DOELEN van dit project zijn:(1) het bepalen van de effectiviteit Gezin aan bod in termen van (-) verbetering van het functioneren van het gezin.(-) verbetering de opvoedingsvaardigheden van de ouders.(-) verbetering van het functioneren van het kind…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Familiale aangelegenheden
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaat:
(1) Functioneren van het gezin volgens de Gezinsklimaat Schaal GKS-II (Moos,
1986; Nederlandse versie). De GSK-II is gevalideerd voor gezinsleden vanaf 11
en is geschikt voor personen met een lagere sociaaleconomische status. De
GSK-II bestaat uit zeven subschalen, waarvan er vijf worden afgenomen: cohesie,
expressiviteit, conflict, organisatie en controle. Door samenvoeging van de
vragen van deze vijf schalen kunnen twee indices worden verkregen: de
gezinsrelatieindex en de gezinsstructuurindex. De vragenlijst wordt zowel bij
de ouders als bij de kinderen afgenomen.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaten:
(2)Opvoedvaardigheden van de ouders volgens de verkorte Parenting Scale (Arnold
et al., 1993) en de Ouderlijke Opvattingen over Opvoeding OO & O (Eekhof,
2006). Deze opvoedvaardigheden worden uitsluitend bij de ouders gemeten.
(3)Functioneren van het kind volgens het Screeningsinstrument Psychische
Stoornissen SPsy (Goedhart et al., 2003), de Nederlandse versie van de
Strenghts and Difficulties Questionniare SDQ (Goodman, 1997) aangevuld met een
subschaal voor middelengebruik. De vragenlijst bestaat als ouder en als kind
variant en wordt zowel bij de ouder als bij het kind afgenomen.
Achtergrond van het onderzoek
Ongunstige omstandigheden binnen het gezin en de directe omgeving vormen
belangrijke risicofactoren voor het ontstaan van psychische problemen. De
kinderen van ouders met een problematisch alcohol- of drugsgebruik groeien
doorgaans op onder deze ongunstige omstandigheden en lopen hierdoor een
verhoogd risico op het ontwikkelen van ernstige psychische klachten zoals
depressie, gedragsproblemen, verslavingsproblematiek,
persoonlijkheidsstoornissen, angststoornissen en antisociaal gedrag. Niet
alleen lopen kinderen van verslaafde ouders het risico om ernstige problemen te
ontwikkelen, de omvang van deze risicogroep is ook aanzienlijk. Geschat wordt
dat ongeveer 369.000 kinderen onder de 22 jaar samenleeft met een ouder met een
middelenstoornis (Bool, 2002).
Ondanks de duidelijke risicostatus zijn er in Nederland weinig interventies
ontwikkeld die specifiek gericht zijn op deze risicogroep. Een veelbelovende
interventie is het Strengthening Families Program (SFP) uit de Verenigde
Staten. Dit programma bestaat uit 14 bijeenkomsten voor ouders en hun kinderen
vanaf 11 jaar. Elke bijeenkomst start met een gezamenlijke maaltijd, gevolgd
door een één uur durend afzonderlijk programma voor de ouders en de kinderen en
een afsluitend uur voor de ouders en kinderen samen. De aanpak van SFP voldoet
aan de richtlijnen voor effectieve verslavingspreventie van het NIDA (Bolier en
Cuijpers, 2000). Het programma richt zich op alle vormen van middelengebruik en
is systeem gericht, dat wil zeggen jongeren en ouders zijn betrokken. Verder is
het programma aangepast op het ontwikkelingsniveau van ouder en kind en
voorziet het in informatie over 'normale' ontwikkeling in de adolescentie
(Dusenbury, 2000). De kern van het programma, het versterken van bestaande
vaardigheden en het ingaan op de positieve krachten die aanwezig zijn bij en
tussen de ouders en kinderen, sluit aan op inzichten over het belang van de
versterking van eigen mogelijkheden (empowerment) van betrokkenen.
Tussen april 2004 en september 2006 is SFP vertaald in het Nederlands en
aangepast aan de Nederlandse situatie. Vervolgens is het programma
geïmplementeerd onder de naam Gezin aan Bod op enkele locaties, waarbij een
pilotstudie is uitgevoerd. De resultaten van deze pilotstudie waren
veelbelovend en de deelnemers waren erg enthousiast over het aanbod. De tijd is
nu aangebroken om de effecten van Gezin aan bod op grotere schaal te
onderzoeken. Het doel van dit huidige project is tweeledig. Allereerst willen
wij door middel van een gerandomiseerde trial (met randomisatie op
locatieniveau) nagaan of Gezin aan bod een verbetering oplevert in het
functioneren van het gezin, de opvoedvaardigheden van de ouders en het
functioneren van het kind in vergelijking met de gangbare zorg (care as usual).
In de tweede plaats willen wij door middel van een proces evaluatie meer
inzicht krijgen in de voorwaarden voor verdere implementatie van Gezin aan bod.
Doel van het onderzoek
DOELEN van dit project zijn:
(1) het bepalen van de effectiviteit Gezin aan bod in termen van
(-) verbetering van het functioneren van het gezin.
(-) verbetering de opvoedingsvaardigheden van de ouders.
(-) verbetering van het functioneren van het kind.
(2) meer inzicht krijgen in de voorwaarden en bevorderende en belemmerende
factoren voor verdere implementatie van Gezin aan bod.
Onderzoeksopzet
DESIGN. Randomised clinical trial met twee parallelle groepen: de experimentele
conditie (de cursus *Gezin aan bod*) versus de gangbare zorg (care as usual).
Prospectieve metingen met 1 baseline meting en 2 follow-ups (drie maanden na
baseline - dit is direct na afloop van de interventie in de experimentele groep
- en na negen maanden). Randomisatie vindt plaats op locatieniveau, waarbij de
locaties die in het eerste wervingsjaar de interventie aanbieden in het tweede
jaar de controle conditie vormen en omgekeerd. Het betreft een pragmatische,
niet-geblindeerde trial.
RANDOMISATIE. Het onderzoek zal op minimaal 22 locaties van instellingen voor
Verslavingszorg worden uitgevoerd (in de meeste gevallen betreft dit 2 locaties
per instelling, bij grote instellingen kunnen meer locaties aan het onderzoek
deelnemen). Voorafgaand aan de studie zal door middel van loting worden bepaald
welke locaties in het eerste jaar Gezin aan bod aanbieden en welke locaties de
controle groep vormen. In het tweede jaar zullen de controle locaties uit het
eerste jaar de interventie aanbieden en vormen de experimentele locaties uit
het eerste jaar de controle groep. Gezinnen die in het eerste jaar voor de
controle groep worden geworven kunnen in het tweede jaar (na afloop van de
laatste meting) deelnemen aan Gezin aan bod. Omdat deze gezinnen tot de
controlegroep van het onderzoek behoren worden zij niet opnieuw voor het
onderzoek benaderd, hiervoor zullen nieuwe gezinnen worden geworven.
CONDITIES: GEZIN AAN BOD. Het Strengthening Families Program waarvan Gezin aan
bod is afgeleid, is oorspronkelijk ontworpen om risicofactoren in de omgeving
te verminderen en beschermende factoren te versterken met het uiteindelijke
doel de persoonlijke veerkracht te versterken om middelengebruik te voorkomen
bij jongeren die een hoog risico lopen (Kumpfer 1994). Het programma richt zich
op het ontwikkelen van opvoedingsvaardigheden bij ouders,
communicatievaardigheden bij jongeren en ouders en op het versterken van
gezinsrelaties. Het bijzondere van dit programma is dat het zich op de ouders,
de jongeren én het gezin tegelijk richt. Het programma bestaat uit veertien
wekelijkse bijeenkomsten met een vaste structuur waarin steeds een ander thema
centraal staat.
CONTROLEGROEP. In het onderzoek maken we gebruik van een care as usual
controlegroep. De ouder(s) is in behandeling (geweest) bij een instelling voor
Verslavingszorg en / of wordt begeleid door Bureau Jeugdzorg. Vanuit het
onderzoek wordt geen actieve interventie aangeboden voor het gezin.
EINDTERMEN. De interventie is gericht op verbetering van het functioneren van
het gezin, verbetering van de opvoedvaardigheden van de ouder(s) en verbetering
van het functioneren van het kind.
MEETMOMENTEN.
Direct voorafgaand aan de interventie (t0; de baseline-meting), na afloop van
de interventie (t1; 3 maanden na de baseline), en 9 maanden na de baseline
meting (t2, 6 maanden na afloop van de interventie). Met uitzondering van de
demografische variabelen (alleen bij de baseline) worden alle meetinstrumenten
op alledrie de meetmomenten bij alle respondenten afgenomen.
RAPPORTAGE van de trial geschiedt conform de daarvoor geldende, internationale,
richtlijn: de CONSORT statement (Moher et al., 2001).
TIJDPAD: FASE 1: Voorbereiding, 12 maanden; FASE 2: Dataverzameling, 24
maanden; FASE 3: Analyse en rapportage, 6 maanden; Aanvang project, 1 februari
2008.
Inschatting van belasting en risico
BELASTING VOORTVLOEIEND UIT DE INTERVENTIE. Gezin aan bod bestaat uit 14
bijeenkomsten (à 2,5 uur inclusief maaltijd). Ter voorbereiding op de
cursusbijeenkomsten worden huiswerkopdrachten gegeven (ongeveer 1 uur per
keer). Voorafgaand aan de cursus wordt een kennismakingsbijeenkomst
georganiseerd (ongeveer 2,5 uur) en is vaak ook individueel contact tussen de
cursusleider en het gezin om de doelstellingen van de cursus toe te lichten.
Voor het volgen van de cursus zal gereisd moeten worden.
BELASTING VOORTVLOEIEND UIT HET ONDERZOEK Proefpersonen worden op drie
meetmomenten geïnterviewd, voorafgaand aan de interventie of plaatsing op de
wachtlijst (t0), na drie maanden (t1) en na negen maanden (t2). Het
beantwoorden van de vragen op de drie meetmomenten zal ongeveer 30 minuten per
meetmoment kosten voor de kinderen en 45 minuten per meetmoment voor de ouders.
AANVULLENDE TAXATIE VAN RISICO*S: Wij verwachten voor de proefpersonen geen
risico's. Immers:
(-) proefpersonen zijn reeds onder behandeling van een instelling voor
verslavingszorg en / of staan onder begeleiding van Bureau Jeugdzorg. Deze
contacten worden tijdens het onderzoek gecontinueerd.
(-) De interventie betreft een cursus en geen therapie.
(-) Uit de pilotgegevens komt naar voren dat Gezin aan bod een positieve
bijdrage lijkt te leveren aan het functioneren van het gezin.
BEPERKING VAN HET AANTAL PROEFPERSONEN. De te toetsen hypothesen (zie p.2) zijn
unidirectioneel en zullen daarom 1-zijdig getoetst worden. Eenzijdige toetsing
vraagt om relatief kleinere aantallen proefpersonen (zie beneden), en dat biedt
medisch-ethische en financiële voordelen.
Publiek
Postbus 725
3500 AS
Nederland
Wetenschappelijk
Postbus 725
3500 AS
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
INCLUSIE:
(1) één of beide ouder(s) uit het gezin voldoet aan de criteria van de DSM-IV voor een aan een middel gebonden stoornis (afhankelijkheid of misbruik) actueel of in verleden en heeft hiervoor contact (gehad) met een instelling voor verslavingszorg.
(2)in het gezin is tenminste een thuiswonend kind aanwezig in de leeftijd van 11 jaar of ouder dat aan het onderzoek deel wil nemen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
EXCLUSIE:
(1) de ouder(s) of het kind is niet in staat om in een groep te functioneren.
(2) het kind is in behandeling voor psychische problemen.
(3) het gezin is ontvangt gezinstherapie of systeemtherapie om het functioneren binnen het gezin te verbeteren.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL20525.097.07 |