Bepalen of de 'Secundaire Preventie Poli' van de vakgroep Neurologie van het AMC, meerwaarde heeft in de behandeling van risicofactoren die de kans op een recidief beroerte vergroten, vergeleken met behandeling vanuit de huisarts.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Centraal zenuwstelsel vaataandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Een samengestelde score op een nieuw voorgestelde 'stroke-prevention-scale'.
Deze score wordt berekend op basis van de aan- of afwezigheid van specifieke
risicofactoren voor een recidief, 12 maanden na de beroerte. Scores worden
berekend aan de hand van in de literatuur beschreven relatieve risico's.
Secundaire uitkomstmaten
- Recidief beroertes binnen 12 maanden na het eerste event
- Mortaliteit binnen 12 maanden na het event
- Myocardinfarct binnen 12 maanden na het event.
- Functionele uitkomst op de 'modified Rankin Scale', resp. 3 en 12 maanden na
het event
- Medicatietrouw, subjectief gerapporteerd door de patiënt.
Achtergrond van het onderzoek
Beroerte is een veel voorkomend probleem en vormt wereldwijd de tweede
doodsoorzaak. Maarliefst 26% van de patiënten die een beroerte doormaken heeft
binnen vijf jaar een recidief. Het is daarom van essentieel belang om aandacht
te besteden aan het minimaliseren van de kans op recidieven. Er zijn
verschillende beïnvloedbare factoren die de kans op een recidief vergroten,
zoals: roken, hypertensie, hypercholesterolemie en diabetes. Behandeling van
deze beïnvloedbare risicofactoren, beter bekend als 'secundaire preventie',
blijkt de kans op recidieven aanzienlijk te kunnen verlagen.
Tot op heden was de huisarts verantwoordelijk voor deze 'secundaire preventie'.
De effectiviteit van zijn beleid wordt sterk bepaald door de toewijding en de
beschikbare middelen van de huisarts en de compliantie van de patiënt.
Resultaat is een grote variabiliteit tussen verschillende huisartsen in de mate
van secundaire preventie. Om deze secundaire preventie meer te standaardiseren
en de behandeling van de risicofactoren te optimaliseren is er vanuit de
vakgroep Neurologie van het AMC sinds februari 2011 gestart met de 'Secundaire
Preventie Poli' (SPP). Alle patiënten die een beroerte hebben doorgemaakt
worden vanaf deze tijd na de 'acute behandeling' standaard doorverwezen naar
deze poli.
Met deze studie willen we onderzoeken of de SPP meerwaarde heeft in de
behandeling van de beïnvloedbare risicofactoren, ten opzichte van de vroegere
secundaire preventie vanuit de huisarts. Als de huidige studie (fase 1)
meerwaarde toont voor de behandeling van risicofactoren vanuit de SPP, zal een
gerandomiseerde trial die het effect van de SPP op de klinische uitkomst (het
aantal recidieven) onderzoekt (fase 2) in de nabije toekomst gerechtvaardigd
zijn.
Doel van het onderzoek
Bepalen of de 'Secundaire Preventie Poli' van de vakgroep Neurologie van het
AMC, meerwaarde heeft in de behandeling van risicofactoren die de kans op een
recidief beroerte vergroten, vergeleken met behandeling vanuit de huisarts.
Onderzoeksopzet
Prospectieve sequentiële vergelijkingsstudie. Alle patiënten die vanaf februari
2011 een beroerte doormaken worden in het AMC doorverwezen naar de SPP. Deze
patiënten (behandeld volgens het 'Secundaire Preventie Protocol') worden
vergeleken met historische controles: Patiënten die vóór februari 2011 een
beroerte doormaakten en die de toenmalige 'standaard follow-up' ontvingen,
namelijk: terugverwijzing naar de huisarts.
Inschatting van belasting en risico
Hoofddoel van de SPP is het reduceren van het aantal recidief beroertes, door
patiënten na een event op een actieve en gestandaardiseerde wijze regelmatig
terug te zien en hun leefstijl te monitoren. Sinds februari 2011 worden alle
patiënten in het AMC die een beroerte hebben doorgemaakt doorgestuurd naar de
SPP wanneer de 'reguliere follow-up' in de acute fase na een beroerte is
afgerond. Onder 'reguliere follow-up' verstaan we een mogelijke
ziekenhuisopname, het starten van therapie voor de beroerte en een eenmalig
poliklinisch bezoek aan de neuroloog, twee weken na het event.
Op de SPP wordt een bloedmonster afgenomen om het nuchter glucose en cholsterol
te bepalen. Daarnaast wordt een vragenlijst afgenomen om meer inzicht te
krijgen in de leefstijl van een patiënt en wordt de bloeddruk 30 minuten
gemonitord (Dynamap). Na deze intake wordt een persoonlijk 'risicoprofiel'
opgesteld en wordt in overleg met de patiënt een 'risico reductie plan'
gemaakt. Patiënten worden in een jaar tijd regelmatig terug gezien om doelen
eventueel bij te stellen of aan te scherpen en worden actief aangemoedigd om
hun nieuwe leefstijl vol te houden of eventueel aan te passen.
Dit persoonlijke risicoprofiel wordt ook gevormd voor patiënten uit de
controlegroep. Tijdens een eenmalig bezoek aan de SPP, een jaar na het
doormaken van de beroerte, vinden dezelfde procedures plaats als bij de
interventiegroep om tot een persoonlijk risicoprofiel te komen.
Publiek
Meibergdreef 9
1100 DD Amsterdam
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
1100 DD Amsterdam
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Leeftijd tenminste 18 jaar
2. Beroerte (ischemisch of hemorrhagisch)
3. Patiënt is in staat de polikliniek van het AMC te bezoeken.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Beroerte veroorzaakt door een subarachnoïdale bloeding of sinusthrombose
2. Dissectie van de arteria carotis (deze patiënten hebben geen cardiovasculaire risicofactoren voor recidieven)
3. Geen informed consent verkregen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL38035.018.11 |