Substitutie van het karyogram door MLPA met betrekking tot het detecteren van 1) Down syndroom en 2) trisomie 13/18 en geslachtschromosomale afwijkingen.Is de diagnostische accuratesse van MLPA gelijk aan die van het karyogram? Zorgt MLPA voor…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Placenta-, amnion- en holteafwijkingen (excl. bloedingen)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Berekenen van de diagnostische accuratesse van MLPA in vergelijking met het
karyogram (gouden standaard) in een klinische setting. Sensitiviteit en
specificiteit van MLPA wordt berekend. Niet conclusieve uitslagen worden
geregistreerd.
De technische capaciteit van MLPA wordt geevalueerd, evenals de wachttijd tot
het krijgen van de resultaten van beide testen.
Secundaire uitkomstmaten
1) Vanwege een kortere verwachte wachttijd bij MLPA, zou er een afname in angst
kunnen optreden. De angstscores worden gemeten met behulp van 4
gestandaardiseerde vragenlijsten (STAI, PPC, IES, SF-36). De angstscores worden
vergeleken binnen 3 groepen: a) karyogram-groep , b) MLPA en het
karyogram-groep c) evt. in de toekomst MLPA-groep.
2) kosteneffectiviteitsanalyse, verdeeld in directe medische kosten, directe
niet-medische kosten en indirecte kosten.
3) Evaluatie onverwachte bevindingen, waarvan de klinische relevantie niet
eenduidig is. De evaluatie vindt plaats met behulp van twee panels. Een panel
bestaat uit professionele experts (klinisch geneticus, gynaecoloog,
cytogeneticus, moleculair bioloog). Het andere panel bestaat uit leden van
betrokken patientorganisaties en ouders met kinderen met een chromosomale
afwijking. Zij zullen de onverwachte bevindingen classificeren in klinisch
relevant, klinisch niet-relevant en van onzekere klinische relevantie.
4) patientepreferentie. welke techniek heeft de voorkeur van patienten en om
welke redenen?
Achtergrond van het onderzoek
Het karyogram is al 30 jaar de gouden standaard voor het detecteren van foetale
chromosoomafwijkingen, in het bijzonder Down syndroom. De belangrijkste
verwijsredenen voor prenatale diagnostiek zijn 1) maternale leeftijd van 36
jaar of meer en 2) verhoogd risico op Down syndroom na prenatale screening.
De laatste jaren wordt een sterke stijging waargenomen in het aantal invasieve
procedures (amnionpunctie en chorion villus biopsie) wegens een verhoogd risico
na prenatale screening. Het ligt in de lijn der verwachting dat deze
verwijsreden in de komende jaren alleen maar toe zal nemen. Dit komt door
enerzijds de regering die prenatale screening voor Down syndroom toestaat en
anderzijds door de versterkte vraag naar de prenatale screening door vrouwen
zelf. Het is opmerkelijk dat deze groep zwangeren voor de prenatale screening
is gecounseld voor het inschatten van het risico op het krijgen van een kind
met Down syndroom. Indien zij een verhoogd risico hebben, wordt invasieve
prenatale diagnostiek aangeboden, waarbij het hele karyogram van het kind
bekend zal worden en men veel meer afwijkingen kan detecteren dan alleen Down
Syndroom.
Het komt voor dat de gedetecteerde afwijking onverwacht is voor ouder(s) en
arts. Sommige afwijkingen laten zich moeilijk voorspellen in de kliniek en
geven onrust en ingewikkelde counselling gesprekken. Er kan angst ontstaan. De
beslissing om de zwangerschap af te breken is zeer lastig en emotioneel.
Sinds kort bestaat er een nieuwe moleculaire techniek, MLPA (multiplex
ligation-dependent probe amplification) die gebruikt kan worden voor het
detecteren van foetale aneuploidie in vruchtwatercellen.
In vergelijking met het karyogram kan MLPA 4 voordelen hebben, nl. 1) het
resultaat is bekend na 2-4 dagen ipv 3 weken 2) de procedure is veel minder
arbeidsintensief 3) er is minder vruchtwater nodig (2-4 ml ipv 14ml) 4) de
techniek kan grote hoeveelheden tegelijk testen.
In laboratoriumstudies lijkt MLPA even nauwkeurig te zijn als het karyogram in
het detecteren van de meest voorkomende chromosoomafwijkingen.
In dit onderzoek wordt geevalueerd:
1) Zou het karyogram vervangen kunnen worden door MLPA? Is de diagnostische
accuratesse van MLPA gelijk aan het karyogram, dit alles in een klinische
setting?
2) Wat zijn de psychologische gevolgen van het verrichten van MLPA?
3) Wat zijn de kosten of wat is de kostenbesparing door het invoeren van MLPA?
4) Welke onverwachte bevindingen worden vastgesteld met gebruik van MLPA, welke
missen wij en wat is de relevantie van deze afwijkingen. Dit alles geevalueerd
door 2 panels (een panel bestaande uit professionals en 1 panel bestaand uit
mensen van patientenorganisaties en mensen met een kind met een chromosomale
afwijking
5) wat is de keuze van de patient, MLPA of karyotypering en waarom. Dit alles
dmv patientenpreferentiestudie.
Doel van het onderzoek
Substitutie van het karyogram door MLPA met betrekking tot het detecteren van
1) Down syndroom en 2) trisomie 13/18 en geslachtschromosomale afwijkingen.
Is de diagnostische accuratesse van MLPA gelijk aan die van het karyogram?
Zorgt MLPA voor angstreductie door het snellere resultaat?
Zorgt substitutie van het karyogram door MLPA voor een kostenbesparing in
prenatale diagnostiek?
Wat is de relevantie van de onverwachte bevindingen door MLPA in vergelijking
met de onverwachte bevindingen door het karyogram?
Aan welke test geven patienten de voorkeur?
Onderzoeksopzet
De studie is opgezet als een diagnostische substitutiestudie.
Inschatting van belasting en risico
De patienten ondergaan geen extra risico wat betreft de vruchtwaterpunctie. De
nieuwe MLPA test wordt alleen ingezet als er voldoende vruchtwater beschikbaar
is (18ml). De uitslag van het karyogram blijft de gouden standaard.
Aan ongeveer 200 van de participerende patienten wordt gevraagd vragenlijsten
in te vullen op 6 verschillende momenten in de 6 weken rondom de
vruchtwaterpunctie. Het invullen duurt 15 minuten per keer.
Aan ongeveer 150 patienten wordt gevraagd om een vragenlijst in te vullen,
waaruit geevalueerd kan worden welke techniek de voorkeur van de patient heeft
en welke redenen het belangrijkst zijn in het maken van de keuze. Het invullen
duurt 20 minuten.
Publiek
oosterpark 9
1090 HM Amsterdam
Nederland
Wetenschappelijk
oosterpark 9
1090 HM Amsterdam
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
vrouwen, die hebben gekozen om een vruchtwaterpunctie te laten verrichten
de reden voor prenatale diagnostiek is 1) maternale leeftijd (36 jaar, of ouder) 2) verhoogd risico na prenatel screening
informed consent is getekend
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
andere verwijsredenen voor prenatale diagnostiek, zoals echografisch vastgestelde afwijkingen, eerder kind met chromosomale afwijkingen, ouder met een structurele gebalanceerde chromosomale afwijking
het bestaan van taalbarriere
geen informed consent
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL12992.067.06 |