Translationeel onderzoek naar het effect en mechanisme van microbiota in paediatrische immuun-gemedieerde aandoeningen.

Volgens de hygiënehypothese is de toename in immuun-gemedieerde aandoeningen
van de afgelopen decennia te wijten aan een afname in de mate van contact met
(delen van) micro-organismen in de eerste levensjaren. Dit contact kan nodig
zijn voor een normale en gebalanceerde ontwikkeling van het immuunsysteem. Deze
theorie doortrekkend, is het mogelijk om immuun-gemedieerde aandoeningen te
behandelen of te voorkomen door toediening van (delen van) micro-organismen.
Recent hebben we drie probiotische bacteriestammen geselecteerd door in vitro
mononucleaire cellen (PBMC*s) bloot te stellen aan bacteriën die in staat zijn
de maag te passeren en aan het humane darmepitheel te hechten. Vervolgens zijn
de geselecteerde bacteriën toegediend aan vrouwen met een allergische
aandoening in de laatste zes weken van hun zwangerschap en aan hun kinderen met
hoog risico op het ontwikkelen van een allergie in de eerste twaalf maanden van
hun leven. Dit resulteerde in een gereduceerd voorkomen van eczeem bij deze
kinderen op de leeftijd van drie maanden (OR 0,3; 95%CI=0,2-0,9).
Deze voorlopige resultaten hebben ons er toe gezet door te gaan met onderzoek
op dit gebied. Net als allergieën, zijn immuun-gemedieerde aandoeningen (IMD)
als Juveniele Chronische Artritis, Diabetes Mellitus type I, Atopische
dermatitis en de ziekte van Crohn steeds meer voorkomende ziektes die
gemedieerd worden door het immuunsysteem. In dit nieuwe project zullen we
opnieuw bacteriën selecteren die vervolgens ingezet kunnen worden bij kinderen
met genoemde aandoeningen. PBMC's van kinderen met IMD zullen daartoe
geïsoleerd worden uit bloed en vervolgens in vitro blootgesteld worden aan de
bacteriestammen. Vervolgens zullen de cytokines geproduceerd door de PBMC's
bepaald worden en de PBMC's gekarakteriseerd. Ten slotte zal de invloed van het
darmepitheel op deze parameters bepaald worden door PBMC's in een trans-well
systeem met humane darmepitheelcellen te kweken in het bijzijn van de
geselecteerde bacteriestammen. Hiertoe zullen de bacteriën apicaal van de
cellijn Caco-2 en PBMC's basolateraal geplaatst worden.

In vitro selectie van bacteriën die ingezet kunnen worden bij kinderen met IMD.
Bepalen van cytokine patroon van PBMC's die bloot gesteld zijn aan deze
bacteriën en het karakteriseren van de PBMC's. Invloed van darmepitheelcellen
wordt bepaald met behulp van een trans-well systeem.

In vitro onderzoek met PBMC*s van kinderen die lijden aan IMD.

Risico en last voor de proefpersonen worden als minimaal beschouwd. De
proefpersonen kunnen indien gewenst meedoen in het vervolgonderzoek waarbij de
geselecteerde bacteriën worden ingezet. De bloedafname voor het onderzoek zal
zo veel mogelijk tegelijk met door de behandelend arts nodig geacht routine
bloedafname plaatsvinden.