Het doel van het onderzoek is via een veldstudie na te gaan of dynamische verlichting toegepast in een woonzorg omgeving voor ouderen met PG problematiek kwaliteitsverbetering in de woon- en dienstverlening kan opleveren.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
verstoord dag-nachtritme
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- verschuiving in dag-nachtritme
- verschuiving in activiteitenniveau in de nacht en overdag
- aantal slaapperioden per dag
- psychopathologisch functioneren
Secundaire uitkomstmaten
- verbetering van kwaliteit van leven
Achtergrond van het onderzoek
Eén van de omgevingsfactoren die van grote invloed is op het functioneren van
mensen is het licht. Onder invloed van daglicht ontwikkelen mensen een bepaald
dag-nachtritme. De biologische klok is gelegen in de suprachiasmatische nuclei
(SCN) in onze hersenen. Impulsen afkomstig uit lichtgevoelige retinale
ganglioncellen in het oog zorgen voor het instellen van de biologische klok
door de SCN. De lichtsterkte die nodig is voor het synchroniseren van de
biologische klok, met name blauwachtig licht, is aanzienlijk hoger dan nodig is
voor goed zien. Bij het toenemen van de leeftijd treden er veranderingen in de
fysiologie van het oog op. De afname van het gezichtsveld en de
gezichtsscherpte als ook het minder transparant worden van de ooglens zijn
kenmerkende veranderingen. Bij ouderen geldt dat activiteiten die voorheen
onder allerlei omstandigheden konden worden uitgevoerd een hogere
lichtintensiteit vergen. Ouderen zien minder het blauwachtig licht dat zorgt
voor de sturing van een aantal biologische processen in het lichaam. Dit heeft
een directe relatie met het feit dat veel ouderen een verstoord dag-nachtritme
vertonen. Verstoringen in het dag-nachtritme, zijn van invloed op het
functioneren van mensen en op het door hen ondervonden welbevinden. Een
verstoord dag- en nachtritme leidt tot gedragsveranderingen, de mate waarin zal
van persoon tot persoon verschillend zijn. In een recente publicatie is
aangetoond dat licht een bevorderend effect heeft op de verbetering van enkele
cognitieve en niet-cognitieve symptomen bij dementie (Riemersma van der Lek et
al 2008, Schoutens en van Hoof 2007). Wanneer het dag-nachtritme verbetert kan
de kwaliteit van leven verbeteren doordat sociale interacties beter verlopen,
de persoon minder prikkelbaar wordt en de omgeving meer voorspelbaar reageert.
Dankzij technologische ontwikkeling is het haalbaar geworden om verbeterde
verlichtingsniveaus te realiseren. Daarmee kunnen lichtintensiteiten worden
gehaald die qua effect het niveau van natuurlijk licht kunnen bereiken. Tevens
kan deze verlichting in de loop van de tijd variabel worden ingezet. Met behulp
van deze gestuurde verlichtingsniveaus wordt het mogelijk om gerichte
veranderingen in verlichtingniveaus te organiseren. Dit principe van dynamische
verlichting biedt wellicht toepassingsmogelijkheden bij het realiseren van een
geschikte woon- en zorgomgeving voor ouderen. De toepassing van dynamische
verlichting maakt het mogelijk om op specifieke momenten in de dag een
verlichtingsniveau aan te bieden dat ondersteunend is aan de taakuitvoering;
een hoog verlichtingsniveau bij het uitvoeren van activiteiten (variabel van
1000 tot 1400 lux, te vergelijken met een licht bewolkte dag waargenomen in de
buitenlucht) afgewisseld met een laag verlichtingsniveau (300 lux, te
vergelijken met zwaar bewolkte dag eveneens waargenomen in de buitenlucht)
tijdens de rust periodes. Het aanbrengen van dynamische verlichting is - mede
gezien de hoge verlichtingsniveaus een forse ingreep op de omgeving. Het
voordeel van dynamische verlichting zou kunnen zijn dat de biologische effecten
wellicht ook bereikt kunnen worden wanneer de hoge lichtniveaus aangeboden
kunnen worden in een patroon dat gekoppeld is met een *natuurlijk* verloop van
de dagelijkse activiteiten. Dit wil zeggen veel licht als mensen actief willen
zijn, weinig licht als een rustperiode optreedt. Het opdoen van deze ervaring
in de praktijk via het voorgestelde toepassingsgerichte onderzoek is nodig om
te bezien of die omstandigheden ook realiseerbaar zijn. Deze hogere
verlichtingsniveaus hebben niet alleen een effect op de bewoners maar tevens op
medewerkers en vrijwilligers die in die omgeving verblijven c.q. werkzaam zijn.
Door een veldstudie uit te voeren in de winter en vroeg in het voorjaar zijn de
effecten van een natuurlijke buitenverlichting in mindere mate aanwezig en kan
een meer betrouwbare indruk gekregen worden van de effecten van de toegevoegde
dynamische verlichting.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is via een veldstudie na te gaan of dynamische
verlichting toegepast in een woonzorg omgeving voor ouderen met PG problematiek
kwaliteitsverbetering in de woon- en dienstverlening kan opleveren.
Onderzoeksopzet
In deze veldstudie wordt een tweetal groepen cliënten betrokken van
verpleeghuis *stichting Vivre lokatie Klevarie* te Maastricht. Groep A is de
interventiegroep en bestaat uit 10 PG bewoners (zorgzwaartepakket [ZZP] 5 of 7)
van afdeling Aqua die ondersteund worden met dynamische verlichting. De
dynamische verlichting wordt aangebracht in 1 van drie gemeenschappelijke
woonkamers van de bewonersgroep. Groep B is de controlegroep zonder dynamische
verlichting en bestaat uit 10 PG bewoners (ZZP5 of7) van afdeling Sonne. In
zowel de controlegroep als de interventiegroep vindt continue
activiteitenregistratie plaats en wordt vier keer gedurende het onderzoek het
psychopathologisch functioneren gemeten. De activiteitenregistratie wordt
verricht door analyse van gegevens die worden verzameld via het dragen van
polsbanden waarin sensoren zitten die de bewegingsregistratie mogelijk maken.
De vragenlijst NPI-NH wordt gebruikt om het psychopathologisch functioneren na
te gaan.
In december (voor de 15e) wordt de apparatuur van dynamische verlichting en
actimetrie opgehangen. Na verkrijgen van toestemming door het METC worden de
bewoners geïnformeerd en op basis van de van hen gekregen toestemming worden de
groepen (A en B) geformeerd. Na T=0 (begin januari) worden de bewoners over de
verschillende woonkamers verdeeld en de polsbandjes aangebracht, zonder dat er
dynamische verlichting wordt aangeboden. Deze prepilot periode (1 maand) is
bedoeld als gewenningsperiode voor de nieuwe groepssamenstelling en het dragen
van het polsbandje. Aan het eind van deze periode is de nulmeting (T1) voor
activiteit en psychopathologisch functioneren. Na deze periode wordt bij groep
A de dynamische verlichting volgens verlichtingsschema 1 aangeboden. Op basis
van de ervaringen gedurende deze periode wordt besloten om door te gaan met het
project of om te stoppen. Bij voortzetting wordt verlichtingsschema 2
aangeboden gedurende de volgende 1,5 maand. In deze drie maanden vindt de
effectmeting plaats (T1 t/m T3). De vragenlijst NPI-NH wordt afgenomen voor de
prepilot (T0), aan het begin van de pilot (T1), na verlichtingsschema 1 (T2) en
na verlichtingsschema 2 (T3) (zie bijlage F). Zowel de activiteitenregistratie
evenals het psychopathologisch functioneren van bewoners worden vergeleken met
de nulmeting (T1). De effecten van dynamische verlichting worden onderzocht
gedurende een periode van vier maanden. De vergelijking van het effect van de
interventie vindt enerzijds plaats door op individueel en op groepsniveau het
beloop van het activiteitenpatroon en het psychopathologisch functioneren van
de bewoners over de tijd te bezien. Verder wordt gebruikt gemaakt van gegevens
die regulier al verzameld worden binnen het verpleeghuis.
De uitkomst maten van deze studie zullen in kwalitatief en kwantitatief van
aard zijn. Een statistische analyse van de gegevens zal worden uitgevoerd, maar
deze zal gezien de beschikbare omvang van de groepen wellicht niet leiden tot
een significante verschillen. Desondanks wordt deze studie uitgevoerd om zo na
te gaan in hoeverre het doen van investeringen in een ander verlichtingsniveau
leidt tot acceptatie bij cliënten en medewerkers.
Onderzoeksproduct en/of interventie
aanbrengen van dynamisch licht in de gemeenschappelijke woonkamer op de afdeling Aqua aanpassen van het verlichtingsniveau (intensiteit, kleur) op basis van een vastgesteld protocol. Bij de opstelling daarvan is rekening gehouden met het reguliere activiteitenniveau.
Inschatting van belasting en risico
- beinvloeding van de leefomgeving met dynamisch licht kan als belastend
ondervonden worden
- het dragen van een polsunit ten behoeve van de activiteitenregistratie kan
als belastend ervaren worden
Publiek
polvertoren 4
6211 LX Maastricht
Nederland
Wetenschappelijk
polvertoren 4
6211 LX Maastricht
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
diagnose psychogeriatrische aandoening
wonend binnen Klevarie met Zorgzwaarte pakket ZZP 5 of 7
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
diagnose is gesteld voor 70e levensjaar
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL24421.022.08 |