal 16 bezoeken, ongeveer 10
ml per keer.
- We nemen urinemonsters voor:
o het meten van de algemene gezondheid - bij maximaal 8 bezoeken
- Als u in groep 1 zit zullen wij een ruggenprik uitvoeren om
hersenenvochtmonsters af te nemen - bij 2 bezoeken
- We laten bij 6 bezoeken een vragenlijst Zelfmoordneigingentest:
Columbia-Suicide Severity Rating Scale (C-SSRS) invullen voor het beoordelen
van suïcidale gedachten en gedragingen. Als u suïcidale gedachten heeft, bel
dan de onderzoeksarts op het telefoonnummer dat staat vermeld in bijlage A.
- We zullen beoordelingen van klinische resultaten afnemen en u vragenlijsten
geven - bij maximaal 5 bezoeken
- We doen een MRI-scan van de hersenen (magnetische resonantiebeeldvorming) -
bij maximaal 7 bezoeken
Algemeen / deelnemers
Oyster Point Blvd, Suite 600 131
South San Francisco CA 94080
US
Wetenschappers
Oyster Point Blvd, Suite 600 131
South San Francisco CA 94080
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Deelnemer moet zich in het AD-continuüm bevinden zoals gedefinieerd door het
2018 NIA-AA Research Framework van 2018; dit vereist bewijs van cerebrale
amyloïdose (A +). Aan deze vereiste kan worden voldaan via een van de volgende
routes:
a. Historische amyloïde PET voldoet aan het criteria als het aan alle volgende
voorwaarden voldoet:
i. Moet [18F]florbetaben, [18F]florbetapir of [18F]flutametamol gebruikt hebben.
ii. Moet adequate scanparameters en beeldkwaliteit hebben, zoals bepaald door
de centrale imaging reader.
iii. Moet over de ruwe gegevens beschikken om naar het PET-laboratorium te
kunnen sturen.
iv. Moet door het PET-laboratorium als positief (verhoogd amyloïd) worden
gelezen.
b. Historische CSF-metingen mogen na beoordeling door de Medische Monitor aan
dit criterium voldoen. De documentatie van historische CSF-tests moet minimaal
de volgende details bevatten:
i. Identificatie van welk laboratorium de tests heeft uitgevoerd.
ii. Identiteit van het gebruikte type test.
iii. Referentiewaardes voor de gerapporteerde metingen.
c. Als er geen historische tests beschikbaar zijn, moet de deelnemer een
tweestapsverificatie van amyloïd aanwezigheid ondergaan:
i. Als eerste screening op cerebrale amyloïdose moet de deelnemer een hoge of
gemiddelde APS hebben, zoals gemeten door de PrecivityAD Aβ-bloedtest.
Deelnemers met een lage APS komen niet in aanmerking voor deelname aan het
onderzoek. (Opmerking: Historische onderzoeken die niet aan de volledige
criteria onder a. of b. voldoen, kunnen, na overleg met de Medische Monitor,
toch als voldoende worden beschouwd om een deelnemer in staat te stellen af te
zien van PrecivityAD-screening en zo de deelnemer in staat te stellen door te
gaan met de stappen die zijn beschreven in 1.c.ii - amyloïde bevestiging.).
ii. Deelnemers hebben bevestiging nodig van amyloïde-positiviteit met:
o Nieuwe positieve amyloïde PET-scan
o Nieuwe positieve CSF pTau/Aβ42
o Deelnemers die geen bevestiging hebben van amyloïdepathologie op basis van
een initiële amyloïde PET-scan kunnen kiezen voor een tweede beoordeling met
hersenvocht. Deelnemers die geen bevestiging hebben van amyloïdepathologie bij
een initiële CSF pTau/Aβ42-meting kunnen ervoor kiezen om een tweede
beoordeling te ondergaan met een amyloïde PET-scan.
2. De deelnemer heeft aanwijzingen voor een episodische geheugenstoornis, zoals
blijkt uit de RBANS-Update DMI-score: i. Indien de DMI-score <= 85 is, voldoet
de deelnemer aan deze eis zonder dat aanvullend bewijs nodig is. ii. Als de DMI
>85 en <=95 is, kan de deelnemer nog steeds in aanmerking komen voor deelname
als hij of zij een geschiedenis van cognitieve en functionele achteruitgang
heeft die consistent is met de diagnose van vroege AD. De overeenkomst tussen
de onderzoeker en de medische monitor dat de deelnemer voldoet aan de criteria
voor klinische ernst die consistent zijn met milde cognitieve stoornissen of
milde dementie als gevolg van vroege AD, moet vóór randomisatie worden
gedocumenteerd.
3. Als de deelnemer symptomatische AD-medicatie krijgt, moet het
doseringsschema gedurende 60 dagen voorafgaand aan de screening stabiel zijn
geweest en mag er niet worden verwacht dat dit tijdens het onderzoek zal
veranderen, en mag het niet binnen 90 dagen vóór aanvang van de screening
worden gestart, aangepast of stopgezet.
Opsommingstekens 4 tot en met 19 (pagina's 69 tot en met 70) in het protocol
bevat het volgende:
- Algemene inclusiecriteria voor het onderzoek
- Inclusiecriteria voor deelnemers die deelnemen aan de optionele Tau
PET-beeldvormingsbeoordeling met alleen [18F]MK-6240
- Inclusiecriteria uitsluitend voor deelnemers die deelnemen aan de optionele
longitudinale Amyloid PET-beeldvormingsbeoordeling
- Inclusiecriteria voor deelnemers die alleen deelnemen aan de optionele WLSA
thuis en/of in de kliniek.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. De deelnemer heeft enig bewijs van een andere aandoening dan AD die de
cognitie kan beïnvloeden, inclusief maar niet beperkt tot frontotemporale
dementie, dementie met Lewy bodies, vasculaire dementie, de ziekte van
Parkinson, corticobasale degeneratie, de ziekte van Creutzfeldt-Jakob,
progressieve supranucleaire verlamming, frontotemporale degeneratie, de ziekte
van Huntington, hydrocephalus met normale druk, hypoxisch letsel,
epilepsiestoornis, statische encefalopathie, gesloten hersenletsel of
ontwikkelingsstoornissen.
2. De deelnemer heeft een voorgeschiedenis of aanwezigheid van vasculaire
aandoeningen die de cognitieve functie kunnen beïnvloeden (bijv. klinisch
significante carotis-, vertebrale stenose of plaque; aorta-aneurysma;
intracraniaal aneurysma; macrobloeding; arterioveneuze malformatie).
3. De deelnemer heeft een voorgeschiedenis of aanwezigheid van een
cerebrovasculair ongeval in de afgelopen 2 jaar, of een recente TIA binnen 180
dagen vóór de screening, of heeft radiologisch bewijs van een corticale
beroerte, ongeacht de leeftijd.
4. De deelnemer heeft een voorgeschiedenis van ernstig, klinisch significant
(aanhoudend neurologisch tekort of structurele hersenschade) CZS-trauma (bijv.
hersenkneuzing).
5. De deelnemer heeft een voorgeschiedenis of aanwezigheid van een
intracraniale tumor (bijv. glioom, behalve goedaardige hersentumoren die, naar
de mening van de onderzoeker, waarschijnlijk de cognitie niet zullen aantasten).
6. De deelnemer heeft aanhoudende infecties die de hersenfunctie kunnen
beïnvloeden (bijvoorbeeld het humaan immunodeficiëntievirus [HIV], syfilis,
neuroborreliose, virale of bacteriële meningitis/encefalitis), of een
voorgeschiedenis van infecties die resulteerden in neurologische gevolgen.
7. De deelnemer heeft momenteel een acute ziekte of heeft deze gehad waarvoor
IV-antibiotica nodig zijn binnen 30 dagen voorafgaand aan de eerste toediening
van de studiebehandeling.
8. De deelnemer heeft een voorgeschiedenis of aanwezigheid van systemische
auto-immuunziekten die mogelijk progressieve neurologische aandoeningen
veroorzaken met bijbehorende cognitieve gebreken (bijv. multiple sclerose,
lupus erythematosus, antifosfolipide-antilichaamsyndroom, ziekte van Behçet).
9. De deelnemer heeft een van de volgende oogaandoeningen: een voorgeschiedenis
of aanwezigheid van uveïtis, een ernstig chronische ontstekingsaandoening van
het oog, een huidige ooginfectie of een aanhoudende oogaandoening die verwachte
invasieve oogprocedures of injecteerbare medische therapie vereist (bijv.
ranibizumab of aflibercept voor maculaire degeneratie of diabetische oogziekte)
tijdens de onderzoeksperiode.
10. De deelnemer heeft een voorgeschiedenis van schizofrenie, schizoaffectieve
stoornis, ernstige depressie of bipolaire stoornis.
A. Een voorgeschiedenis van ernstige depressie is acceptabel als er in de
afgelopen twee jaar geen episode is gemeld. Behandeling met antidepressiva is
toegestaan.
11. Volgens de onderzoeker loopt de deelnemer risico op zelfmoord.
12. De deelnemer heeft in de afgelopen twee jaar een voorgeschiedenis van
alcohol- en/of matige tot ernstige middelenmisbruikstoornis (volgens de
Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, 5e editie).
A. Nicotinegebruik is toegestaan.
Beeldgerelateerde exclusiecriteria:
13. Deelnemer heeft MRI-bewijs van:
a. >2 lacunaire infarcten.
b. Elk territoriaal infarct >1 cm3.
b. Hyperintensieve laesies in de witte stof op de FLAIR-sequentie die
overeenkomen met een algehele Fazekas-score van 3.
14. Deelnemer heeft aanwezigheid op MRI van >5 microbloedingen en/of >1 gebied
met leptomeningeale hemosiderose, gebaseerd op centrale vaststelling.
15. De deelnemer heeft significante cerebrale vasculaire pathologie, zoals
beoordeeld door de central MRI-lezer.
16. De deelnemer kan MRI-procedures niet verdragen (bijvoorbeeld vanwege angst
of claustrofobie) of heeft een contra-indicatie voor MRI, inclusief maar niet
beperkt tot de aanwezigheid van pacemakers die niet MRI-compatibel zijn,
aneurysmaclips, kunstmatige hartkleppen, oorimplantaten, of vreemde metalen
voorwerpen in de ogen, huid of lichaam die een MRI-scan zouden
contra-indicaties zijn; of enige andere klinische voorgeschiedenis of
onderzoeksbevinding die een potentieel gevaar zou opleveren in combinatie met
MRI. Degenen die MRI kunnen verdragen met intermitterend gebruik van een lage
dosis benzodiazepine of anxiolyticum zijn toegestaan en kunnen in het onderzoek
worden opgenomen.
Opsommingstekens 17 tot 50 (pagina's 72 tot 76) in het protocol bevatten het
volgende:
- Cardiovasculaire aandoeningen-gerelateerde exclusiecriteria
- Lever-/nieraandoeningen
- Infecties en immuunstoornissen
- Metabolische/endocriene stoornissen
- Algemene uitsluitingen
- Medicatiegerelateerde exclusiecriteria
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2019-001476-11-NL |
Ander register | IND 136758 |
CCMO | NL74797.056.20 |