Het onderzoeken van de rol van angst en afschuw in acute en chronische PTSS-symptomen.In studie 1 zullen we onderzoeken (1) of de US-representatie van inbraak gepaard gaat met vrees- en walgingselementen die onafhankelijk bijdragen aan PTSS…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Angststoornissen en -symptomen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is de ernst van symptomen van PTSS gemeten met een
vragenlijst.
Secundaire uitkomstmaten
In zowel studie 1 als studie 2 zijn secundaire uitkomstmaten ernstscores van
angst en depressie gemeten met een vragenlijst, en DSM IV psychiatrische
stoornissen vastgesteld met semi-gestructureerde interviews. In studie 2 zijn
bovendien wasgedrag na trauma-gerelateerde inbeelding en lichamelijke
intimiteit secundaire uitkomstmaten. In beide studies zijn de onafhankelijke
variablelen angst=gerelateerde kwetsbaarheden (neuroticisme,
angstsensitiviteit), afschuw-gerelateerde persoonlijkheidsvariablelen
(afschuw-geneigdheid en -sensitiviteit, besmettingssensitiviteit), afschuw- en
angstgerelateerde associaties en affectieve priming.
Achtergrond van het onderzoek
Een minderheid van mensen die werden blootsgesteld aan een traumatische
gebeurtenis ontwikkelt posttraumatische stress stoornis (PTSS), en bij ongeveer
de helft van hen wordt de stoornis chronisch. De cruciale vraag is in hoeverre
afwijkingen in het leren van trauma-gerelateerde informatie betrokken zijn bij
de ontwikkeling en het voortduren van PTSS-symptomen. Er is veel bekend over
angstgerelateerde processen, maar belangrijke kenmerken blijven onduidelijk.
Dit voorstel omvat verschillende studies over de rol van afschuw en evaluatief
leren in het onstaan en voortduren van PTSS-symptomen. De hypothesen zullen
worden getoetst met behulp van experimentele taken in twee steekproeven: (1)
mensen die recent een inbraak hebben meegemaakt en (2) vrouwelijke
geweldslachtoffers met en zonder PTSS.
Doel van het onderzoek
Het onderzoeken van de rol van angst en afschuw in acute en chronische
PTSS-symptomen.
In studie 1 zullen we onderzoeken (1) of de US-representatie van inbraak
gepaard gaat met vrees- en walgingselementen die onafhankelijk bijdragen aan
PTSS symptomen, en (2) of walgingsgerelateerde neigingen geassocieerd zijn met
de ernst van PTSS symptomen, waarbij gecontrolleerd is voor vreesgerelateerde
neigingen. We verwachten (I) dat sterkere impliciete en expliciete associaties
tussen het concept "eigen huis" en gevaar en "eigen huis" en afkeer de ernst
van PTSS symptomen voorspelt, en (II) dat de mate waarin het concept "eigen
huis" intrinsiek aversief is de ernst van PTSS symptomen voorspelt.
In studie 2 zullen we bij vrouwelijk slachtoffers van seksueel geweld
onderzoeken (1) of vrees- en walgingsassociaties onafhankelijk PTSS symptomen
voorspellen die zijn overgebleven na behandeling, en (II) of vrouwelijk
slachtoffers van seksueel geweld met PTSS sterkere impliciete en expliciete
walgings- en afkeer associaties hebben dan vrouwelijke slachtoffers van
seksueel geweld zonder PTSS. We verwachten (I) dat sterkere impliciete en
expliciete associaties tussen het concept "mannen" en gevaar en het concept
"vrouwen" en geen gevaar (vs. "mannen" + geen gevaar, "vrouwen" + gevaar) en
het concept "mannen" en afkeer en het concept "vrouwen" en geen afkeer (vs.
"mannen" + geen afkeer, "vrouwen" + afkeer), respectievelijk, een onderscheid
zullen maken tussen slachtoffers met en zonder PTSS, (II) dat sterkere
impliciete walgingsassociaties gerelateerd zijn aan overgebleven PTSS
symptomen, (III) dat impliciete walgingsassociaties wasgedrag voorspellen, (IV)
dat expliciete walgingsassociaties inbeeldingsgerelateerde walging voorspellen,
en (V) dat walgingsassociaties die na behandeling zijn overgebleven een sterke
voorspellende waarde hebben voor de prognose na behandeling.
Onderzoeksopzet
Studie 1 is een longitudinale studie bij slachtoffers van inbraak. Studie 2 is
een case-control studie bij vrouwelijke slachtoffers van geweld met en zonder
PTSS, met een observationeel gedeelte waarin de PTSS-groep zal worden gevolgd
na het afronden van de (standaard) behandeling. De eerste testsessie voor
deelnemers met PTSS zal plaatsvinden vóórdat de behandeling van start gaat.
Inschatting van belasting en risico
De belasting voor deelnemers omvat de tijd en moeite die het kost om
vragenlijsten in te vullen waarmee stemming, gedachten, en PTSS-symptomen
worden gemeten, en om een kort interview te ondergaan over de inbraak of het
geweld, en experimentele paradigma's die angst- en afschuw-gerelateerde
variabelen meten.
Studie 1 bestaat uit 1 meetsessie van 2 uur en 15 minuten op de Universiteit
Utrecht, en 1 meetsessie van ongeveer 20 minuten bij de deelnemer thuis (nl.
het invullen en retourneren van een vragenlijst).
Studie 2 bestaat uit twee meetsessies voor de PTSS-groep: (1) voor aanvang van
de behandeling (1 uur en 35 minuten) en (2) na afloop van de behandeling (30
minuten) in de GGZ-instelling. Voor de niet-PTSS groep bestaat studie 2 uit een
meetsessie (2 uur) op de Universiteit Utrecht.
Alle meetinstrumenten zijn in eerder onderzoek gebruikt. De vragenlijsten
kunnen voorbijgaande stress of ongemak veroorzaken. Verder zijn er geen
risico's verbonden aan deelname aan deze studie. Alle meetinstrumenten zullen
worden afgenomen door klinisch psychologen. Deelnemers in de niet-PTSS zullen
naast de reiskostenvergoeding bovendien een vergoeding van 15 euro ontvangen,
maar verder zijn er geen directe voordelen verbonden aan deelname aan deze
studie. Om deze redenen zijn wij van mening dat de mogelijke klinische
toepassingen van de resultaten ruimschoots opwegen tegen de relatief geringe
belasting die gepaard gaat met deelname aan de studie.
Publiek
Langeveld gebouw, Heidelberglaan 1
3504 TC Utrecht
NL
Wetenschappelijk
Langeveld gebouw, Heidelberglaan 1
3504 TC Utrecht
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Studie 1 (Angst- en afschuwassociaties na inbraak): 100 participanten; a) volwassen (* 18 jaar); b) beheersing Nederlandse taal; c) blootgesteld aan inbraak in eigen huis zonder confrontatie met de dader; en d) inbraak vond maximaal 1 maand eerder plaats.
Studie 2 (Angst- en afschuwassociaties na geweld): 80 participanten; a) volwassen (* 18 jaar); b) beheersing Nederlandse taal; c) blootgesteld aan sexueel of fysiek geweld door mannelijke dader tenminste 3 maanden eerder en na het veertiende levensjaar (deze leeftijd wordt gewoonlijk gebruikt om de gerns aan te geven tussen jeugd en volwassenheid in studies naar misbruik, bijv. Linton et al., 1996), waarvan 40 participanten met d) PTSS diagnose voor PTSS groep (N=40).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Voor studie 1 (Angst- en afschuwassociaties na inbraak), zijn er geen exclusiecriteria.
Exclusiecriteria voor studie 2 (Angst- en afschuwassociaties na geweld) zijn: geweld vond plaats in jeugd (< 14 jaar), b) PTSS diagnose voor de niet-PTSS group; c) comorbide psychose/schizofrenie, organische stoornis, of middelenmisbruik (vastgesteld met de SCID, zie uitkomstmaten, d) voortdurend trauma (bijv. huiselijke geweld); en e) intentie tot het plegen van suicide.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL31725.041.10 |