Het doel van de studie is het onderzoeken van een causale relatie tussen verwachtingen over het effect dat eten heeft op de stemming, veranderingen in de stemming en voedselinname. Als er inderdaad een causale relatie bestaat dan moeten…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Eetstoornissen en -afwijkingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Aantal geconsumeerde calorieën tijdens de smaaktest
Secundaire uitkomstmaten
Veranderingen in stemming gedurende de stemmingsinductie en de smaaktest
Achtergrond van het onderzoek
Het eetgedrag bij mensen met een eetbuistoornis (binge eating disorder, BED)
wordt beïnvloed door een negatieve stemming. Er bestaat een relatie tussen
emotionele verstoringen en eetbuien (Grilo & Shiffman, 1994). In onze vorige
experiment (Dingemans, Martijn, Jansen, & van Furth, 2007) hebben we de rol van
negatieve emoties op het eetgedrag onderzocht in een groep van 66 vrouwen met
BED. Tijdens een negatieve stemmingsinductie werd de stemming somberder en in
de daaropvolgende smakentest werd de stemming weer beter (beginniveau). We
veronderstelden dat men overeten zou kunnen dienen als een middel om de
negatieve stemming te verbeteren of verzachten. Eten dient als een
onmiddellijke affectregulatie zoals Tice e.a. ook veronderstelden in hun
experimenten (Tice, Bratslavsky, & Baumeister, 2001). Andere studies vonden ook
bewijs voor het feit dat eetbuien (tijdelijk) de negatieve emoties verminderen
(Deaver, Meidinger, Crosby, Miltenberger, & Smyth, 2003). Negatief affect
verandert tijdens een eetbui. Eten geeft een beter gevoel en/of maakt de
negatieve emoties minder intensief (Heatherton & Baumeister, 1991; McManus &
Waller, 1995; Stice, 1998). Sombere mensen gaan zich vaak te buiten aan vette
snacks omdat zij geloven dat eten hun stemming repareert
(Tice et al., 2001). Gedrag, met name continue pogingen tot zelf-beheersing,
worden sterk geleid door verwachtingen en cognities over hoe zelf-beheersing
werkt (Martijn, Tenbult, Merckelbach, Dreezens, & de Vries, 2002). Mensen
hebben de neiging om hun zelfbeheersing op te geven omdat ze prioriteit geven
aan affectregulatie. Je zou kunnen veronderstellen dat mensen verwachten dat
(vet) voedsel hun stemming zal verbeteren. In reclames van de voedselindustrie
wordt er vaak een relatie gelegd tussen voedsel en stemming. Een voorbeeld is
de recent gelanceerde campagne van Mars waarin de naam op de wikkel tijdelijk
is vervangen door de woorden 'happy', 'love' en 'feel good'. Herhaalde
blootstelling van dit soort boodschappen via bijvoorbeeld reclames kan de
verwachtingen van mensen ten aanzien van voedsel en stemming beïnvloeden. De
verwachtingen-leertheorie (Smith, Simmons, Flory, Annus, & Hill, 2007) stelt
dat iemand verwachtingen ten aanzien van bepaalde bedragingen vormt in de loop
van het leven. Deze verwachtingen beïnvloeden toekomstige keuzes die iemand
maakt. De verwachtingen die iemand heeft over de consequenties die bepaalde
gedragingen kunnen hebben zijn een optelsom van iemands leergeschiedenis. Dit
zijn de cognitieve mechanismen waardoor kennis leidt tot erop volgend gedrag.
De verwachting dat eten helpt om negatief affect te verminderen, kan
verergeringen in eetbuien voorspellen (Stice, 2001). Eetbuien zijn het gevolg
van extreme verwachtingen (Smith et al., 2007). Bulilimische patiënten hebben
bijvoorbeeld hogere verwachtingen dat eten hun negtaive affect zal verminderen
dan patiënten met anorexia nervosa of gezonde controle personen (Hohlstein,
Smith, & Atlas, 1998) (Smith et al., 2007).
De resultaten van onze vorige experimentele studie lieten zijn dat er een
positieve relatie is tussen depressieve symptomen en calorische inname na een
negatieve stemmingsinductie. Mensne met BED die ernstig depressief waren aten
meer calorieën dan mensen met BED die geen of milde depressieve symptomen
hadden. Ook bleek dat ernstig depressieve mensen met BED die somberder werden
tijdens het kijken van het filmfragmentje ook meer aten tijdens de
daaropvolgende smaaktest. De resultaten van deze studie impliceerden alleen dat
er een positieve correlatie is tussen stemmingsveranderingen en calorische
inname. Men kan veronderstelleln dat patiënten met BED eetbuien hebben omdat
zij verwachten dat hoog calorisch voedsel hun stemming zal verbeteren.
Doel van het onderzoek
Het doel van de studie is het onderzoeken van een causale relatie tussen
verwachtingen over het effect dat eten heeft op de stemming, veranderingen in
de stemming en voedselinname. Als er inderdaad een causale relatie bestaat dan
moeten veranderingen in verwachtingen die mensen hebben leiden tot
veranderingen in calorie inname. Ook verwachten we dat patiënten met BED meer
zullen eten na een negatieve stemmingsinductie dan na een positieve
stemmingsinductie.
Onderzoeksopzet
De causale relatie tussen verwachtingen over het effect dat eten heeft op de
stemming, veranderingen in de stemming en voedselinname zal dus getest worden
in een 2 (voedsel-stemming reparatie: verwachting bevestigd versus verwachting
ontkrachtend) bij 2 (Stemmingsinduction: positief versus negatief)
between-subjects design.
80 patiënten met BED worden door het lot verdeeld over 4 condities:
1. Een conditie waarin de verwachtingen dat eten een negatieve stemming helpt
verminderen, wordt bevestigd. Gevolgd door een negatieve stemmingsinductie.
2. Een conditie waarin de verwachtingen dat eten een negatieve stemming helpt
verminderen, wordt ontkracht. Gevolgd door een negatieve stemmingsinductie.
3. Een conditie waarin de verwachtingen dat eten een negatieve stemming helpt
verminderen, wordt bevestigd. Gevolgd door een positieve stemmingsinductie.
4. Een conditie waarin de verwachtingen dat eten een negatieve stemming helpt
verminderen, wordt ontkracht. Gevolgd door een postieve stemmingsinductie.
Inschatting van belasting en risico
niet van toepassing
Publiek
Veursestraatweg 185
2264 EG Leidschendam
Nederland
Wetenschappelijk
Veursestraatweg 185
2264 EG Leidschendam
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Primaire diagnose Eetbuistoornis
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Zelf opgewekt braken, misbruik van laxeermiddelenn , diuretica, klysma's, dieetpillen, vasten of overmatig bewegen in de afgelopen 24 weken
- Zwanger (zelfrapportage)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL20138.097.07 |