Primair:* Het vergelijken van algemene overleving (OS) bij proefpersonen met gevorderde weke delen sarcoom ([STS], één van twee subtypes: adipocyten- [ADI] of leiomyosarcoom [LMS]), wanneer deze worden behandeld met eribuline (groep A) of…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Wekedelenneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Algemene overleving, gemeten vanaf de datum van randomisatie tot de datum van
overlijden door eender welke oorzaak. Proefpersonen die verloren zijn voor
opvolging en proefpersonen die nog in leven zijn op de dag van afsluiting van
gegevensverzameling, zullen gecenseerd worden op de laatst gekende datum waarop
de proefpersoon in leven was.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire eindpunten:
* Progressievrije overleving, gedefinieerd als de tijdspanne die voorbij gaat
vanaf de datum van randomisatie tot de datum van de eerste documentering van
progressie van ziekte of de datum van overlijden (welk van de twee zich het
eerst voordoet). Censuurregels voor progressievrije overleving zullen van
toepassing zijn en zullen in de SAP gedefinieerd worden.
* Progressievrij percentage in week 12, gedefinieerd als het percentage nog in
leven zijnde en progressievrije proefpersonen na 12 weken vanaf de datum van
randomisatie.
* Klinisch voordeelpercentage, het percentage proefpersonen dat de beste
algemense respons van CR + PR + dSD vertoont.
Verkennende eindpunten:
* Objectief responspercentage, het percentage proefpersonen dat een algemene
respons van CR en PR vertoont.
* Ziektecontrolepercentage, het percentage proefpersonen dat de beste algemene
respons van CR + PR + SD vertoont.
* Duurzaam stabiele ziekte, gedefinieerd als het percentage proefpersonen met
een duurtijd van *11 weken voor SD.
* Scores voor levenskwaliteit, gemeten door middel van de vragenlijsten voor
QLQ C30 en EQ-5D.
Overige evaluatiecriteria:
* Farmacokinetiek
* Farmacodynamica
* Verbanden tussen farmacokinetiek en farmacodynamica
* Veiligheid
* Beoordeling van levenskwaliteit
Achtergrond van het onderzoek
Ongeveer de helft van de patienten met weke delen sarcoom (STS) met
intermediaire of hoge graad tumoren ontwikkelen metastasen en hebben
systemische behandeling nodig. De mediane overleving van patienten met
gemetastaseerde STS is normaal gesproken <12 maanden, en slechts een kleine
subgroep van deze patienten bereikt lange termijn overleving.
Anthracyclines zijn de eerstelijnsbehandeling voor gevorderde ziekte. Respons
ratios van * 20% zijn gerapporteerd voor doxorubicine alleen of in combinatie
met ifosfamide, maar de mediane algemene overleving van patienten met
gemetastaseerde STS is nog steeds niet > 12 maanden. Hoewel de meeste patienten
eerstelijns chemotherapie krijgen voor gevorderde STS, is het aantal patienten
dat een tweedelijns (en verdere) behandelingen krijgt na een falende
eerstelijns behandeling een stuk lager. Van de patienten die adjuvante of
eerstelijns chemotherapie krijgen, krijgt ongeveer de helft een tweedelijns
behandeling. Er zijn weinig klinische data om de selectie voor de beste
tweedelijns behandeling te onderbouwen.
Eribulin heeft activiteit aangetoond in gevorderde STS in een EORTC Fase 2
studie. In deze studie wordt de doeltreffendheid en veiligheid van eribulin
vergeleken met dacarbazine.
Doel van het onderzoek
Primair:
* Het vergelijken van algemene overleving (OS) bij proefpersonen met gevorderde
weke delen sarcoom ([STS], één van twee subtypes: adipocyten- [ADI] of
leiomyosarcoom [LMS]), wanneer deze worden behandeld met eribuline (groep A) of
dacarbazine (groep B).
Secundair:
* Het vergelijken van progressievrije overleving (PFS) tussen groep A en groep
B.
* Het vergelijken van het aantal progressievrije personen in week 12 (PFR12wkn)
tussen groep A en groep B.
* Het vergelijken van het klinisch voordeelpercentage ([CBR], volledige respons
(CR), gedeeltelijke respons (PR) + langdurig stabiele ziekte ([dSD], duur van
stabiele ziekte (SD) * 11 weken) tussen groep A en groep B.
* Het vergelijken van de veiligheid en verdraagbaarheid tussen groep A en groep
B.
* Het kenmerken van de farmacokinetica (FK) in de populatie van eribuline bij
proefpersonen met STS.
Verkennend:
* Het vergelijken van:
- het algemene responspercentage ([ORR] CR en PR),
- het ziektebeheersingspercentage ([DCR], CR + PR + stabiele ziekte
[SD]),
- dSD,
tussen groep A en groep B.
* Het onderzoeken van het verband tussen blootstelling aan eribuline en
farmacodynamische biomarkers en doeltreffendheid.
* Het onderzoeken van het verband tussen blootstelling aan eribuline en
bijwerkingen.
* Het onderzoeken en identificeren van bloed- en tumormerkers die gerelateerd
kunnen worden aan veiligheids- en doeltreffendheidseindpunten.
* Het vergelijken van scores voor levenskwaliteit (QoL) tussen groep A en groep
B.
Onderzoeksopzet
Dit is een gerandomiseerd, open label, multicentrisch, fase 3 onderzoek.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Groep A: eribulinemesylaat 1,4 mg/m2, IV-bolusinfusie gedurende 2-5 minuten op dag 1 en 8 van elke cyclus, die elk uit 21 dagen bestaat. Groep B: dacarbazine 850 mg/m2 of 1.000 mg/m2 of 1.200 mg/m2 (afh. van klinische toestand van de proefpersoon,) IV-infusie gedurende 15-30 minuten op dag 1 van elke cyclus, die elk uit 21 dagen bestaat.
Inschatting van belasting en risico
Uitgaande van een gemiddelde deelnameduur van 10 maanden (screening, baseline,
14 cycli en Einde behandeling):
- 14x uitgebreid lichamelijk onderzoek (incl. neurologisch onderzoek)
- 5x symptoom-gericht lichamelijk onderzoek
- 22x vital signs
- 16x gewicht
- 1x lengte
- 30x ECG
- 20x bloedafname
- 15x urinecollectie
- 6x tumorbeoordeling (MRI/CT)
- 2x botscan
- 17x kwaliteit-van-leven vragenlijsten
Zie ook tabel 2 en 3 van het protocol voor een compleet overzicht van de
studievisites en -procedures.
De meest voorkomende bijwerkingen en risico*s van eribulin zijn: leukopenie,
neutropenie, anemie, trombocytopenie, perifere neuropathie, misselijkheid,
overgeven, diarree, verstopping, hoofdpijn, overgeven, gewrichtspijn en
spierpijn, haaruitval, verlies van eetlust, verhoogde temperatuur.
Minder vaak voorkomende bijwerkingen van eribulin zijn: maag-darmproblemen,
respiratoire problemen, infecties, depressie en insomnie, verhoogde
leverfunctietest, afname van kalium, magnesium en fosfaat, uitdroging, toename
van glucose, verhoogde hartslag, droge mond, tranende ogen, bloedneus,
vochtophoping, gewichtsverlies en duizeligheid, tinnitus, interstitiële
longziekte, angio-oedeem, nierfalen, dysurie, hematurie, proteïnurie,
diep-veneuze trombose en longembolie, allergische reacties.
Publiek
European Knowledge Centre, Mosquito Way
Hatfield AL10 9SN, Hertfordshire
GB
Wetenschappelijk
European Knowledge Centre, Mosquito Way
Hatfield AL10 9SN, Hertfordshire
GB
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Histologisch bevestigde diagnose van weke delen sarcoom van een hoge of intermediaire graad met één van de volgende histologische subtypes: Adipocytensarcoom (inclsuiefgedifferentieerd, myxoïde, ronde cel, pleomorf), leiomyosarcoom.
2. Gedocumenteerd bewijs van gevorderde adipocyten- of leiomyosarcoom, niet vatbaar voor heelkunde en/of radiotherapie.
3. Proefpersonen moeten standaardbehandelingen gekregen hebben voor gevorderde weke delen sarcoom, waaronder een anthracycline (tenzij tegenaangewezen) met of zonder ifosfamide en daarna minstens één bijkomende therapie na het falen van de anthracycline.
4. Radiografisch bewijs van progressie van ziekte door middel van RECIST-criteria op of na de laatste kankerbestrijdende behandeling binnen 6 maanden voorafgaande aan randomisatie.
5. Aanwezigheid van meetbare ziekte die aan de volgende criteria voldoet:
a. minstens één letsel van * 1,0 cm diameter in lange as voor niet-lymfeklieren of * 1,5 cm diameter in korte as voor lymfeklieren, serieel meetbaar volgens RECIST 1.1, door middel van ofwel CT of MRI of panoramische en close-up kleurenfotografie.
b. laesies die met radiotherapie zijn behandeld, moeten bewijs vertonen van progressie van ziekte op basis van RECIST 1.1 om als doellaesies beschouwd te kunnen worden.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Proefpersonen die eender welke kankerbestrijdende behandeling hebben gekregen, waaronder radiotherapie, cytotoxische, hormonale, biologische (waaronder gehumaniseerde antistoffen) en doelgerichte middelen binnen 21 dagen, of enig experimenteel middel binnen 30 dagen voorafgaand aan randomisatie.
2. Proefpersonen die niet genezen zijn van acute toxiciteiten resulterend uit een eerdere kankerbestrijdende behandeling tot * Graad 1 volgens de Gemeenschappelijke terminologiecriteria voor bijwerkingen (CTCAE), behalve voor perifere neuropathie (zie exclusie 6) en alopecia.
3. Proefpersonen die eerder met dacarbazine zijn behandeld of deelgenomen hebben aan een onderzoek met eribuline (al dan niet behandeld met eribuline).
4. Bestralingstherapie die zich richt op > 30% van het beenmerg.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2010-024483-17-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01327885 |
CCMO | NL36010.018.11 |