1. Het effect van acetylcysteine co-administratie op thiopurine gerelateerde hepatotoxiciteit onderzoeken 2. De relatie tussen hepatotoxiciteit, thiopurinemetabolieten, beschikbaarheid van aminozuren en markers voor oxidatieve stress onderzoeken3.…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselontstekingsaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1. Verandering van de levertesten waaronder aspartaat aminotransferase (ASAT),
alanine aminotransferase (ALAT), alkalisch fosfatase (AF), gamma-glutamyl
transferase (GGT) en bilirubine (Bili).
Secundaire uitkomstmaten
1. Het onderzoeken van de invloed van acetylcysteine co-administratie op
thiopurinemetabolieten (6-TGN, 6-MMPR), xanthine oxidase (XO) activiteit,
aminozuur beschikbaarheid en parameters voor oxidatieve stress.
2. Onderzoeken van een relatie tussen de mate van hepatotoxiciteit en
thiopurine metabolieten, XO activiteit, parameters voor oxidatieve stress en
beschikbaarheid van aminozuren.
Achtergrond van het onderzoek
Thiopurines zoals azathioprine, 6-mercaptopurine en 6-thioguanine zijn frequent
voorgeschreven immunomodulerende medicijnen bij de behandeling van chronische
inflammatoire darmziekten (IBD)zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa.
Een frequent voorkomende bijwerking is enige vorm van levertestafwijkingen,
ofwel hepatotoxiciteit. De pathofysiologie van deze levertestafwijkingen is
niet goed bekend. Echter, ratmodellen hebben laten zien dat glutathiondepletie
mogelijk hieraan bijdraagt. Deze depletie is mogelijk het gevolg van een
toename van oxidatieve stress, dat door thiopurinegebruik geinduceerd is. Deze
dierstudies toonden een beschermend effect van het anti-oxidant acetylcysteine
tegen thiopurine gerelateerde hepatotoxiciteit. Acetylcysteine wordt omgezet in
cysteine, dat op zijn beurt een precursor is van glutathion samen met enkele
andere aminozuren. Door acetylcysteine te suppleren, stijgt de glutathion
waardoor de mate van oxidatieve stress mogelijk afneemt.
Of dit princiepe ook geldt voor humane modellen is slecht onderzocht.
Acetylcysteine suppletie zou de thiopurine gerelateerde hepatotoxiciteit
mogelijk kunnen verminderen zodat dosisaanpassing of staken van
thiopurinetherapie niet noodzakeljk is. Continueren van thiopurines houdt de
ziekte activiteit laag en de behoefte aan dure escape medicijnen zoals
biologicals, kan laag blijven.
Doel van het onderzoek
1. Het effect van acetylcysteine co-administratie op thiopurine gerelateerde
hepatotoxiciteit onderzoeken
2. De relatie tussen hepatotoxiciteit, thiopurinemetabolieten, beschikbaarheid
van aminozuren en markers voor oxidatieve stress onderzoeken
3. Het effect van acetylcysteine co-administratie op thiopurine matabolieten,
beschikbaarheid van aminozuren en markers voor oxidatieve stress bepalen
Onderzoeksopzet
Open label fase II paralelle cross-over interventiestudie met een duur van 16
weken. Het beoogde aantal patienten te includeren is 30. Voorafgaand aan
definitieve inclusie zal een screening gedaan worden. Eenmaal geincludeerd
zullen patienten een vijftal bezoeken aan de polikliniek afleggen en gedurend
vier van de 16 weken acetylcysteine twee maal daags 1200mg gebruiken. De eerste
acht weken zullen alle patienten hun thiopurine op gebruikelijke wijze
voortzetten, waarna deze in de weken negen tot en met 12 gestaakt worden. In de
weken 13 tot en met 16 zal een rechallenge plaatsvinden.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Groep 1: thiopurinegebruik wordt gecontinueerd gedurende week 1 t/m 8. In week 1 t/m 4 zal de patient 2 maal daags 1200mg acetylcysteine gebruiken. De weken 5 t/m 8 wordt geen acetylcysteine gebruikt. In de weken 9 t/m 12 wordt de thiopurine therapie gestaakt en gedurende de weken 13 t/m 16 weer hervat. Groep 2: thiopurinegebruik wordt gecontinueerd gedurende week 1 t/m 8. Vanaf week 5 t/m 8 wordt acetylcysteine 2 maal daags 1200mg gebruikt. De weken 9 t/m 12 wordt zowel de thioipurine als de acetylcysteine niet gebruikt. Rechallenge van de thiopurine vindt plaats in de weken 13 t/m 16. Alle patienten komen op de eerste dag van week 1, 5, 9, 13 en 17 op de polikliniek voor bloedafname en het inleveren van een vers urinemonster. Ook wordt naar bijwerkingen gevraagd en de ziekteactiviteit gescoord. Bezoek 1 zal ook gewicht en lengte bepaald woren.
Inschatting van belasting en risico
De (extra) belasting van participatie in deze studie zal bestaan uit een
vijftal bezoeken aan de polikliniek waarbij elk bezoek bloed zal worden
afgenomen dmv venapunctie en urine zal worden ingteleverd. Het eerste bezoek
zal ook een vragenlijst worden afgenomen en lengte en gewicht worden bepaald.
Continueren van thiopurinetherapie zou de gediagnosticeerde hepatotoxiciteit
kunnen doen toenemen. Echter, het risico op persiterende leverproblematiek is
uiterst gering gezien de relatief korte duur van thiopurine continuatie en het
staken van thiopurines bij onacceptabele (gedefinieerd in het protocol)
stijging van de levertestafwijkingen.
Publiek
Boterstraat 21e
1811HP Alkmaar
NL
Wetenschappelijk
Boterstraat 21e
1811HP Alkmaar
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Getekend informed consent; volwassenen tussen 18 en 70 jaar; ziekte van Crohn of colitis ulcerosa; gebruik van azathioprine, 6MP of 6TG; graad 1 of 2 hepatotoxiciteit op de CTCAE v3.0 van een van de volgende lever testen: aspartaat aminotransferase (ASAT), alanine aminotransferase (ALAT), alkalisch fosfatase (AF), gamma-glutamyltransferase (GGT) en totaal bilirubine (Bili).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Serologische bevestiging van de aanwezigheid van actieve virale hepatitis A, B, C, CMV, EBV; aanwijzingen voor auto-immuun hepatitis (AIH); tekenen van cholestasis; Aanwezige leverafwijkingen of in ziektegeschiedenis waaronder: hepatitis A, B en C, AIH, cirrose, primaire scleroserende cholangitis, primaire biliaire cirrose, hepatocellulair carcinoom, levermetastasen of symptomatisch galsteenlijden; gebruik van methotrexaat of andere chemotherapie anders dan thiopurines in de afgelopen drie maanden; gebruik van acetylcysteine of andere anti-oxidanten tijdens thiopurinegebruik; zwangerschap; borstvoeding; actieve ziekte; 6-TGN > 1200pmol.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2008-005015-17-NL |
CCMO | NL24682.029.09 |