Deze studie onderzoekt de waarde en toepasbaarheid van LC/MS/MS om medicatiegebruik te beoordelen op medicatieverificatie en -reconciliatie bij ouderen met (verdenking op) polyfarmacie die de SEH bezoeken. Discrepanties tussen LC/MS/MS en…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
65-plussers met (verdenking op) polyfarmacie die op de SEH komen voor de interne geneeskunde
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het doel van deze studie is het verkennen van de waarde en toepasbaarheid van
LC/MS/MS analyse bij ouderen met (verdenking op) polyfarmacie op de SEH. We
zullen de overeenkomst bepalen tussen de LC/MS/MS en de resultaten van het
medicatieverificatieteam bij oudere volwassenen die de SEH bezoeken met
(verdenking op) polyfarmacie. Redenen voor discrepanties zullen worden
onderzocht. Verder zullen we retrospectief bepalen welke impact de LC/MS/MS
resultaten kunnen hebben gehad op het diagnostisch proces en het
behandelbeleid.
Secundaire uitkomstmaten
Identificatie van groepen patiënten met een hoog risico op
medicatiediscrepanties (met potentieel relevante impact op diagnoseproces en
behandelbeleid).
Achtergrond van het onderzoek
Eén op de vier ouderen krijgt meer dan vijf medicijnen voorgeschreven (1, 2).
Op de spoedeisende hulp (SEH) kan dit percentage oplopen tot 61% (3). Het
werkelijke medicijngebruik onder ouderen die op de SEH komen is echter vaak
onduidelijk, inclusief voorgeschreven, vrij verkrijgbare en recreatief
medicijngebruik (4, 5). Zelfs als er voorschrijflijsten beschikbaar zijn,
bewijst dit niet de daadwerkelijke inname van medicatie, aangezien
niet-naleving voorkomt bij bijna 50% van de oudere volwassenen met chronische
ziekten (5-7). Om dit probleem aan te pakken bestaat het huidige beleid uit
medicatieverificatie, ook wel medicatiereconciliatie genoemd, door een arts of
apotheker (8). De resultaten van deze analyse lopen het risico onvolledig te
zijn door onnauwkeurigheid van het geheugen van de patiënt en onvolledige of
vertraagde toegang tot apotheekgegevens (9). Bij patiënten met cognitieve
stoornissen of bewustzijnsverlies is de medicatieverificatie nog lastiger en
alleen gebaseerd op recente verstrekkingen door apothekers en kennis van de
mantelzorger, indien beschikbaar (10). Onduidelijk medicatiegebruik kan leiden
tot fouten in het voorschrijven van medicatie door artsen, wat de effectiviteit
van de behandeling kan verminderen en ernstige schade kan veroorzaken (11, 12).
Eén op de zeven SEH-bezoeken van oudere volwassenen is medicatiegerelateerd,
waarvan driekwart te voorkomen is door ondergebruik, niet-naleving of
bijwerkingen (13). De gevolgen die deels voorkomen kunnen worden als artsen een
nauwkeuriger beeld zouden hebben van het daadwerkelijke medicatiegebruik van de
patiënt.
Momenteel gebruikt de SEH geen farmacologische analysetechnieken, zoals
vloeistofchromatografie tandemmassaspectrometrie (LC/MS/MS), om
medicatiegebruik te beoordelen. Deze techniek wordt voornamelijk gebruikt in de
toxicologie, endocriene systemen, eiwitten en screening van pasgeborenen (14).
Op een SEH wordt deze techniek voornamelijk toegepast om recreatieve drugs te
detecteren bij patiënten met intoxicatie (15). Daarnaast kan LC/MS/MS worden
gebruikt om medicijnen in het bloed van patiënten te bepalen (14). Een eerdere
studie met LC/MS/MS toonde aan dat bij 63,0% van de patiënten een discrepantie
bestond tussen de daadwerkelijke inname en de medicatieverificatie. Zij
ontdekten dat opioïden en diazepam de meest voorkomende medicijnen waren die
zonder voorschrift in het bloed werden aangetroffen (16). Deze extra informatie
zou meer inzicht kunnen geven in de therapietrouwheid van patiënten en het
diagnostische proces en behandelbeleid kunnen optimaliseren, naast de standaard
zorgpraktijk van medicatieverificatie.
Doel van het onderzoek
Deze studie onderzoekt de waarde en toepasbaarheid van LC/MS/MS om
medicatiegebruik te beoordelen op medicatieverificatie en -reconciliatie bij
ouderen met (verdenking op) polyfarmacie die de SEH bezoeken. Discrepanties
tussen LC/MS/MS en medicatieverificatie en -reconciliatie zullen worden
beschreven en geanalyseerd, inclusief de mogelijke impact ervan op het
diagnostische proces en het behandelbeleid. De hypothese is dat LC/MS/MS extra
inzicht geeft in de medicatieverificatie en -reconciliatie waardoor het
behandelbeleid zal veranderen.
Onderzoeksopzet
Deze observationele studie wordt uitgevoerd op de SEH van Amsterdam UMC,
locatie AMC. Tijdens het onderzoek wordt op baseline een vragenlijst over
demografische kenmerken en medicatiegebruik afgenomen door de onderzoeker op de
SEH bij de patient of diens mantelzorger/familie. Er zal één bloedmonster (een
6ml EDTA buisje) worden afgenomen, via een infuus of een venapunctie.
Bloedmonsters zullen op een later tijdstip worden geanalyseerd, aangezien de
LC/MS/MS niet aanwezig is op de SEH van Amsterdam UMC, locatie AMC. De waarde
van de resultaten van de LC/MS/MS aan de medicatieverificatie zal retrospectief
worden bepaald tijdens een casusbespreking met behulp van een vijfpuntsschaal
voor het diagnostisch proces en het behandelbeleid. Na de analyse kan er
telefonisch contact worden opgenomen met patiënten als er naar aanleiding van
de resultaten aanvullende vragen ontstaan over medicatiegebruik.
Inschatting van belasting en risico
Het uitvoeren van een venapunctie brengt risico*s met zich mee. Er bestaat een
risico op pijn, hematoomvorming en vasovagale reactie. Hiernaast is er een
risico op een prikaccident, waarbij iemand in contact komt met bloed of
lichaamsvloeistof van een ander. Besmetting is gevaarlijk voor de drager van
ziektes, maar ook voor mensen die onder zorg vallen, zoals patiënten. De kansen
hierop bij een venapunctie zijn erg laag.
Een venapunctie zal zo veel mogelijk worden vermeden door in de eerste plaats
gebruik te maken van een venflon. In de gevallen dat er toch een venapunctie
nodig is zijn de kansen op complicaties laag. De venapuncties worden uitgevoerd
door geschoolde zorgverleners waarbij venapuncties onderdeel zijn van de
dagelijkse zorg.
Algemeen / deelnemers
De Boelelaan 1117
Amsterdam 1081 HV
NL
Wetenschappers
De Boelelaan 1117
Amsterdam 1081 HV
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• Patiënt is 65 jaar of ouder.
• Patiënt bezoekt de spoedeisende hulp van Amsterdam UMC, locatie AMC, voor de
interne geneeskunde of voor een andere specialisatie, maar wordt vervolgens
opgenomen voor de specialisatie interne geneeskunde.
• Patiënten gebruiken vijf of meer voorgeschreven medicijnen of worden verdacht
van het gebruik van vijf of meer voorgeschreven medicijnen, zoals vastgesteld
door de behandelend arts op de spoedeisende hulp. De medicijnen moeten een
systemische werking hebben, met ten minste 10% beschikbaarheid in de
systemische circulatie. Voedingssupplementen tellen niet mee.
• Wilsbekwame personen kunnen alleen deelnemen als zij geïnformeerd willen
worden over incidenteel relevante bevindingen met betrekking tot hun gezondheid
die voortkomen uit de analyse.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Patiënten worden geëxcludeerd als er geen medicatieverificatie werd uitgevoerd
door het apotheekteam om redenen zoals personeelstekort. Opmerking: patiënten
komen wel in aanmerking voor inclusie als medicatieverificatie niet kon worden
uitgevoerd omdat de patiënt of vertegenwoordigers niet beschikbaar waren op het
moment van opname, d.w.z. door ernstige ziekte, verwardheid etc.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL86797.018.24 |