De resultaten kunnen meer inzicht verschaffen in de neurobiologie van EFS. Meer inzicht in interindividuele verschillen in de gevoeligheid van het dopaminerge systeem van vrijwilligers enerzijds en patiënten met schizofrenie, ASS of 22q11DS…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Chromosoomafwijkingen, genwijzigingen en genvarianten
- Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
Synoniemen aandoening
Aandoening
psychische stoornissen: ontwikkelingsstoornissen (Autisme Spectrum Stoornissen)
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Blood Oxygen Level Dependent (BOLD) contrast, gemeten middels een MRI scanner
tijdens het uitvoeren van psychologische tests die en beroep doen op de
executieve functies
Secundaire uitkomstmaten
De synthese van catecholamines wordt bepaald aan de hand van de volgende plasma
spiegels:
* homovanilline zuur (HVA),
* 3-methoxy-4 hydroxyphenethyleneglycol (MHPG),
* VMA
en de volgende urine spiegels
* HVA
* MHPG
* VMA
* dopamine (vrij en geconjugeerd)
* norepinephrine (vrij en geconjugeerd)
Deze spiegels worden bepaald direct voorafgaand aan toediening van de eerste
gift tabletten (placebo of AMPT) en twee uur na toediening van de derde gift
(placebo of AMPT). Twee uur na inname van de derde gift zal eveneens de
plasmaspiegel van AMPT worden bepaald. Tevens wordt er bloed afgenomen voor DNA
isolatie en de bepaling van genetische markers.
Achtergrond van het onderzoek
Het identificeren van onderliggende genetische en farmacologische mechanismen
voor executieve functiestoornissen (EFS) in psychiatrische stoornissen is
belangrijk. Tot op heden is er geen (farmaco) therapie voor EFS, terwijl zij
frequent voorkomen bij psychiatrische patiënten. Mensen met schizofrenie, ASS
en 22q11DS zijn in verhoogde mate gevoelig voor prefrontale hersenafwijkingen,
zoals EFS, die sociaal en maatschappelijk functioneren beperken. Het voorkomen
van EFS wordt in toenemende mate als bepalend gezien voor het functioneren op
lange termijn.
De prefrontale hersengebieden spelen een centrale rol in EFS. Het belangrijkste
neurotransmitter systeem van de prefrontale hersengebieden (de prefrontale
cortex, PFC) en de daaraan verbonden executieve functies is het dopaminerge
systeem. De neurotransmitter dopamine wordt onder andere afgebroken door het
enzym catechol-O-methyltransferase (COMT). Het COMT-gen bevat een functioneel
polymorfisme met twee varianten: een lage activiteitsvorm (Met) en een hoge
activiteitsvorm (Val). Hoe dopaminerge afwijkingen tot EFS leiden is nog altijd
onopgehelderd. Verondersteld wordt dat door een verhoogde dopaminerge
neurotransmissie de informatie verwerking afwijkend is, wat uiteindelijk zou
kunnen resulteren in verstoorde executieve functies en het ontstaan van
psychotische symptomen. Om meer inzicht te krijgen in de rol van de dopaminerge
neurotransmissie in de PFC bij EFS, willen wij de effecten van farmacologische
dopaminerge manipulatie op drie verschillende executieve functie taken
onderzoeken met functionele magnetische resonantie tomografie (fMRT) en *-
methylparatyrosine (AMPT), een tyrosine hydroxylase remmer die tijdelijk de
aanmaak van dopamine remt.
Uit de literatuur is gebleken dat het COMT Val/Met polymorfisme zowel bij
gezonde vrijwilligers als bij mensen met schizofrenie het prefrontale
cognitieve functioneren inclusief executieve functies moduleert. Het is niet
bekend hoe dopamine depletie EFS bij patiënten met ASS, 22q11DS en schizofrenie
beïnvloedt.
In een klinisch onderzoek met dopamine D2-receptor antagonisten (bijvoorbeeld
risperidon) laten kinderen met ASS cognitieve en gedragsverbeteringen zien op
het gebied van sociale vaardigheiden, hyperactiviteit, aandacht, objectrelatie
en agressie. Echter, dopaminerge neurotransmissie en een eventueel effect van
het COMT Val/Met polymorfisme in ASS zijn niet systematisch onderzocht. Het is
denkbaar dat er een verband bestaat tussen EFS, een mogelijke ontregeling van
prefrontale (dopaminerge) neurotransmissie, en het COMT Met/Val polymorfisme.
Mensen met ASS en 22q11DS vormen een uniek model voor het bepalen van
biologische markers van EFS. Mensen met ASS tonen namelijk EFS en prefrontale
hersenfunctiestoornissen gemeten met fMRT. Ook zijn er aanwijzingen voor
structurele en metabole afwijkingen in de prefrontale cortex (PFC). Mensen met
22q11DS zijn COMT haploinsufficient als gevolg van een deletie op chromosoom
22q11. Waarschijnlijk verklaart dit deels de verhoogde kwetsbaarheid voor EFS
en psychotische stoornissen in mensen met 22q11DS. Mensen met 22q11DS vormen
dus ook een uniek model voor het bepalen van biologische markers die betrokken
zijn bij EFS.
Doel van het onderzoek
De resultaten kunnen meer inzicht verschaffen in de neurobiologie van EFS. Meer
inzicht in interindividuele verschillen in de gevoeligheid van het dopaminerge
systeem van vrijwilligers enerzijds en patiënten met schizofrenie, ASS of
22q11DS anderzijds kan mogelijkheden bieden voor risicostratificatie en
voorspellingen van het therapeutische effect van antipsychotica.
Onderzoeksopzet
Twintig mensen met schizofrenie, twintig mensen met ASS en twintig mensen met
22q11DS en twintig gezonde vrijwilligers zullen worden onderzocht in een
dubbelblinde, placebo gecontroleerde, gerandomiseerde cross-over studie.
Drie verschillende executieve functie taken van de Maudsley Attention and
Response Inhibition battery (MARS) worden in de MRI scanner afgenomen: de
GO-NOGO-, de STROOP-, en de SWITCH-taak. Alle taken woorden een keer onder
baseline condities en een keer na tijdelijke acute dopamine depletie met AMPT
afgenomen. Dit zal plaatsvinden in twee verschillende sessies die binnen een
periode van twee weken in gerandomiseerde volgorde uitgevoerd zullen worden.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Tijdelijke acute dopamine depletie middels alpha-metyrosine (AMPT)
Inschatting van belasting en risico
Mogelijke reversibele bijwerkingen zijn stijfheid (extrapyramidale symptomen),
dysforie, voorbijgaande angst, vermoeidheid, sedatie en slaapproblemen. Bij een
eerdere studie binnen onze groep met 24 vergelijkbare proefpersonen traden bij
de voorgestelde dosis alleen klachten van slaperigheid op. Er zijn geen
meldingen van langer durende bijwerkingen en dit is farmacologisch ook niet te
verwachten gezien de halfwaardetijd van 3.4- 3.7 uur. Verder is er een
balasting in tijd van 2 dagdelen.
Publiek
Meibergdreef 5
1105 AZ Amsterdam
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 5
1105 AZ Amsterdam
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Twintig mensen met schizofrenie, twintig mensen met ASS en twintig mensen met 22q11DS tussen de 18 en 40 jaar. Tevens twintig gezonde vrijwilligers, gematched op leeftijd, geslacht en IQ, zonder psychiatrische voorgeschiedenis, zonder gebruik van psychoactieve medicatie.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
zwangerschap en metalen die gecontra-indiceerd zijn bij MRI onderzoek
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2007-004552-36-NL |
CCMO | NL19245.018.07 |