Vaststellen of de werking van Denosumab niet minder is dan die van zoledronine zuur met betrekking tot het eerste optreden van een botgerelateerd bijverschijnsel gedurende de studie bij patiënten met gevorderde borstkanker en bot metastasen.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Botafwijkingen (excl. congenitaal en breuken)
- Botstelselneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De tijd tot een eerste SRE optreedt gedurende het onderzoek.
Secundaire uitkomstmaten
Tweede Effectiviteit eindpunten
* tijd tot een eerste SRE optreedt gedurende het onderzoek (superioriteit)
* tijd tot een eerste en volgende optreden van SRE gedurende het onderzoek
(superioriteit, gebruikmakend van mutiple event analysis).
Eindpunten met betrekking tot Veiligheid
* Aantal bijverschijnselen die behandeld moeten worden
* Veranderingen in laboratorium waarden
* Incidentie van anti-denosumab antilichaam vorming
Achtergrond van het onderzoek
Er zijn in 2002 wereldwijd ongeveer 1.150.000 gevallen van borstkanker
gerapporteerd waarvan 411.000 met dodelijke afloop. In geval van metastasen bij
borstkanker ontwikkelen zich in 75% botmetastasen. Meer dan 50% van de
borstkankerpatiënten met botmetastasen vertonen pathologische botbreuken. Naast
systemische antineoplastische behandeling, is er voornamelijk radiotherapie
voor de botten om de botmetastasen onder controle te houden. Andere veel
gebruikte pijnbestrijdende behandelingen van botmetastasen zijn de
bisfosfonaten, waarvan in klinische onderzoeken reduktie van skeletgerelateerde
bijverschijnselen, botpijn en verhoogd calcium in het bloed bij patiënten met
botmetastasen is aangetoond. Terwijl het is vastgesteld dat deze goede
inhibitors van botresorptie zijn, is het nu duidelijk dat, meer dan de
physicochemische eigenschappen, hun anti-resorptie aktiviteit huist in hun
mogelijkheid om osteoclast aktiviteiten te remmen. Er is eerder klinische
ervaring met Denosumab bij de preventie van osteoporose en kanker gerelateerde
botafwijkingen.
Doel van het onderzoek
Vaststellen of de werking van Denosumab niet minder is dan die van zoledronine
zuur met betrekking tot het eerste optreden van een botgerelateerd
bijverschijnsel gedurende de studie bij patiënten met gevorderde borstkanker en
bot metastasen.
Onderzoeksopzet
Ongeveer 1690 proefpersonen krijgen in de verhouding 1:1 :
* Een onderhuidse injectie met denosumab dosis 120 mg elke 4 weken en
een intraveneuze toediening van zoledronine zuur-placebo van minimaal 15
minuten inlooptijd elke 4 weken,
of
* Een onderhuidse injectie met denosumab placebo en een intraveneus infuus met
zoledronine zuur dosis 4 mg (met aangepaste dosis bij proefpersonen met een
baselijn createnine klaring van < 60 ml/min).
totdat ongeveer 745 proefpersonen tijdens het onderzoek ten minste één
botgerelateerd bijverschijnsel (Skeletal Related Event / SRE) hebben gehad en
de primaire efficientie en veiligheid analyses zijn voltooid.
SRE is als volgt gedefiniëerd: een pathologische botbreuk, radiotherapie voor
het skelet, botoperatie of inzakken van de wervelkolom.
Het wordt ten zeerste aangeraden dat alle proefpersonen dagelijks calcium (500
mg) en vitamine D (400 IU) toegediend krijgen, tenzij een hypercalcemie bekend
is.
Mocht Denosumab een gunstig baten:risico profiel hebben in vergelijking met
Zometa dan worden alle patiënten die tot op dat moment elke 4 weken het
ziekenhuis hebben bezocht, in de gelegenheid gesteld om open-label Denosumab in
een dosis van 120mg (onderhuids) toegediend krijgen voor maximaal 2 jaar of
totdat het product commercieel verkrijgbaar is. Mocht het baten:risico profiel
niet gunstig zijn, dan worden alle patiënten voor overleving gevolgd gedurende
2 jaar na de laatste dosis geblindeerde studiemedicatie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
IV injecties (Zometa of placebo): elke 4 weken, Onderhuidse injecties: Denosumab of placebo: elke 4 weken, Röntgen foto's van het totale skelet : iedere 12 weken, Bloedafname bij screening en elke 4 weken. Zie ook het protocol versie 30 april 2008 p. 80-82. In open-label fase: Onderhuidse injecties Denosumab elke 4 weken, bloedafname elke 4 weken gedurende de eerste 3 maanden, vervolgens elke 12 weken. Zie ook protocol versie 30 april 2008 p. 83.
Inschatting van belasting en risico
Er kunnen allergische reacties op de injecties en de infusen optreden.
Bloedafname kan blauwe plekken en pijn veroorzaken en er is een geringe
blootstelling aan straling tijdens de röntgenfoto's van het skelet.
Gerapporteerde bijwerkingen in verschillende populaties van Denosumab zijn:
hoofdpijn, rugpijn, gewrichtspijn, neusverstopping, misselijkheid, verstopping
van de bovenste luchtwegen, moeheid, spierstijfheid, botpijn, zwakte,
obstipatie, verlaagde calcium spiegels (kan leiden tot een tintelend gevoel of
spierkramp.
Ook kan het lichaam antilichamen tegen Denosumab gaan vormen, dit is een enkele
keer voorgekomen maar geen significante effecten zijn hierbij gerapporteerd.
Een derde van de met zoledroninezuur behandelde patiënten heeft melding gemaakt
van hoofdpijn en een griepachtig syndroom bestaande uit koorts, vermoeidheid,
zwakte, slaperigheid, koude rillingen en bot-, gewrichts- en/of spierpijn. In
de meeste gevallen is geen specifieke behandeling vereist en verdwijnen de
symptomen na een paar uur of dagen. In zeer zeldzame gevallen is melding
gemaakt van ernstige bot-, gewrichts- en/of spierpijn, waardoor mensen
incidenteel uit de roulatie waren. Pijn in de mond, het gebit en/of de kaak,
zweren in de mond of andere symptomen m.b.t. de mond kunnen bij sommige
patiënten onder kankerbehandeling optreden.
Het voordeel voor patienten is dat alle patiënten een actieve stof krijgen.
Ze worden allemaal behandeld met een medicijn dat effectief is in het vertragen
of voorkomen van SREs in patienten met gevorderde borstkanker.
Publiek
One Amgen Center Drive, Thousand Oaks, CA
CA 91320
US
Wetenschappelijk
One Amgen Center Drive, Thousand Oaks, CA
CA 91320
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Inclusie Criteria:
* volwassenen (inclusief mannen) met histologische of cytologische vastgestelde borst kanker
* huidig of eerder bewijs van tenminste 1 botmetastase, vastgesteld door radiografie (b.v. röntgen foto, computer tomografie [CT], of magnetic resonance imaging [MRI]).
* Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG) performance status van 0, 1, or 2
* Orgaan functies die aan de volgende criteria voldoen:
* serum aspartate aminotransferase (AST) minder of gelijk aan 5 x de hoogste normaal waarde(ULN)
* serum alanine aminotransferase (ALT) minder of gelijk aan 5 x de hoogste normaalwaarde (ULN)
* serum totaal bilirubine minder of gelijk aan 2 x de hoogste normaalwaarde (ULN)
* creatinine clearance (Cockcroft-Gault) groter of gelijk aan 30 mL/min
* albumin-adjusted serum calcium groter of gelijk aan 2.0 mmol/L (8.0 mg/dL) en groter of gelijk aan 2.9 mmol/L (11.5 mg/dL)
* De correcte versie van de Patiënteninformatie en Consent form getekend hebben, alvorens een onderzoeksprocedure wordt uitgevoerd.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusion Criteria:
* Huidig of eerdere Intravenueze toediening van bisofosfonaat
* Huidig of eerdere inname per os van bisofosfonaten voor de behandeling van botmetastasen
* geplande radio therapie of bot operatie
* eerdere toediening van denosumab
* bekende hersen metastasen
* levensverwachting van minder dan 6 maanden
* eerdere geschiedenis of huidig bewijs van botnecrose/botontsteking van de kaak
* huidige gebits- of kaaktoestand waarvoor een operatie nodig is.
* niet genezen gebit / mondoperatie.
* geplande gebitsprocedures gedurende het onderzoek waarbij het weefsel beschadigd wordt door injectienaalden of mesjes.
* bewijs van een van de volgende condities verstrekt door het rapporteren door subjects zelf of doorkijken van de medische rapporten:
* eerdere malignancies (andere dan borst kanker, basaal cel carcinoom of baarmoederhalskanker) actief binnen 3 jaar voor randomizatie
* vastgestelde hiv infectie
* actieve infectie met Hepatitis B virus of Hepatitis C virus
* elke orgaan of psychiatrische afwijking, die, naar de mening van de onderzoeker, het subject tegenhoudt om het onderzoek af te maken of de interpretatie van de studie resultaten zou beinvloeden
* 30 dagen of minder sinds het ontvangen van een onderzoeksmiddel of instrument (b.v. nog niet goedgekeurd om voor te schrijven) in een andere klinisch onderzoek.
* subject in de vruchtbare leeftijd die het niet eens zijn om effectieve anti-conceptie middelen te gebruiken (zoals vastgesteld door de eerste onderzoeker of plaatsvervangend onderzoeker)
* bekende gevoeligheid tegen een van de middelen die tijdens het onderzoek toegediend worden (b.v., zoledroninezuur, middelen uit mammalian, calcium of vitamine D)
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2006-000339-93-NL |
CCMO | NL11609.098.06 |