Studie 1: Het doel van deze studie is het nauwkeurig karakteriseren van een grote groep patiënten met niet-atopisch astma, m.b.t. klinische, functionele en inflammatoire parameters en het definiëren van 3-4 belangrijke fenotypes van deze ziekten m.b…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bronchiale aandoeningen (excl. neoplasmata)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Studie 1: de 3-4 aparte subtypes van niet-atopisch astma zoals gedefinieerd
door unbiased cluster analyse.
Studie 2: De relatie tussen het niveau van stikstof oxide in de
uitademingslucht, percentage eosinofielen in geïnduceerd sputum en de mate van
neusbijholte problematiek zoals bepaald door CT-sinus score wordt bepaald door
correlatie analyse.
Studie 3: Sensitiviteit, specificiteit, positieve and negatieve voorspellende
waarde van de elektronische neus t.a.v. het detecteren van neusbijholte
aandoeningen in patiënten met niet-atopisch astma.
Secundaire uitkomstmaten
nvt
Achtergrond van het onderzoek
Niet-atopisch of intrinsiek astma is een heterogene aandoening, waar over
minder bekend is dan over "klassiek" allergisch astma, dat meestal op
kinderleeftijd ontstaat. Niet-atopisch astma is vaak ernstiger, reageert minder
goed op medicatie en resulteert vaker in een gefixeerde bronchusobstructie.
Meerdere klinische subtypes van niet-atopisch astma zijn beschreven, maar het
is niet bekend of deze geassocieerd zijn aan andere vormen van
luchtweginflammatie, reactie op therapie en prognose.
Neusbijholte problematiek is een belangrijke factor die astma-controle kan
verslechteren, vooral bij niet-atopische patiënten. Echter, de relatie tussen
inflammatie in de bovenste en de lagere luchtwegen in niet-atopisch astma is
onduidelijk. Het is ook onbekend of niet-invasieve meting van stikstof oxide
(NO) in de uitademingslucht de mate van inflammatie in bovenste en lagere
luchtwegen van patiënten met niet-atopisch astma kan voorspellen.
Het nauwkeurig karakteriseren van patiënten met niet-atopisch astma en het
fenotyperen van de ziekte door klinische, functionele en moleculaire markers
aan elkaar te relateren, lijkt noodzakelijk om de pathofysiologische
mechanismen beter te kunnen doorgronden. Hopelijk leidt dit toegenomen inzicht
tot betere, fenotype-specifieke therapieën en een verbetering van de prognose
van deze patiënten.
Doel van het onderzoek
Studie 1: Het doel van deze studie is het nauwkeurig karakteriseren van een
grote groep patiënten met niet-atopisch astma, m.b.t. klinische, functionele
en inflammatoire parameters en het definiëren van 3-4 belangrijke fenotypes van
deze ziekten m.b.v. unbiased cluster analysis.
Studie 2: In dit tweede deel zullen we onderzoeken of de hoeveelheid
stikstofoxide (NO) in de uitademingslucht gerelateerd is aan inflammatoire
parameters in de bovenste en lagere luchtwegen bij patiënten met niet-atopisch
astma.
Studie 3: In het derde deel zullen we de diagnostische nauwkeurigheid bepalen
van de elektronische neus (E-nose) door de sensitiviteit, specificiteit,
positieve and negatieve voorspellende waarde te bepalen voor het aantonen van
bijholte problematiek in niet-atopisch astma.
Onderzoeksopzet
Studie 1: Dit vormt het basis project van een prospectieve longitudinale follow
up studie van een groot cohort (n=200) patiënten met non-atopisch astma.
Inclusie periode: Okt 2009 -Jan 2012.
Studie 2: Een cross-sectionele analyse wordt gedaan om de relatie te bepalen
tussen de hoeveelheid stikstof oxide in de uitademingslucht, het type lagere
luchtweginflammatie en de uitgebreidheid van neusbijholte problematiek in 200
patiënten met niet-atopisch astma.
Studie 3: Het vermogen van de elektronische neus (Enose)om te discrimineren
tussen niet-atopisch astma patiënten met en zonder neusbijholte problematiek
wordt onderzocht door een cross-sectionele vergelijking tussen deze groepen. In
dit deel worden resultaten gebruikt van een studie waarbij de Enose getraind
werd om een algoritme te ontwikkelen om patiënten met bewezen sinus
aandoeningen te onderscheiden van controles (AMC).
Inschatting van belasting en risico
De belasting die is geassocieerd met deze studies omvat 2 ziekenhuis bezoeken,
waarbij diverse onderzoeken zullen worden verricht. Er worden vragenlijsten
afgenomen, lichamelijk onderzoek verricht, bloedonderzoek en longfunctietesten
worden afgenomen. Ook wordt een meting van het uitgeademde stikstof oxide en
een meting door de elektronische neus gedaan.
Alle patiënten ondergaan sputum inductie (voor cel-telling en detectie van
pathogenen), wat in eerdere studies zelfs bij patiënten met ernstig astma
veilig is gebleken.
Alle patiënten ondergaan een CT-scan van de neusbijholten en een nasendoscopie
door een KNO-arts. De risico's en het ongemak van deze onderzoeken zijn klein.
De resultaten van deze studies zijn belangrijk voor de groep van niet-atopisch
astma-patiënten, omdat er verschillende subtypes van deze aandoening zullen
worden geïdentificeerd en het onderliggende mechanisme wellicht duidelijker
wordt. Hopelijk maakt dit het voor de clinicus mogelijk verschillende subtypes
van niet-atopisch astma te diagnosticeren. Dit kan leiden tot fenotype
specifieke therapieën, welke de prognose van deze groep patiënten zal
verbeteren. Hierdoor zal het onderzoek ook bijdragen in een verlaging van de
persoonlijke en socio-economische lasten.
Publiek
Postbus 888
8901BR Leeuwarden
NL
Wetenschappelijk
Postbus 888
8901BR Leeuwarden
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
niet-allergisch astma
leeftijd >= 18 jaar
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
allergie
COPD zonder astma kenmerken
zwangerschap
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL29219.099.09 |
OMON | NL-OMON29228 |