Doel van het onderzoek is:- het vergroten van de kennis over het voorkomen, de diagnostiek en de behandeling van hartfalen in verpleeghuizen.- het verkrijgen van inzicht in de zelfredzaamheid, zorgafhankelijkheid en kwaliteit van leven van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Falen van de hartfunctie
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- de prevalentie van hartfalen
- de voorspellende waarde om hartfalen te diagnosticeren in het verpleeghuis
zonder gebruik te maken van een echocardiogram.
- de huidige behandeling van hartfalen in vergelijking met de vigerende
landelijke richtlijnen
- de zorgafhankelijkheid en kwaliteit van leven van verpleeghuisbewoners met
hartfalen in vergelijking met verpleeghuisbewoners zonder hartfalen.
- inzicht in het verloop van hartfalen na 1 jaar follow-up, zowel wat betreft
het aantal doorgemaakte episodes van hartfalen als ook de mate van
zorgafhankelijkheid en de kwaliteit van leven.
Secundaire uitkomstmaten
n.v.t.
Achtergrond van het onderzoek
Hartfalen is vooral een ziekte van de oudere mens en in de westerse wereld dus
een toenemend klinisch probleem. Verwacht wordt dat de prevalentie en
incidentie van hartfalen in de toekomst zullen toenemen als gevolg van een
afgenomen mortaliteit bij coronairlijden en CVA. Voor de westerse landen geldt
dat de prevalentie van hartfalen in de algemene bevolking ouder dan 65 jaar
varieert van 3-13%. In Nederland wordt de prevalentie bij personen ouder dan 75
jaar geschat op 13%.
Hartfalen wordt gekenmerkt door een slechte prognose en afgenomen kwaliteit van
leven. Vroege herkenning en behandeling van hartfalen voorkomt mogelijk
achteruitgang van hartfalen en leidt tot verbetering van klachten en kwaliteit
van leven.
Fragiele ouderen die in het verpleeghuis wonen vormen een specifieke doelgroep.
Ze hebben een hoge mate van zorgafhankelijkheid die het gevolg is van hun
beperkingen en ziekten. Naar verwachting komt hartfalen veel voor bij deze
specifieke doelgroep, maar exacte cijfers over hartfalen in verpleeghuizen in
zijn algemeenheid, maar ook specifiek voor Nederland, ontbreken. Dit komt
doordat verpleeghuisbewoners meestal worden uitgesloten van klinische en
epidemiologische studies.
Een recente review studie naar de prevalentie van hartfalen bij
verpleeghuisbewoners bevestigt de noodzaak tot verder onderzoek (Daamen et al
2010). De gegevens uit een zeer gering aantal studies lieten een prevalentie
zien van ongeveer 20% (spreiding 15-45%); een percentage dat hoger is dan in de
algemene bevolking (3-13%). Deze studies hadden echter voornamelijk een
retrospectief design waarbij gegevens ontleend waren aan patiënten dossiers in
plaats van concreet gediagnosticeerd hartfalen bij patiënten zelf. De enige
(kleinschalige) studie waarin patiënten concret werden onderzocht rapporteerde
een prevalentie van 45%.
Vanwege het feit dat verbetering van symptomen en kwaliteit van leven zeer
belangrijke aspecten zijn in de zorg voor verpleeghuisbewoners is het
noodzakelijk om meer zicht te krijgen betreffende de problematiek van hartfalen
in deze specifieke doelgroep. De bevindingen uit de beschikbare literatuur
laten eveneens zien dat er nog veel te doen is om de zorg voor
verpleeghuisbewoners met hartfalen te verbeteren.
Doel van het onderzoek
Doel van het onderzoek is:
- het vergroten van de kennis over het voorkomen, de diagnostiek en de
behandeling van hartfalen in verpleeghuizen.
- het verkrijgen van inzicht in de zelfredzaamheid, zorgafhankelijkheid en
kwaliteit van leven van verpleeghuisbewoners met hartfalen
- het verbeteren van de diagnostiek en behandeling van verleeghuisbewoners met
hartfalen.
De volgende vraagstellingen zullen beantwoord worden:
1. Wat is de prevalentie van hartfalen bij zowel somatische als
psychogeriatrische verpleeghuisbewoners?
2. Wat zijn de kenmerken van verpleeghuisbewoners met hartfalen( zoals
demografische, cognitieve status, cardiovasculaire risicofactoren en
voorgeschiedenis)?
3.Hoe wordt hartfalen op dit moment behandeld in de verpleeghuizen zowel
medicamenteus als niet-medicamenteus?
4. Wat is de relatie tussen hartfalen en respectievelijk de zorgafhankeljkheid
en kwaliteit van leven van verpleeghuisbewoners bij zowel somatische als
psychogeriatrische bewoners?
5.Wat is de predictieve waarde van een ter plekke in het verpleeghuis
uitgevoerd onderzoek(of delen ervan) naar hartfalen (anamnese, lichamelijk
onderzoek, ECG en NT- pro BNP) ten opzichte van de gouden standaard bestaande
uit beoordeling van het uitgevoerde onderzoek, aangevuld met een
echocardiogram, door een panel van cardiologen?
6. Hoe is het verloop van hartfalen bij verpleeghuisbewoners na 1 jaar
follow-up met als uitkomstmaten; episodes van hartfalen, ziekenhuisopnames door
hartfalen en sterfte?
7 Hoe is het verloop van de zorgafhankelijkheid en de kwaliteit van leven
vergeleken tussen de groep verpleeghuisbewoners met hartfalen ten opzichte van
de groep zonder hartfalen na 1 jaar follow-up bij zowel somatische als
psychogeriatrische bewoners?
Onderzoeksopzet
Voor de uitvoering van deze studie is gekozen voor een multi- centre
cross-sectionele onderzoeksopzet. Nadat informed consent is verkregen zullen
speciaal getrainde specialisten ouderengeneeskunde bij de verpleeghuisbewoners
een anamnese afnemen en een lichamelijk onderzoek verrichten. De specialisten
ouderengeneeskunde hebben geen behandelrelatie met de verpleeghuisbewoners die
zij onderzoeken.
Er wordt een ECG gemaakt door verpleegkundigen op de afdeling of door de
onderzoeks-assistent. Daarnaast wordt er bloed afgenomen (eenmalig 5 ml) ter
bepaling van de NT pro BNP bepaling.
De echocardiogrammen worden gemaakt door een echocardiografist of een assistent
cardiologie.
De Care Dependency Scale wordt door medewerkers van de zorg ingevuld en de
onderzoeks assistent neemt de vragenlijst mbt de kwalitit van leven en de
voorgeschreven MDS vragenlijst af.
Uit het dossier worden aanvullende gegevens verzameld , zoals demografische
gegevens, medicatie ed.
De specialisten ouderengeneeskunde zullen op grond van de verkregen gegevens de
diagnose wel/geen hartfalen stellen. Dit zal onafhankelijk van de specialisten
ouderengeneeskunde ook gebeuren door een panel van cardiologen.
Na 1 jaar zullen uit de medische dossiers gegevens gehaald worden betreffende
eventueel doorgemaakte episodes van hartfalen, ziekenhuisopnames in verband met
hartfalen en sterfte.
Inschatting van belasting en risico
In deze studie worden de klinisch gangbare onderzoeken (anamnese, lichamelijk
onderzoek, eenmalige bloedafname (5ml), vervaardigen van een electrocardiogram
en een echocardiogram) uitgevoerd conform de geldende richtlijnen en geldt als
reguliere medische zorg. Binnen de onderzoeksopzet vinden alle onderzoeken
plaats op de afdeling waar de bewoner verblijft. Daarnaast worden er
aanvullende gegevens verzameld uit het medisch dossier en worden vragenlijsten
afgenomen (SF-12, Qualidem, MDS) In een tijdsbestek van 2 weken worden de
onderdelen van het onderzoek uitgevoerd op tijdstippen die in overleg met de
verpleeghuisbewoner en/of medewerkers zorg gemaakt worden.
De belasting bij deelname aan het onderzoek bestaat uit de tijdsinvestering en
als mogelijk vervelend onderzoek de bloedafname. Er zijn echter geen risico's
aanwezig bij deelname aan het onderzoek.
Uit de pilot studie (De prevalentie van hartfalen in een verpleeghuis; een
pilot studie NL 23691.068.08), ter voorbereiding op deze studie, komt naar
voren dat verpleeghuisbewoners deelname aan het onderzoek ervaren als een
"welkome" afwisseling van hun dagelijks ritme. Een belangrijk aandachtspunt is
dat de tijdstippen van onderzoek in overleg met betrokkenen gepland worden en
hierbij rekening wordt gehouden met reguliere tijdstippen van verzorging en
gebruik van maaltijden.
De belasting voor de psychogeriatrische verpleeghuisbewoners is moeilijker in
te schatten. Behalve de bloedafname kan ook het vervaardigen van het
echocardiogram als belastend worden gezien. Uit de TIME- CHF study (2006), waar
eveneens cliënten met een cognitieve beperking geincludeerd werden, is bekend
dat bij een duur van een echocardiogram langer dan 20 min de onrust bij de
cliënten toeneemt. In de pilot zijn alle echocardiogrammen vervaardigd binnen
een tijdsduur van 20 minuten. Door de aanwezigheid van 2 personen bij het
onderzoek kan er voldoende aandacht aan de bewoner besteed worden waardoor het
onderzoek, zoals in de pilot bleek, absoluut niet als vervelend ervaren werd.
Alertheid op enige vorm van verzet tegen het onderzoek bij psychogeriatrische
bewoners blijft echter noodzakelijk.
Binnen de huidige verpleeghuiszorg verblijven bewoners op een somatische
afdeling als aan de beperkingen een lichamelijke ziekte ten grondslag ligt en
verblijven ze op een psychogeriatrische afdeling als er sprake is van ernstige
cognitieve beperkingen of dementie. In de praktijk is deze scheidingslijn niet
altijd even strikt, daar ook een aantal somatische ziekten gepaard gaan met
cognitieve beperkingen (bv tgv een CVA of bij M. Parkinson)
In deze studie zullen we beide groepen betrekken in het onderzoek. Een
belangrijk argument om verpleeghuisbewoners met dementie en cognitieve
beperkingen te betrekken in het onderzoek komt voort uit het feit dat onderzoek
heeft aangetoond dat een verminderde cerebrale doorbloeding ten gevolge van
hartfalen zorgt voor een verdere achteruitgang van de cognitieve functies.
Adequate behandeling van hartfalen leidt mogelijk tot verbetering van het
cognitief functioneren en de ervaren kwaliteit van leven.
Verwacht wordt dat hartfalen veel voorkomt bij verpleeghuisbewoners. Door dit
onderzoek bestaat de mogelijkheid dat hartfalen wordt gediagnosticeerd terwijl
dit nog niet bekend was bij de verpleeghuisbewoner. Daarnaast is het van
belang om te onderzoeken of er een verschil bestaat in prevalentie, behandeling
en zorgafhankelijkheid als gevolg van hartfalen tussen beide groepen.
.
Publiek
Postbus 616
6200MD Maastricht
NL
Wetenschappelijk
Postbus 616
6200MD Maastricht
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
verpleeghuisbewoners ouder dan 65 jaar verblijvende op een chronisch somatische afdeling of een psychogeriatrische afdeling.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
verpleeghuisbewoners in een terminaal stadium en verblijvende voor kortdurende revalidatie (< 2 maanden)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL33281.068.10 |