Zaadbalvolume na prepuberale orchidopexie van de verworven niet scrotale testis

Het niet ingedaald zijn van een testikel kan op latere leeftijd een verhoogde
kans geven op kwaadaardige nieuwvorming en op een verminderde vruchtbaarheid.
In de CBO-consensus van 1986 wordt geadviseerd een niet scrotale testis (NST)
vóór de leeftijd van 2 à 3 jaar operatief te behandelen middels orchidopexie.
Sinds een aantal jaar is het duidelijk dat er naast een congenitale vorm van
NST, een verworven vorm bestaat. Jongens -bij wie de zaadbal in eerste
instantie goed was ingedaald- hebben later een zaadbal met een stabiele ligging
buiten het scrotum.
Hoewel voor de congenitale NST een goede richtlijn voor de behandeling bestaat,
kan er nog geen evidence-based advies worden gegeven voor de behandeling van de
verworven vorm.

In het Juliana kinderziekenhuis worden jaarlijks meer dan 100 orchidopexiën
verricht voor de NST. 75% van deze jongens is ouder dan 2 jaar.Mogelijk betreft
het een groot aantal jongens met een verworven NST.
Wij willen de lange termijn gevolgen van de beschreven pre-puberale
orchidopexie voor verworven NST onderzoeken.

Met dit onderzoek willen we inzicht krijgen in de resultaten op lange termijn
van de verrichte orchidopexiën voor de verworven NST. Het volume en de ligging
van de testis zijn uitkomstparameters die het resultaat weergeven. Deze
gegevens zullen bijdragen aan het tot stand brengen van een eenduidig
behandelingsadvies over de verworven NST.

Voor alle 2-18 jarige jongens bij wie orchidopexie is verricht in het Juliana
kinderziekenhuis in Den Haag, in de periode van 1996 tot en met 2009, zullen
wij de volgende gegevens in het medisch dossier nagaan: de
orchidopexie-indicatie, de datum van de ingreep, de zijde (enkel- of
dubbelzijdig) en de bevindingen bij operatie.
Ook zal er worden gekeken of de vroegere testikelligging bekend was op het
moment van de indicatiestelling.
Van alle jongens bij wie orchidopexie was verricht wegens NST zal bij de
betreffende instelling voor jeugdgezondheidszorg de vroegere testikelligging
tot aan de datum van de ingreep worden nagegaan.
Indien er tweemaal of meer een scrotale ligging is vastgelegd zullen wij
spreken van een verworven vorm van de NST.
Elke jongen die in deze periode een prepuberale orchidopexie heeft ondergaan
voor een verworven NST zal schriftelijk worden gevraagd aan deze studie deel te
nemen.
De deelnemende jongens zullen poliklinisch worden gezien. Uitkomstparameters
zijn de ligging van de testis en het testisvolume. De ligging zal gescoord
worden met lichamelijk onderzoek. Het volume met behulp van de orchidometer van
Prader en echografisch onderzoek.

Het gevonden volume zal worden gerelateerd aan normaalwaarden voor testisvolume
zoals deze recentelijk zijn bepaald door de Alkmaarse studie groep ( zie
bijlage).

Statistisch analyse zal plaats vinden met behulp van SPSS, geanonimiseerd.

NVT