Stem- en spraakkenmerken bij mensen met schizofrenie en autisme spectrum stoornissen.

Het is al langer bekend dat mensen met schizofrenie en mensen met een autisme
spectrum stoornis opvallen door spraak- en stem manifestaties. Dit fenomeen
wordt beschreven in samenhang met schizofrenie (door; Bleuler) en in samenhang
met autisme (door; Kanner, Asperger). Binnen de gangbare paradigma verschillen
beiden stoornissen in etiologie.
Bij autisme is het genetische component sterker aanwezig in vergelijking met
schizofrenie, welke gediagnostiseerd kan worden vanaf een leeftijd van 18 jaar,
waar autisme al bij zeer jonge kinderen gediagnostiseerd kan worden.
Dit vormt de basis voor de hypothese dat autisme de spraakontwikkeling
beinvloedt, gezien de leeftijd waarbij de ontwikkeling in zijn geheel beinvloed
wordt (in de pre-verbale fase).

Deze studie heeft als doel om de mogelijke verschillen in spraak- en stem
kenmerken bij mensen met schizofrenie en met autisme, vergeleken met mensen
zonder psychiatrische diagnose (of voorgeschiedenis) te onderzoeken.
Daarnaast zal de mogelijkheid onderzocht worden om nieuwe manieren te
ontwikkelen ten behoeve van differentiaal diagnostiek tussen schizofrenie en
autisme.

Participanten zullen worden gevraagd drie onderdelen in te spreken, welke
zullen worden opgenomen op een daartoe geschikte geluidsdrager (solid state
recorder) en vervolgens verwerkt en geanalyseerd met speciale software voor
spraak- en stem kenmerken.
Het eerste onderdeel bestaat uit het exact herhalen van 10 zinnen uit de
Reynell test voor taalbegrip & Schlichting Test voor Taalproductie.
Het tweede onderdeel bestaat uit het beantwoorden van open vragen als: "Wat doe
je zoal in het weekend?". De antwoorden van de participanten zullen worden
opgenomen voor de duur van circa een minuut.
Het derde (en laatste) onderdeel bestaat uit het beschrijven van de "Cookie
theft" picture.

Het tweede deel van het onderzoeksontwerp bestaat uit het voorleggen van de
geluidsopnamen (welke "gehusseld" wordt zodat de stem- en spraakkenmerken los
komen te staan van de inhoud) aan een groep psychiaters en psychologen om te
beluisteren met de vraag deze te beoordelen teneinde onderscheid te maken
tussen de participanten met schizofrenie, autisme en de controlegroep.

De aard en reikweidte van de belasting van- en de risico's voor de
participanten zijn uiterst klein. Er is geen interventie in de behandeling,
noch zullen lopende behandelingen en interventies beinvloed worden door deze
studie. Participanten zal gevraagd worden een eenmalige meting te voltooien,
zoals boven beschreven.