Is het mogelijk 3 maanden na transplantatie met gebruikmaken van voornoemde immuunsuppresiva de tacrolimus dosering te verlagen, zonder dat er meer afstotingen optreden met als doel de nierfunctie te verbeteren.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Nieraandoeningen (excl. nefropathieën)
Synoniemen aandoening
Aandoening
transplantatie geneeskunde
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Berekende GFR na 12 maanden, op basis van de MDRD formule (deze methode heeft
bij transplantatie patiënten in de literatuur een grote voorkeur boven het
endogene creatinine klaring gekregen, omdat de reproduceerbaarheid ervan veel
groter is)
Secundaire uitkomstmaten
Falen van de behandeling, middels het aantal patiënten met een middels een
nierbiopt bewezen acute afstoting (BANFF classificatie), transplantaat verlies,
overlijden of geen follow-up door verdwijnen
Incidentie van bovenstaande componenten van behandelingsfalen
Incidentie van behandeling voor een vermoede acute afstoting
Nierfunctie, geschat middels het serum creatinine waarde en de klaring op basis
van de Cockroft-Gault formule vanaf maand 4 tot 12
Verandering van de GFR (MDRD) en creatinine klaring (Cockroft-Gault) vanaf
maand 4 tot maand 12
Incidentie van het aantal ernstige bijwerkingen (SAE)
Incidentie van bijwerkingen (AE) incidentie van het voorkomen van post
transplantatie diabetes mellitus, gedefinieerd als patiënten die voor de
ingreep geen diabetes mellitus hadden, doch daarna gedurende minstens 30 dagen
behandeld werden met bloedsuikerverlagende medicatie of een niet nuchtere
bloedsuiker hadden van >11,1 mmol/L in combinatie met 2 nuchtere bloedsuikers
van >7 mmol/L 0f een 2 uurs waarde van >11,1 mmol/L tijdens een orale GTT
Achtergrond van het onderzoek
Niertransplantatie zonder immuunsuppressie is helaas onmogelijk. Vrijwel alle
immuunsuppressiva hebben bijwerkingen. De standaard therapie in het UMC Utrecht
is op dit moment een combinatie van tacrolimus, mycophenolaat mofetil en
gedurende een aantal maanden prednisolon.
Bij patiënten met een hoge immunisatiegraad of een 3de niertransplantatie wordt
hieraan een IL-2 receptor antagonist toegevoegd.
Een van de meeste vervelende bijwerkingen is de nefrotoxiciteit van
calcineurine blokkers (tarcrolimus en cyclosporine). Middels dit protocol
proberen wij de dosering van tacrolimus te verlagen waardoor wij een betere
nierfunctie verwachten. Omdat wij uiteraard voldoende immuunsuppressie willen
blijven geven dienen andere immuunsuppressiva te worden voorgeschreven. In dit
protocol maken we gebruik van de combinatie basiliximab (Simulect®),
tacrolimus, everolimus (Certican*) en prednisolon in doseringen welke recent
met succes zijn gebruikt in een studie van Cooper et al. De gegevens van deze
studie worden u toegezonden.
Een gelijkvormige studie is reeds eerder verricht maar dan met cyclosporine als
calcineurine blokker. In de meeste centra, waaronder Utrecht en Maastricht
wordt tacrolimus verkozen boven cyclospirine o.a. omdat tacrolimus geen gingiva
hyperplasie veroorzaakt en minder sterk de bloeddruk verhoogd.
Deze studie wil daarom onderzoeken of het mogelijk is na 3 maanden de
tacrolimus dosering verder te verlagen.
Doel van het onderzoek
Is het mogelijk 3 maanden na transplantatie met gebruikmaken van voornoemde
immuunsuppresiva de tacrolimus dosering te verlagen, zonder dat er meer
afstotingen optreden met als doel de nierfunctie te verbeteren.
Onderzoeksopzet
12 maanden multicenter gerandomiseerd open-label.
Er zijn 2 perioden:
In de eerste 3 maanden worden patiënten met een geaccepteerde behandeling
bestaande uit een inductie behandeling met basiliximab op dag 0 en 4, 20 mgr,
everolimus gedoseerd op dalspiegels van 3 tot 8 ng/mL, tacrolimus gedoseerd op
een spiegel van 4 to 7 ng/mL en prednisolon 100 mgr preoperatief, vervolgd door
20 mgr per dag tot een onderhoud van 5 mgr bij 2 maanden
Na 3 maanden wordt in de controle groep (B) de medicatie voortgezet, terwijl in
de studie arm (A) de tacrolimus dosering wordt verlaagd tot een spiegel van 1,5
tot 3 ng/mL
Onderzoeksproduct en/of interventie
Op maand 3 wordt in de studiearm (A) de tacrolimus dosering verlaagd
Inschatting van belasting en risico
Belasting:
Geen extra bezoeken of bloedafnames ten behoeve van de studie buiten de normale
controles om, behoudens 13 keer een extra buisje bloed van 5 ml voor de
everolimus dalspiegel bepaling.
Risico's:
Aangezien everolimus een nieuw geneesmiddel is, kan het onderzoek bijwerkingen
met zich meebrengen die op dit moment niet zijn te voorzien of die onbekend
zijn. Onverwachte bijwerkingen van immunosuppressiva zijn onder andere
tijdelijke veranderingen in de geslachtshormoonhuishouding, leverfunctietesten,
beenmergsuppressie en verhoogde vatbaarheid voor infectie. Bij een meervoudig
dosisonderzoek naar everolimus bij mensen werd opgemerkt dat bij verschillende
patiënten het aantal bloedplaatjes (bloedbestanddelen die bloedingen stoppen)
en in sommige gevallen ook het aantal witte bloedcellen afnam. Tevens bestaat
de mogelijkheid dat de triglyceride/cholesterolspiegel zal stijgen. Patiënten
zullen echter een lage dosis everolimus krijgen en zullen bovendien, als hun
arts dat nodig acht, een lipidenverlaagend geneesmiddel
(HMG-CoA-reductaseremmer) ontvangen dat de kans op een mogelijk lipidverhoging
zal beperken.
Daar tegen over staat dat het aantal bijwerkingen van tacrolimus lager zal zijn
door de lagere dosis, en de patiënten niet de bijwerkingen zullen hebben van
mycophenolaat mofetil het middel dat wij in de routine gebruiken naast
tacrolimus)
Bij iedere wijziging van een immuunsuppressief protocol bestaat de kans op een
hogere incidentie acute afstotingen. In deze periode (maand 4 -12) is de kans
hierop niet groot en bovendien meestal met de gebruikelijke therapie
(methylsolumedrol of ATG) vrijwel altijd behandelbaar.
Publiek
Amsterdamseweg 34b
6712 GJ Ede
NL
Wetenschappelijk
Amsterdamseweg 34b
6712 GJ Ede
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Mannen en vrouwen 18-65 j
1ste niertransplantatie van overleden donor, of levende donor, behoudens HLA gelijk familielid
Koude Ischaemie Tijd<30 h
Negatieve zwangerschapstest bij vrouwen
Bereid en in staat een schriftelijke toestemming te geven
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Meerdere orgaantransplantaties
Non heart beating donor
PRA>=50%
Hypercholestrolemie >9,1 mmol/L
Leucocyten <3
HIV, HBSag of anti HBC AB positive
Allergie tot een van de geneesmiddelen
Maligniteit gelokaliseerde huidcarcinomen uitgezonderdr
Niet in staat met de ondezoeker te communiceren of samen te werken
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2005-001714-41-NL |
CCMO | NL11304.041.06 |