Doel van het project is het vaststellen van de incidentie, etiologie en beloop van gastro-enteritis (GE) waarbij ziekenhuisopname noodzakelijk is. Een tweede doel is het verkrijgen van meer inzicht in pathogeen-specifieke duur, ernst van de ziekte (…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselmotiliteit en defecatieaandoeningen
- Lever- en galwegneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Incidentie van opnamen voor gastro-enteritis in ziekenhuizen.
Het vóórkomen van de volgende pathogenen bij patiënten opgenomen vanwege
gastro-enteritis:
Bacteriologie (RT-PCR): Salmonella, Shigella, Campylobacter, Yersinia,
shigatoxine producerende E. coli (STEC), entero-aggregatieve E. coli (EAggEC),
enteropathogene E. coli (EPEC) en Clostridium difficile
Virologie (RT-PCR): rota-, adeno-, astro-, noro- en sapovirus
Parasitologie (microscopie en ELISA): Cryptosporidium, Giardia en Dientamoeba
fragilis.
Het pathogeen-specifieke ziektebeloop bij patiënten opgenomen vanwege
gastro-enteritis, inclusief complicaties, chronische klachten en kosten.
Secundaire uitkomstmaten
Het DNA dat uit feces geïsoleerd wordt voor detectie van pathogenen zal ook
gebruikt worden voor het bepalen van genetische polymorfismen in de
patiëntengroepen. Er zullen polymorfismen bepaald worden in genen die betrokken
zijn bij de immuunrespons op dergelijke pathogenen. Er zal gekozen worden voor
genen betrokken bij de specifieke respons, m.n. Th1 genen, genen betrokken bij
de aspecifieke afweer en genen betrokken bij ontsteking. De frequentie van deze
polymorfismen zal vergeleken worden met die in populatiecontroles die in
eerdere studies zijn bepaald. Anderzijds zullen er vergelijkingen gemaakt
worden tussen groepen patiënten die een infectie doorlopen hebben met
verschillende verwekkers van gastro-intestinale infectie.
Achtergrond van het onderzoek
Systematische en betrouwbare informatie over de incidentie en etiologie van GE
in Nederland is slechts beperkt aanwezig. Vanuit twee grootschalige
epidemiologische onderzoeken naar GE in de bevolking (Sensor) en in de
huisartspraktijk (Nivel) werd een schatting gemaakt van het voorkomen van circa
4,5 miljoen episodes van GE per jaar in de Nederlandse bevolking. Bij circa
220.000 episodes werd een huisarts geconsulteerd. Informatie over
ziekenhuisopnamen wat betreft GE is beperkt tot ziekenhuisontslagdiagnoses, op
basis van ICD-9 codes, geregistreerd bij Stichting Prismant. Deze codes zijn
te a-specifiek voor onderscheid binnen gastro-enteritis. Daarnaast is in
ongeveer tweederde van de ziekenhuisopnamen van gastro-enteritis de
ziekteverwekker onbekend. Hoewel slechts een klein percentage patiënten met
gastro-enteritis in het ziekenhuis wordt opgenomen, worden de kosten geschat op
41 miljoen euro.
Doel van het onderzoek
Doel van het project is het vaststellen van de incidentie, etiologie en beloop
van gastro-enteritis (GE) waarbij ziekenhuisopname noodzakelijk is. Een tweede
doel is het verkrijgen van meer inzicht in pathogeen-specifieke duur, ernst van
de ziekte (inclusief complicaties), zorgbehoefte en sterfte. Om
seizoensinvloeden te kunnen bestuderen zal de gegevensverzameling in de
ziekenhuizen één volledig jaar moeten omvatten.
Onderzoeksopzet
Na opname in het ziekenhuis vanwege gastro-enteritis wordt de patiënt of de
ouders/voogd uitgenodigd voor deelname en geïncludeerd door een
arts/verpleegkundige van desbetreffende ziekenhuisafdeling. Bij deelname van
een GE-patiënt wordt op dezelfde afdeling een controle-patiënt geworven.
Bij deelname worden twee fecespotjes gevuld (naast eventuele
standaarddiagnostiek door het ziekenhuis) en opgestuurd voor diagnostiek op een
vast panel pathogenen.
Tijdens verblijf in het ziekenhuis zal de (ouders van de) patiënt en de
controle-patiënt gevraagd worden een vragenlijst in te vullen over (medische)
achtergrond, klinische gegevens en mogelijke risicofactoren.
Rond de ontslag van de GE-patiënt wordt de behandelend arts/verpleegkundige
gevraagd een aantal medische gegevens van de GE-patiënt aan de hand van een
vragenlijst in te vullen. Daarnaast zullen de uitslagen van de
standaarddiagnostiek in het ziekenhuis van de GE-patiënt worden opgevraagd.
Twee à drie maanden na opname zal een tweede vragenlijst naar de (ouders van
de) patiënt en de controle-patiënt gestuurd worden met oa vragen over mogelijke
complicaties en chronische klachten.
Degenen die op de tweede vragenlijst aangeven complicaties en/of chronische
klachten te hebben ontwikkeld, ontvangen een half jaar na opname nog een derde
vragenlijst om het beloop van deze complicaties en chronische klachten in beeld
te kunnen brengen. Dit geldt voor zowel de GE-patiënt als de controle.
Inschatting van belasting en risico
De deelnemers wordt gevraagd twee of drie vragenlijsten in te vullen. Totale
mogelijke duur: 15 minuten eerste lijst en ca. 5-10 minuten voor de tweede en
derde vragenlijst. Daarnaast wordt twee extra potjes feces gevraagd op het
moment van deelname.
Publiek
Postbus 20350
2500 EJ DEN HAAG
NL
Wetenschappelijk
Postbus 20350
2500 EJ DEN HAAG
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Een persoon met klachten van diarree en/of braken die hiervoor wordt opgenomen in het ziekenhuis
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Het niet hebben van klachten die bij gastro-enteritis horen, maag-darm klachten hebben gehad in de twee weken voorafgaand aan de huidige episode, leeftijd jonger dan 2 weken
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL20258.041.07 |