Het eerste doel van het huidige onderzoek is de korte termijn effectiviteit na te gaan van individuele cognitieve gedragstherapie op de kwaliteit van leven, de aan ziekte gerelateerde cognities en attitudes bij een steekproef van patiënten met…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Maagdarmstelselaandoeningen NEG
Synoniemen aandoening
Aandoening
geringe kwaliteit van leven, angst en depressie klachten
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Metingen
Sociodemografische en klinische gegevens
Sociodemografische gegevens (o.a. leeftijd, geslacht, werk, opleidingsniveau,
burgelijke staat, ethniciteit, behandelcentrum) en klinische gegevens
betreffende psychische stoornissen (SCID I).
Klinische gegevens worden verzameld door de behandelend specialist en behelzen
soort ziekte (morbus Crohn, colitis ulcerosa), ziekte activiteit, het jaar van
diagnose, al dan niet stoma aanwezig en comorbiditeit.
De gegevens over ziekteactiviteit zullen per patient bij ieder polibezoek
geregistreerd worden in een electronische data base. Dit wordt standaard
gebruikt in het zogenaamde "Parelsnoerproject". Daartoe zullen ziektespecifieke
vragenlijsten gebruikt worden; de Harvey Bardshaw Index (HBI) bij patienten met
de ziekte van Crohn en de Modified Truelove and Witts Severity Index (MTWSI)
bij patienten met colitis ulcerosa.
Uitkomst maten
Primaire uitkomstmaat. The Inflammatory Bowel Disease Questionnaire (IBD-Q) zal
worden gebruikt als primaire uitkomst maat van de interventie. Het is een
ziektespecifieke vragenlijst die kwaliteit van leven meet. De schaal bestaat
uit 32 vragen verdeeld over vier subschalen die resp. darmklachten (e.g.
diarree, darmkrampen) , algemene symptomen (moeheid, slaapproblemen),
emotioneel functioneren (geïrriteerdheid, boosheid, depressie) en sociaal
functioneren (beperkte activiteit op het gebied van opleiding, werk, sociale
contacten) meten. De antwoorden worden gegeven op een 7-punts schaal met score
van 1 voor ernstige problemen 7 voor geen problemen.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaten.
De MOS SF-36 is een uit 36 items bestaande vragenlijst die de generieke
gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven of gezondheidstatus vaststelt. De
items kunnen geaggregeerd worden in een algemene fysieke componentscore en een
algemene mentale componentscore, die gebruikt zullen worden als
uitkomstvariabelen.
De Illness Perception Questionnaire-Revised (IPQ-R) stelt ziekte gerelateerde
cognities vast. De 48 items meten 7 dimensies: tijdsverloop acuut/chronisch,
tijdsverloop cycli, consequenties, persoonlijke controle, behandelingscontrole,
emotionele representaties en ziekte coherentie.
De uit 40 items bestaande vragenlijst Dysfunctione Attitude Scale (DAS) meet
dysfunctionele attitudes, waaronder excessieve en rigide ideeen. Alle standaard
zelfrapportagevragenlijsten voldoen aan de volgende selectie criteria. Ze zijn:
(a) relatief kort, (b) dekken de beoogde domeinen in zijn gehele breedte, (c)
worden veel gebruikt en (d) zijn betrouwbaar en valide.
The Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS; Zigmund et al., 1983;
Spinhoven et al., 1997) meet de mogelijke aanwezigheid van angst en depressie
klachten. The HAD Scale is een goed gevalideerd en betrouwbaar instrument voor
gebruik bij somatisch zieke patienten. Deze vragenlijst bestaat uit twee
subschalen. De eerste meet depressieve klachten (7 items) en de tweede angst
klachten (7 items).
Zigmond AS, Snaith RP. The hospital anxiety and depression scale. Acta
Psychiatr.Scand. 1983;67:361-70.
Spinhoven P, Ormel J, Sloekers PP, Kempen GI, Speckens AE, Van Hemert AM. A
validation study of the Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS) in
different groups of Dutch subjects. Psychol.Med. 1997;27:363-70.
The Utrechtse Coping Lijst (UCL) (Schreurs et al.,1984; 1988) is een valide en
betrouwbare vragenlijst die manier van coping meet in probleemsituaties. De
subschalen *depressief reactie patroon' (7 items) en 'vermijding' (8 items)
zullen gebruikt worden. Een 4-punt antwoordschaal wordt gebruikt.
Schreurs PJG, Tellegen B, Willige van de G. Gezondheid, stress en coping: de
ontwikkeling van de Utrechtse Coping Lijst. Gedrag: Tijdschr Psychol 1984; 12:
101-117.
Schreurs PJG, Willige G. Omgaan Met Problemen en Gebeurtenissen: De Utrechtse
Copoinglijst (UCL). Lisse: Swets & Zeitlinger, 1988.
De CES-D (The Centre for Epidemiologic Studies Depression Scale) is een korte
zelfbeoordelingsvragenlijst die is ontwikkeld om depressieve symptomen vast te
stellen in de algemene bevolking. Het is een betrouwbaar, valide en bruikbaar
instrument bij epidemiologische studies van depressie.
Radloff LS (1977). The CES D Scale: a self report depression scale for research
in the general population. Appl. Psychol Measure 3: 385-401
Achtergrond van het onderzoek
Personen met inflammatoire darmziekten (ziekte van Crohn en colitis ulcerosa)
ervaren een verminderde kwaliteit van leven en een verhoogde psychische stress
in vergelijking met gezonde mensen. Deze verlaagde kwaliteit van leven kan een
terugval en opvlamming van de ziekte teweegbrengen. Recent onderzoek suggereert
dat verhoogde psychische stress gepaard gaat met aan ziekte gerelateerde
cognities en onderliggende attitudes. Cognitieve gedragstherapie (CGT) is de
beste op empirische evidentie gebaseerde behandeling om verminderde kwaliteit
van leven en psychische stress aan te pakken. Deze therapie beoogt
dysfunctionele cognities en attitudes te identificeren en te veranderen. Zij
biedt een duidelijk interventieprotocol dat ook effectief is gebleken bij de
behandeling van psychosociale problemen bij patiënten met andere chronische
ziektes. Een recent exploratief, niet gecontoleerd onderzoek heeft aangetoond
dat cognitieve gedragstherapie psychische stress vermindert bij mensen met
inflammatoire darmziekten. Deze resultaten rechtvaardigen verdergaand onderzoek
naar het effect van cognitieve gedragstherapie bij deze patiëntengroep.
Als deze nieuwe op inflammatoire darmziekte toegespitste cognitieve
gedragstherapie effectief blijkt te zijn, is dit behandelprotocol mogelijk ook
toepasbaar bij patiënten met andere gastro-enterologische aandoeningen. Door de
kwaliteit van leven van deze patiëntengroep te verbeteren, zal hun fysieke
gezondheid mogelijk positief beïnvloed worden en hun medisch zorggebruik
verminderen.
Doel van het onderzoek
Het eerste doel van het huidige onderzoek is de korte termijn effectiviteit na
te gaan van individuele cognitieve gedragstherapie op de kwaliteit van leven,
de aan ziekte gerelateerde cognities en attitudes bij een steekproef van
patiënten met inflammatoire darmziekten.
Het tweede doel is de mate te na te gaan waarin veranderingen in kwaliteit van
leven gemedieerd worden door verbeteringen in cognities en attitudes.
Het derde doel is de onderzoekspopulatie te beschrijven in termen van
psychiatische stoornissen en de gehanteerde copingsstijlen.
De eerste hypothese stelt dat cognitieve gedragstherapie de kwaliteit van leven
verbetert en ziekte gerelateerde cognities en attitudes realistischer maakt bij
IBD patienten.
De tweede hypothese stelt dat verbeteringen in kwaliteit van leven gemedieerd
worden door veranderingen in ziekte gerelateerde cognities en attitudes bij IBD
patienten.
Onderzoeksopzet
Condities
Het huidige onderzoek is een multi-center gerandomniseerde klinische trial.
Alle poli-klinische patienten uit het Academisch Medisch Centrum (AMC), het
Universitair Medisch Centrum Nijmegen (UMC St Radboud) en het Leids
Universitair Medisch Centrum (LUMC) worden in het kader van de reguliere
behandeling gevraagd de SF-36 in te vullen. Patienten met een cut-off score van
23 of lager op de mentale gezondheids subschaal van de SF 36 en die voldoen aan
de andere inclusiecriteria, worden uitgenodigd om deel te nemen aan het
onderzoek. In ieder centrum worden de patiënten vervolgens aselect toegewezen
aan een van beide condities: de cognitief gedragstherapeutische behandeling die
onmiddellijk plaatsvindt of een wachtlijst controle groep. Randomnisatie zal
worden gecontroleerd voor leeftijd en geslacht en zal uitgevoerd worden door de
Afdeling Klinische Epidemiologie en Biostatica van het AMC. Patienten die
toegewezen zijn aan de wachtlijst controle conditie zullen drie en een halve
maand wachten voordat zij een cognitief gedragstherapeutische behandeling
krijgen. Deze periode komt overeen met de duur van de interventie en de follow
up meting.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Interventie CGT De cognitieve gedragstherapie interventie bestaat uit 8 wekelijkse sessies van een uur. Deze interventie zal uitgevoerd worden door geregistreerde psychotherapeuten, gespecialiseerd in de cognitieve gedragstherapie. De eerste sessie zal zich richten op de rationale van cognitieve gedragstherapie, dwz de invloed van (irrationele of dysfunctionele) cognities en attitudes op (negatieve) gevoelens en gedrag. Vervolgens zullen er doelen gesteld worden. Deze therapiedoelen zijn uniek voor iedere patient. De hierna volgende sessies (2-6) zullen besteed worden aan het identificeren en uitdagen van irrationele cognities en attitudes gerelateerd aan IBD. Elke sessie behandelt deze zogenaamde ziekte specifieke cognities. Patienten zullen geleerd worden deze dysfunctionele gedachten en attitudes te vervangen door meer rationele cognities en wenselijke attitudes. Na iedere sessie krijgt de patient huiswerk (vb. beschrijf een negatieve ervaring, de bijbehorende cognitie, het gevoel en het gedrag). Sommige negatieve cognities blijken realistisch te zijn en geven de grenzen van het hebben van IBD aan. In de laatste twee sessies worden de nieuw aangeleerde cognities en attitudes geconsolideerd.
Inschatting van belasting en risico
Lasten.
Over het algemeen zijn er geen risico's geassocieerd met het beschreven
onderzoek. Omdat er geen indicatie laat staan bewijs is dat de interventie
schadelijk zou kunnen zijn voor patienten, verwachten we geen vroegtijdige
beeindiging van de studie. Uiteraard heeft de patient op elk gewenst moment het
recht zich terug te trekken uit de studie.
Een last zou kunnen zijn dat participanten uit de wachtlijstcontrole conditie
moeten wachten (3,5 maand) op de cognitieve gedragstherapie. Een tweede last
zou kunnen zijn dat van participanten verwacht wordt dat zij de
behandelingshandleiding, inclusief 8 sessies en aanvullende thuis opdrachten,
volgen.
Opbrengsten.
Het belangrijkste profijt van het onderzoek is dat cognitieve gedragstherapie
de kwaliteit van leven bij IBD patienten vergroot. Cognitieve gedragstherapie
zorgt niet alleen voor een verbetering in het psychologisch welzijn van
patienten met IBD, maar ook in de fysieke gezondheid. Er is een dringende
behoefte aan het vergroten van de kwaliteit van leven bij patienten met IBD.
Een verminderde kwaliteit van leven is niet alleen een consequentie van de
ziekte, maar zou ook een causale factor kunnen zijn. Het zou een hogere mate
van symtoomernst, het vaker rapporteren van onverklaarde symptomen en een
lagere therapietrouw kunnen veroorzaken.
Het gestructureerde programma (gedetailleerde sessies aan de hand van een
sessiehandleiding) zal geschikt zijn voor het snel instrueren en trainen van de
professionals (psychotherapeuten). Wanneer effectief bevonden, kan een nieuw
cognitive gedragstherapie protocol worden aangeboden aan patienten met IBD of
andere gastoenterologische ziekten in Nederland.
Publiek
Meibergdreef 9
1100 DD Amsterdam
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
1100 DD Amsterdam
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Inclusie criteria zijn: 1) de diagnose ziekte van Crohn of colitis ulcerosa; 2) leeftijd boven de 18 jaar; 3) een score van 23 of lager op de schaal van mentale gezondheid van de Kwaliteit van Leven Vragenlijst (SF-36); 4) Fysiek en mentaal in staat om 8 wekelijkse cognitieve therapie sessies te volgen; 5) bereid om schriftelijk toestemming voor deelname te geven (informed consent) en 6) voldoende beheersing van de Nederlandse taal
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusie criteria zijn: 1) psychiatrische stoornis die de cognitieve gedragstherapeutische behandeling kunnen verstoren (bv. psychose) en 2) gelijktijdig lopende psychotherapeutische behandeling.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL22948.018.08 |