Doel van het onderzoek is het vaststellen van de effecten van het Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen bij kwetsbare mensen om op deze wijze een bijdrage te kunnen leveren aan gefundeerde hulpverleningsprogramma*s. Het perspectief van de mens…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
meervoudige psychosociale problematiek
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Een belangrijke uitkomstmaat is de mate waarin het Systematisch
Rehabilitatiegericht Handelen cliënten helpt hun rehabilitatiedoelen te
verwezenlijken. Deze doelen zijn onderdeel van een model begeleidingsplan dat
de cliënt samen met de hulpverlener uitwerkt. De geldigheid en het belang van
de daarin vermelde doelen worden bij de start van de interventie nagevraagd bij
de cliënt. Na afloop van de interventie wordt cliënten gevraagd naar de mate
waarin zij vinden dat de doelen behaald zijn - geheel, gedeeltelijk of niet -
(objectieve effectmaat) en in hoeverre zij hierbij baat ervaren hebben
(subjectieve effectmaat).
Een andere belangrijke uitkomstmaat is de kwaliteit van leven van de
cliëntgroepen. Om effecten vast te stellen wordt gebruik gemaakt van de
uitgebreide Nederlandse versie van de Lancashire Quality of Life Profiel
(LQoLP) (Van Nieuwenhuizen et al., 1998; Van Nieuwenhuizen et al., 2001) Dit
gestandaardiseerde interview omvat zowel objectieve (werk, inkomen, schulden,
sociaal netwerk enz.) als subjectieve aspecten van kwaliteit van leven. Bij dit
laatste wordt de cliënt bevraagd over zijn of haar tevredenheid op elf
levensdomeinen: wonen, vrije tijd, gezondheid, financiën, familie, veiligheid,
stemming, positieve en negatieve zelfwaardering, vervulling en kader.
Van belang is verder of met het methodisch handelen ook tegemoet gekomen wordt
aan de zorgbehoeften en woonwensen van de cliënt. De vragenlijst die hiervoor
gebruikt wordt is recent ontwikkeld voor onderzoek bij dak- en thuislozen.
Tenslotte wordt onderzoek gedaan naar de modelgetrouwheid van de zes betrokken
teams en de individuele hulpverleners. Hiervoor wordt gebruikt gemaakt van het
Fidelity Instrument SRH (Wijngaarden & Wilken, 2006). De mate van
rehabilitatiegericht handelen wordt vastgelegd in een score. Deze loopt van 1
tot 5: waarbij 1 staat voor *geen modelgetrouwe methodsiche aanpak* en 5 voor
een *modelgetrouwe methodische aanpak*.
Secundaire uitkomstmaten
Psychische stoornissen en verslaving komen bij dak- en thuislozen veelvuldig
voor. Uit eerder onderzoek blijkt dat dit invloed heeft op zowel subjectieve
als objectieve kwaliteit van leven. Met behulp van een screeningsinstrument
ontwikkeld door het Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving -
IVO en het UMC St. Radboud worden cliënten daarom gescreend op het voorkomen
van depressie en psychotische stoornissen en drugs- en alcoholproblematiek.
Achtergrond van het onderzoek
Kwetsbare mensen die moeite hebben zich in de samenleving op eigen kracht te
handhaven worden, vooral in de grotere Nederlandse steden, steeds zichtbaarder.
De maatschappelijke opvang staat voor de uitdaging om de kwaliteit van leven
van gemarginaliseerde groepen te verbeteren en deze kwetsbare mensen weer deel
te laten nemen aan het maatschappelijke leven. Empirisch onderbouwde
interventies zijn in de sector niet of nauwelijks voorhanden. De opvang zoekt
daarom aansluiting bij methoden uit andere sectoren, zoals de geestelijke
gezondheidszorg. Rehabilitatiegerichte benaderingen sluiten aan bij de missie
en de visie van de opvangorganisaties. Er is echter nog weinig onderzoek gedaan
naar de effectiviteit van rehabilitatiemethodieken bij langdurig
zorgafhankelijke cliënten. Het Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen
(Wilken & Den Hollander, 1999) is een geïntegreerde eclectische
rehabilitatiemethodiek die goed aan blijkt te sluiten bij de dagelijkse
praktijk in de opvang. Het onderhavige project behelst een quasi-experimenteel
onderzoek naar de effectiviteit van deze methode.
Doel van het onderzoek
Doel van het onderzoek is het vaststellen van de effecten van het Systematisch
Rehabilitatiegericht Handelen bij kwetsbare mensen om op deze wijze een
bijdrage te kunnen leveren aan gefundeerde hulpverleningsprogramma*s. Het
perspectief van de mens zelf en het bevorderen van een vraaggerichte,
evidence-based praktijk staan daarbij centraal.
Als interventies vanuit de rehabilitatiemethodiek leiden tot een verbetering in
de kwaliteit van leven van gemarginaliseerde groepen, dan is dit belangrijke
methodische winst voor de sector maatschappelijke opvang waarvan veel cliënten
en cliëntgroepen kunnen profiteren. Uitkomsten van dit onderzoek kunnen worden
gebruikt ter verbetering van de doorstroom in opvangvoorzieningen en voor
beleidsontwikkeling. Daarnaast geeft het onderzoek inzicht in de leefsituatie
van deze mensen, hun hulpvragen en zorgbehoeften.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek kent een quasi-experimenteel design met drie meetmomenten waarin
dezelfde cliënten - binnen twee verschillende condities - gedurende langere
tijd worden gevolgd. Cliënten hebben vaak al gedurende lange tijd een
persoonlijke mentor of woonbegeleider waarmee zij een band opgebouwd hebben.
Het random toewijzen van cliënten aan teams en hulpverleners is daarom in de
praktijk niet wenselijk.
Een eerste kwaliteit van leven onderzoek (T0), dat in 2005 bij Traverse werd
uitgevoerd bij de start van de implementatie van het SRH, wordt beschouwd als
nulmeting. Een follow-up aan de hand van (onder meer) een tweede kwaliteit van
leven onderzoek (T1) dient om, in een naturalistische praktijk, de eventuele
invloed van de implementatie vast te stellen en is tevens het uitgangspunt voor
het vaststellen van effecten van de interventie.
Naast kwaliteit van leven richten de metingen (T1 en T2) zich enerzijds op
cliënten, hun rehabilitatiedoelen, zorgbehoeften en kwaliteit van leven;
anderzijds op de hulpverleners, hun kenmerken (zoals opleiding, ervaring e.d.)
en de mate waarin zij modelgetrouw werken. Gemeten wordt het effect van extra
werkbegeleiding en deskundigheidsbevordering (ter bevordering van de
modelgetrouwheid) bij hulpverleners op het bereiken van rehabilitatiedoelen,
kwaliteit van leven, zorgbehoeften en woonwensen van de cliënt.
Inschatting van belasting en risico
De belasting van het onderzoek voor de cliënt is tweeledig en bestaat uit een
gecombineerde vragenlijst met daarin het kwaliteit van leven interview; de
zorgbehoeften/woonwensenlijst en de screener m.b.t. psychische problemen en
verslaving. Ook wordt gevraagd naar rehabilitatiedoelen van de cliënt en de
stappen die ondernomen zijn/worden om deze doelen te bereiken. Uit een drietal
proefinterviews blijkt dat de gecombineerde vragenlijst ongeveer 45-60 minuten
vraagt. Cliënten oordeelden positief over de vragenlijst.
Het Fidelity Instrument SRH kent eveneens een vragenlijst voor cliënten. Deze
wordt afgenomen door een onafhankelijk deskundige. Uit recente ervaringen met
de pilotversie van het instrument blijkt dat cliënten het interview als
positief ervaren.
Publiek
Postbus 90153
5000 LE Tilburg
Nederland
Wetenschappelijk
Postbus 90153
5000 LE Tilburg
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Cliënt smo-Traverse
Langdurende zorg
Stabiele woonsituatie
Leeftijd18 jaar en ouder
Bereidheid tot deelname
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Geen cliënt van smo-Traverse
Geen stabiele woonsituatie
Leeftijd onder de 18 jaar
Niet bereid tot deelname
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL17003.097.07 |