Het doel is om in een klein pilotonderzoek te verkennen of twee standaardbehandelingen voor PTSS, te weten exposuretherapie en EMDR, effectief zijn de behandeling van PTSS bij patienten met een psychotische kwetsbaarheid?
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
Synoniemen aandoening
Aandoening
posttraumatische stresstoornis
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
posttraumatische stressklachten
psychotische klachten
* PTSS- klachten : PTSS-klachtenschaal (Nederlandse bewerking van de ptsd
Symptom Scale - Self-Report (psssr; Foa e.a. 1993).
* psychotische klachten ( PSYRATS, Haddock, 1994, vert. De Hert et al, 1996),
om het vóórkomen en de actuele invloed van hallucinaties en wanen te meten.
Secundaire uitkomstmaten
denkstijl
algemeen nivo van dagelijks functioneren
medikatiegebruik
GGZ-zorggebruik (medikatie, crises, opnames)
* psychosegerelateerde denkstijlen, (Oxford-Liverpool Inventory of Feelings
and Experiences (O-LIFE), Mason, 1995, 2006). Deze lijst brengt van
proefpersonen de denkvormen in kaart , die binnen het psychotische spectrum
vallen maar die ook in de normale populatie voorkomen. Domeinen: Ongewone
Ervaringen, Cognitieve Disorganisatie, Introverte Anhedonie en Impulsieve
Nonconformiteitnaar belasting door de behandeling buiten en binnen sessies,
naar sociale aktiviteit,
* algemeen functioneren, middels de Outcome Questionairre (OQ-45.2, Lambert &
Burlinganme, 2001). De OQ is een korte vragenlijst voor het meten van
psychische klachten, het interpersoonlijk functioneren en het functioneren in
de maatschappelijke rol.
* algemeen functioneren midels de The Social Functioning Scale (SFS),
oorspronkelijk van Birchwood et al. (1990). De schaal meet het sociaal
functioneren van patiënten met ernstige psychosen zoals schizofrenie op een
zevental subdomeinen: Terugtrekking/sociale betrokkenheid, interpersoonlijke
communicatie, uitvoering respectievelijk competentie in zelfstandigheid,
recreatie en sociaal verkeer.
* medikatieveranderingen
* optreden van een of meer psychiatrische crises waarvoor interventie nodig
is.
* het optreden van een of meer opnames tijdens het onderzoek.
Achtergrond van het onderzoek
uit onderzoek naar behandeling van PTSS is gebleken dat behandeling ook
effectief is, bij doelgroepen die voorheen als (te) riskant werden ingeschat
(bijvoorbeeld borderline persoonlijkheidsstoornis, alcoholverslaafden,
patienten met dissociatieve stoornissen). De vrees dat deze patienten negatieve
reakties zouden hebben op de PTSS-behandeling is niet bewaarheid; integendeel,
er werd van behandeling geprofiteerd.
Ten aanzien van patienten die in het kader van een psychiatrische ziekte
psychotische episoden hebben meegemaakt, bestaat in de behandelpraktijk
eveneens het idee dat PTSS-behandeling zou leiden tot psychotische
decompensatie. Dit onderzoek wil deze aanname exploratief te toetsen in een
verkennend pilotonderzoek.
Doel van het onderzoek
Het doel is om in een klein pilotonderzoek te verkennen of twee
standaardbehandelingen voor PTSS, te weten exposuretherapie en EMDR, effectief
zijn de behandeling van PTSS bij patienten met een psychotische kwetsbaarheid?
Onderzoeksopzet
Het gaat om een multiple baserate-onderzoek van 8 single casestudies. Na
inclusie van 8 proefpersonen worden deze blind aan de conditie EMDR danwel
exposuretherapie toegewezen. Vervolgens krijgen zij 12 weken in een
multipelebaseratedesign theapie voor PTSS-klachten. Gedurende de gehele periode
worden klachtbeloop, veranderingen in sociaal gedrag, belasting,
medikatiegebruik, een GGZ-consumptie (crises, opnames) gemonitord.
meetmethoden
gestruktureerde interviews voor inclusie/exclusie:
* SCID-1 voor algemene diagnostiek van stoornissen in het byzonder psychotische
episoden;
* voor de PTSS het Klinisch Interview Posttraumatische stresstoornissen (KIP)
, de nederlandse vertaling van de Clinician-Administered PTSD Scale (CAPS,
oorspronkelijk artikel Blake et al, 1997; vertaling Hovens et al, 2005);
* voor uitsluiten van ernstige dissociatieve stoornissen de Somatoform
Dissociation Questionnaire (SDQ-20; Nijenhuis, Spinhoven, Van Dyck, Van der
Hart, & Vanderlinden,1996)..
vragenlijstmetingen naar volgende uitkomstmaten
* PTSS- klachten : PTSS-klachtenschaal (Nederlandse bewerking van de ptsd
Symptom Scale - Self-Report (psssr; Foa e.a. 1993).
* psychotische klachten ( PSYRATS, Haddock, 1994, vert. De Hert et al, 1996),
om het vóórkomen en de actuele invloed van hallucinaties en wanen te meten
* psychosegerelateerde denkstijlen, (Oxford-Liverpool Inventory of Feelings
and Experiences (O-LIFE), Mason, 1995, 2006). Deze lijst brengt van
proefpersonen de denkvormen in kaart , die binnen het psychotische spectrum
vallen maar die ook in de normale populatie voorkomen. Domeinen: Ongewone
Ervaringen, Cognitieve Disorganisatie, Introverte Anhedonie en Impulsieve
Nonconformiteitnaar belasting door de behandeling buiten en binnen sessies,
naar sociale aktiviteit,
* algemeen functioneren, middels de Outcome Questionairre (OQ-45.2, Lambert &
Burlinganme, 2001) en de The Social Functioning Scale (SFS), oorspronkelijk van
Birchwood et al. (1990)
wekelijkse monitoring van
* medikatiegebruik
* psychiatrische crises
* opnames
* sessie-belasting traumabehandeling
Onderzoeksproduct en/of interventie
De proefpersonen ontvangen behandeling voor hun posttraumatische stressklachten. Zij krijgen één van twee richtlijnbehandelingen voor PTSS: exposuretherapie of eye movement and desensitization therapy (EMDR), gedurende 12 sessies van 90 minuten. Beide vormen van behandeling staan vermeld in de richtlijn voor behandeling van angststoornissen .
Inschatting van belasting en risico
in de praktijk wordt wel gevreesd voor psychotische decompensatie, of voor een
grote emotionele belasting met geen of weinig rendement van behandeling.
Echter, deze veronderstelde negatieve reakties zijn in wetenschappelijke
studies nooit aangetoond. De enige studie op dit terrein toont juist een
omgekeerd effect: de psychosegerelateerde klachten verminderden als gevolg van
de vermindering van de PTSS.
Er zijn ten aanzien van diverse andere doelgroepen ook krachtige meningen in de
praktijk (geweest), dat traumabehandeling bij ernstige comorbiditeit tot
destabilisering zou kunnen leiden. Maar uit onderzoek is inmiddels gebleken,
dat enkele zeer kwetsbaar geachte doelgroepen toch baat hadden bij
standaardbehandeling van PTSS. Dit geldt voor mensen die vroegkinderlijke,
herhaalde sexueel misbruikervaringen hebben gehad. (zie bijvoorbeeld McDonagh
et al, 2005; Cloitre et al, 2002) . Voor borderline persoonlijkheidsstoornissen
(Clarke et al, 2008; van Minnen, 2002). Voor alcoholverslaafden, waarbij tevens
kan worden opgemerkt dat het verslavingsgedrag afnam na traumabehandeling
(Coffey et al, 2006). Voor mensen met dissociatieve stoornissen, waarbij bleek
dat behalve de PTSS-klachten ook de dissociaties en de depressiviteit afnamen
(Hagenaars et al, 2008).
Terughoudendheid mbt tot het inschatten van risico's van traumabehandeling bij
de combinatie PTSS en psychosen is dus gepast: we weten het gewoon nog niet.
Het is daarbij natuurlijk wel nodig om voorbereid te zijn op een ongunstig
scenario, en voorzorgs/veiligheidsmaatregelen te treffen.
Publiek
Loerangelsestraat 1a
5831 HA Boxmeer
NL
Wetenschappelijk
Loerangelsestraat 1a
5831 HA Boxmeer
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Als middels gestandaardiseerde interviews en metingen is vastgesteld dat proefpersonen zowel een PTSS als een psychotische kwetsbaarheid hebben (d.w.z. dat ze psychosen hebben gehad in het kader van een psychiatrische ziekte).
1. Psychosen meten mbv de SCID-1 (structured clinical interview for DSM-IV-diagnosis)
2. PTSS bepalen met de KIP, klinisch interview PTSS, de nederlandse vertaling van de CAPS: clinician-administered PTSD scale, oorspronkelijk van Blake, Weathers, Nagy, Kaloupek, Charney, & Keane, 1995.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Ernstige dissociatieve stoornis. Als clienten hoger dan 35 scoren op de SDQ-20 (somatoform-dissociation questionairre; Nijenhuis, Spinhoven, Van Dyck, Van der Hart, & Vanderlinden, 1996), dan worden zij uitgesloten vanwege het sterke vermoeden van ernstige dissociatieve problematiek.
2. Acute, floride psychosen op het moment van onderzoeken (SCID-1)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL24519.097.08 |