In dit onderzoek zal de rol van context bij uitdoving in een experimentele laboratoriumstudie worden onderzocht bij gezonde proefpersonen. Er worden twee contexten met elkaar vergeleken: een visuele (namelijk de kleur van het licht) en een…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Angststoornissen en -symptomen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Als afhankelijke variabelen worden de huidgeleidingsweerstand gemeten via
elektroden op de handpalm, en de verwachting dat de US zal optreden, wat kan
worden aangegeven door met de computermuis op een visuele schaal te klikken.
Tevens worden er vragenlijsten afgenomen met daarin demografische vragen,
vragen over de beleving van de context, en aandacht voor geur. De verwachting
is dat bij een overgang van context B (bij uitdoving) naar A (bij de test) de
huidgeleidingsweerstand zal toenemen als gevolg van hernieuwde angst, en dat de
verwachting dat de US weer zal optreden toeneemt ten opzicht van de
uitdovingsfase. Dergelijke veranderingen worden niet verwacht als de contexten
ongewijzigd blijven.
In Studie 3 is de belangrijkste afhankelijke variable de interval van
onzekerheid, die duidt op de breedte van het specctrum van grijs of
blauwkleuren dat wordt herkend als/aangezien voor de CS+.
Secundaire uitkomstmaten
Tevens worden er vragenlijsten afgenomen met daarin demografische vragen,
vragen over de beleving van de context, neuroticisme en aandacht voor geur.
Achtergrond van het onderzoek
Er wordt wel vanuit gegaan dat specifieke fobieën aangeleerd zijn. Door
klassieke conditionering is een neutrale stimulus via conditionering
geassocieerd geraakt met een ongeconditioneerde stimulus (US) die angst
veroorzaakt. De neutrale stimulus kan vervolgens angst oproepen als
geconditioneerde stimulus (CS). Door middel van uitdoving kan tijdens een
klinische interventie de associatie weer worden verbroken: daarbij wordt de CS
steeds aangeboden zonder ooit te worden gevolgd door een US. In de praktijk
blijkt de angst soms weer terug te keren. Dit is bijvoorbeeld het geval als de
uitdoving plaats heeft gevonden in een andere context dan het aanleren
(acquisitie) van de angst. Bij terugkeer naar de acquisitiecontext kan de angst
zich opnieuw voordoen.
Doel van het onderzoek
In dit onderzoek zal de rol van context bij uitdoving in een experimentele
laboratoriumstudie worden onderzocht bij gezonde proefpersonen. Er worden twee
contexten met elkaar vergeleken: een visuele (namelijk de kleur van het licht)
en een olfactorische (geur gematcht aan de kleur van het licht). De centrale
vraagstelling luidt 1) of eerder uitgedoofde angst opnieuw terugkeert bij
terugkeer naar de context waarin de angst is aangeleerd, en 2) of er daarbij
verschillen zijn tussen een visuele en een olfactorische context.
In de exploratieve Studie 3 wordt nagegaan of er verschillen zijn in de
herinnering voor de CS afhankelijk van persoonlijkheid, in dit geval
neuroticisme.
Onderzoeksopzet
Er worden twee studies uitgevoerd waarin context een rol speelt: een met licht
als context, en een tweede met geur als context. Elke studie bevat drie fasen:
acquisitie (aanleren koppeling CS en US), uitdoving (CS zonder US) en test,
waarbij de reactie op de CS wordt getest (zonder US). In de experimentele
conditie keren de proefpersonen tijdens de testfase terug naar de context van
de acquisitiefase (ABA), in de controle conditie blijven de drie contexten
gelijk (AAA). Bij studie 1 staat context A voor "licht aan", en context B voor
"licht uit". Bij studie 2 verwijzen A en B elk naar een verschillende geur. De
CS is een lijntekening die op een computer wordt getoond. Als US wordt een
milde elektrische prikkel van zelfgekozen sterkte toegediend waarvan de
proefpersoon kan schrikken, direct volgend op de CS.
In Studie 3 wordt na de acquisitiefase de nauwkeurigheid van de herinnering van
de CS vergeleken tussen personen met een hoge en lage score op neuroticisme.
Inschatting van belasting en risico
De belasting bestaat voor de proefpersoon vooral uit het ondergaan van acht
aanbiedingen van de US: een elektrische prikkel van maximaal 4mA met een duur
van 500 msec. De sterkte van de prikkel wordt door de proefpersoon zelf gekozen
in een work up procedure waarbij de proefpersoon een serie prikkels met
oplopende sterkte krijgt aangeboden en daaruit de prikkel kiest die duidelijk
onaangenaam maar niet pijlijk is. Op die manier wordt rekening gehouden met
individuele verschillen. De maximale duur en stroomsterkte van de prikkel zijn
zo afgesteld dat zij niet overschreden kunnen worden.
Daarnaast wordt bij de registratie van huidweerstand een spanningsverschil van
0.5 Volt gehandhaafd tussen de elektroden. De kans dat de proefpersoon bij
kortsluiting het risico zou lopen aan elektrische stroom te worden
blootgesteld, is echter nihil omdat een zogeheten "patiëntveilige" conditie
wordt gehandhaafd. De tijdsinvestering bestaat uit een enkel bezoek van 1
uur.Het onderzoek levert inzicht in de condities waarin uitdoving als
interventie bij angststoornissen al dan niet effectief is, de rol van geur als
mogelijke trigger van angst bij mensen, waarover nog weinig bekend is, en de
rol van persoonlijkheid bij de herinnering van de geconditioneerde stimulus.
Publiek
Heidelberglaan 1
3508 TC Utrecht
Nederland
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 1
3508 TC Utrecht
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Proefpersonen dienen 18 jaar of ouder te zijn, gezond te zijn in het algemeen, geen psychiatrische conditie te hebben zoals angstoornissen, geen epilepsie of hartconditie, geen pacemaker of gehoorapparaat; zij dienen een gemiddeld of bovengemiddeld reukvermogen, visueel en gehoorvermogen te hebben en niet zwanger te zijn. Voor studie 2 geldt daarnaast dat ze niet verkouden mogen zijn, ernstige allergien mogen hebben, of overgevoelig mogen zijn voor geur. Ten tijde van de studie moeten ze vrij zijn van griep en verkoudheid.
Voor deelname aan Studie 3 vindt een preselectie plaats m.b.v. van de Eysencks' Persoonlijkheids vragenlijst op neuroticisme. Studenten die in het hoogste of laagste kwartiel scoren kunnen deelnemen aan de studie. Zij dienen daarnaast aan alle overige criteria te voldoen. Studenten die hoogneurotisch zijn mogen derhalve niet ook nog een diagnose van een angststoornis hebben ontvangen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Proefpersonen die jonger zijn dan 18 jaar, die aangeven niet gezond te zijn in het algemeen, een psychiatrische stoornis, specifiek angststoornissen, te hebben, of epilepsie, een hartconditie, een pacemaker hebben of een gehoorapparaat, een benedengemiddeld reuk-, gezichts- of gehoorvermogen te hebben, die (mogelijk) zwanger zijn, worden niet geincludeerd in de studie. Voor studie 2 geldt tevens dat ze geen astma, ernstige allergien or overgevoeligheden voor geur mogen hebben en ten tijde van de test geen verkoudheid of griep mogen hebben.
Studie 3: Studenten van wie de score op de Eysenck Persoonlijkheidsvragenlijst niet in het hoogste of laagste kwartiel valt komen niet in aanmerking voor deelname. Studenten wier score wel in genoemde kwartielen valt, dienen aan alle overige criteria voor Studie 1 en 2 te voldoen. Hoog-neurotische studenten mogen niet gediagnostiseerd zijn met een angstoornis.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL17107.041.07 |