In dit IMS III-onderzoek zal systematisch onderzocht worden of beroertepatiënten met een uitgangswaarde van >= 10 op de NIH Stroke Scale Score (8-9 bij een positieve CT-angiografie), die in de eerste 3 uur na aanvang van de symptomen een…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Centraal zenuwstelsel vaataandoeningen
- Embolieën en trombose
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Tijdens dit onderzoek zal onderzocht worden of beroertepatiënten met een
uitgangswaarde van >= 10 op de NIH Stroke Scale Score (8-9 bij een positieve
CT-angiografie), die in de eerste 3 uur na aanvang van de symptomen een
intraveneuze(IV)/intra-arteriële(IA) combinatiebehandeling met Actilyse®
krijgen, een beter klinisch verloop vertonen (gedefinieerd als een modified
Rankin Score van 0-2 na 3 maanden) dan beroertepatiënten die in de eerste 3 uur
na aanvang van de symptomen uitsluitend een intraveneuze behandeling met
Actilyse® krijgen.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire doelen van het onderzoek zijn
1. Vergelijken van de veiligheid van een gecombineerde IV/IA-toediening in
vergelijking met uitsluitend IV-toediening.
Ter beoordeling hiervan worden de sterfte na 3 maanden en het optreden van met
de behandeling samenhangende, symptomatische, intracraniale bloedingen binnen
24 uur na de behandeling betrokken.
2. Beoordelen van de efficiëntie van een gecombineerde IV/IA-toediening in
vergelijking met uitsluitend IV-toediening aan de hand van een aantal
secundaire ontwikkelingsparameters.
3. Vaststellen van de kostenefficiëntie van een gecombineerde behandeling in
vergelijking met een uitsluitend intraveneuze toediening aan de hand van de
volgende parameters: kosten en kwaliteit van leven in de 12 maanden na de
behandeling.
4. Opzetten en uitbouwen van een netwerk van klinische interventiecentra voor
onderzoek naar de veiligheid, de maakbaarheid en de mogelijke efficiëntie van
nieuwe interventiemethodes in het kader van de gecombineerde IV/IA-behandeling
voor het opnieuw doorlaatbaar maken van het getroffen bloedvat in de hersenen
Achtergrond van het onderzoek
Elk jaar krijgen in Nederland ca. 200.000 mensen voor het eerst een beroerte,
een derde hiervan overlijdt binnen 12 maanden. Bijna tweederde van de patiënten
die een beroerte overleven, blijft gehandicapt en is aangewezen op hulp van
derden. Oorzaak van de beroerte is hierbij de acute onderbreking van de
zuurstof- en voedingsvoorziening van de hersenen door een plaatselijk
ontstaande of door migratie aangevoerde trombus. De snelle diagnose van het
klinische symptoomcomplex, het snel overbrengen van de patiënt naar een in de
behandeling van beroertes gespecialiseerd ziekenhuis (stroke unit) en het zo
snel mogelijk starten met een adequate therapie zijn maatgevend voor het
resultaat van de behandeling op de lange termijn.
De primaire diagnostiek in het ziekenhuis omvat allereerst een lichamelijk en
neurologisch onderzoek. Met behulp van een CT of een MRI worden de locatie en
de omvang van de beroerte bepaald. Voor de primaire behandeling van de
vaatafsluiting bij een ischemische beroerte binnen de eerste drie uur na
aanvang van de symptomen, is trombolyse door middel van Recombinant Tissue
Plasminogen Activator, kortweg rt-PA genoemd, gangbaar. rt-PA is in Nederland
onder de naam Actilyse® toegelaten voor de behandeling van ischemische
beroertes en wordt als trombolyticum zowel systemisch (als uitsluitend
intraveneus infuus) als lokaal (als intra-arteriële toediening tijdens
cerebrale angiografie) ingezet.
Doel van het onderzoek
In dit IMS III-onderzoek zal systematisch onderzocht worden of
beroertepatiënten met een uitgangswaarde van >= 10 op de NIH Stroke Scale Score
(8-9 bij een positieve CT-angiografie), die in de eerste 3 uur na aanvang van
de symptomen een gecombineerde intraveneuze (IV)/intra-arteriële(IA)
behandeling met Actilyse® krijgen, een beter klinisch verloop vertonen
(gedefinieerd als een modified Rankin Score van 0-2 na 3 maanden) dan
beroertepatiënten die in de eerste 3 uur na aanvang van de symptomen
uitsluitend een intraveneuze behandeling met Actilyse® krijgen.
Onderzoeksopzet
IMS III is een internationaal, multi-centrisch, prospectief, gerandomiseerd,
open fase IIIB - onderzoek, waaraan wereldwijd 900 patiënten zullen deelnemen.
Patiënten met een ischemische beroerte, bij wie binnen 3 uur na aanvang van de
symptomen een trombolytische behandeling met Actilyse® gestart kan worden,
krijgen na het verkrijgen van de vereiste schriftelijke toestemming van de
patiënt resp. zijn wettelijke vertegenwoordiger in de verhouding 2:1 oftewel
een gecombineerde intraveneuze/intra-arteriële behandeling met Actilyse® of een
uitsluitend intraveneuze behandeling met dit trombolyticum. Daarbij krijgen de
patiënten die ingedeeld worden bij de groep die een combinatiebehandeling
krijgt, eerst gedurende 60 minuten een infuus met 0,9 mg Actilyse ® per
kilogram lichaamsgewicht (totale dosis max. 90 mg), gevolgd door een
intra-arteriële toediening van Actilyse® door middel van cerebrale angiografie
in de directe omgeving van de trombus (aanvullende toediening van max. 22 mg in
120 min., totale dosis max. 112 mg). Patiënten die ingedeeld worden in de groep
die uitsluitend een intraveneuze behandeling krijgt, krijgen een 60 minuten
durend infuus van 0,9 mg Actilyse ® per kilogram lichaamsgewicht (totale dosis
max. 90 mg). De patiënten krijgen verder de gebruikelijke standaardtherapie
voor de behandeling van een ischemische beroerte. De duur van de
ziekenhuisopname van de patiënt wordt niet verlengd door deelname aan het
onderzoek! Alle patiënten worden tijdens hun verblijf in het ziekenhuis
regelmatig klinisch onderzocht. Verdere nacontroles vinden plaats na 1, 3, 6 en
9 maanden en na een jaar.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De patiënt neemt in totaal ongeveer 1 jaar deel aan het onderzoek. In die periode volgt de patiënt de aanwijzingen van de onderzoeksarts op. In het algemeen verloopt het onderzoek als volgt. • Net als alle patiënten die een beroerte gehad hebben, wordt de patiënt lichamelijk en neurologisch onderzocht en krijgt daarna via een dunne slang een vloeistof en rt-PA toegediend in een ader in de arm (intraveneus infuus) • Afhankelijk van de gewoonte in het betreffende ziekenhuis wordt een magneetresonantie-tomografie (MRI) of een computertomografie (CT) gemaakt. Daarbij worden met een grote elektromagneet (MRI) of met een röntgenapparaat foto's van de hersenen gemaakt. Daarmee kan de arts de omvang van de beroerte beoordelen. • Voor de routinematige laboratoriumtests van de algemene bloedwaarden wordt ongeveer 30 ml bloed afgenomen uit een ader in de arm. • Op een voorgeschreven manier wordt door het toeval bepaald of de patiënt rt-PA als intraveneuze/intra-arteriële combinatiebehandeling krijgt, of alleen het intraveneuze infuus (deze bepaling door het toeval wordt randomisatie genoemd). De waarschijnlijkheid is hierbij 2:1, dat wil zeggen dat van elke drie patiënten er twee de intraveneuze/intra-arteriële combinatiebehandeling krijgen en één alleen het intraveneuze infuus (2:1 randomisatie). U, de patiënt en de arts weten daarbij altijd welke behandeling de patiënt krijgt. • Als de patiënt de behandeling krijgt met alleen intraveneus rt-PA, wordt het al aangelegde rt-PA-infuus voortgezet met een dosis van 0,9 milligram per kilo lichaamsgewicht (in totaal maximaal 90 mg). Na in totaal 60 minuten is de intraveneuze toediening klaar. • Als de patiënt rt-PA als intraveneuze/intra-arteriële combinatiebehandeling krijgt, wordt het intraveneuze infuus eerst ook voortgezet met 0,9 milligram per kilo lichaamsgewicht (maximaal 90 mg). Na in totaal 60 minuten is de intraveneuze toediening klaar. Vervolgens wordt een zogeheten cerebrale angiografie uitgevoerd, een routinebehandeling waarbij de vernauwingen in de hersenen met behulp van een contrastmiddel op een röntgenfoto zichtbaar gemaakt kunnen worden. Daarna volgt een aanvullende dosis van rt-PA (maximaal 22 mg) via een door een slagader (arterie) ingebrachte dunne plastic slang (katheter) direct tot het punt van het bloedstolsel in de hersenen gegeven voor thrombolyse en/of weghalen van het stolsel. De behandelend arts kan deze behandeling nog aanvullen met andere standaardbehandelingen, zoals het gebruik van zachte ultrasone golven, of goedgekeurde systemen om het bloedstolsel door de aangebrachte katheter naar buiten te halen. • Om pijn en onverwachte bewegingen van de patiënt te voorkomen, wordt de ingreep volgens de gangbare routine van het betreffende ziekenhuis met lokale anesthesie uitgevoerd. • Tijdens en na de behandeling wordt u regelmatig lichamelijk onderzocht. De hartslag en de bloeddruk van de patiënt worden gecontroleerd. • Afhankelijk van de gewoonte in het betreffende ziekenhuis, wordt na de behandeling ter controle nog een MRI/CT-onderzoek gedaan. Aansluitend volgt een zogeheten CTA (computertomografische angiografie), waarbij met behulp van een intraveneus toegediend contrastmiddel op de röntgenfoto zichtbaar gemaakt kan worden of het bloedstolsel in de hersenen opgelost is. • Hierna volgen nog meerdere controles van het bloed (er wordt steeds 30 ml afgenomen, 18-30 uur en 5 dagen na de behandeling) • Tijdens de patiënt verblijf in het ziekenhuis en bij zijn ontslag zal het onderzoekspersoneel de patiënt verzoeken enkele vragen over de diagnose te beantwoorden. • 7-10 dagen, 1 maand, 6, 9 en 12 maanden na de behandeling zal het onderzoeksteam opnieuw telefonisch contact met de patiënt opnemen en de patiënt verzoeken een aantal vragen over zijn gezondheid en over de op dat moment gebruikte medicijnen te beantwoorden. • 3 maanden na de behandeling zal de onderzoeksarts de patiënt uitnodigen voor een controle. Daarbij wordt de patiënt lichamelijk en neurologisch onderzocht en de arts zal de patiënt een aantal vragen stellen over zijn gezondheid op dat moment.
Inschatting van belasting en risico
rt-PA (Actilyse®) werd intussen bij miljoenen patiënten gebruikt. Het kan
echter zijn dat nog niet alle bijwerkingen en risico's onderzocht zijn.
Zeer vaak (bij meer dan een op de tien patiënten) kunnen daarom tijdens de
behandeling met rt-PA bloeduitstortingen en bloedingen ontstaan op de plaatsen
waar geprikt wordt om bloed af te nemen of de katheter in te brengen. Vaak (bij
meer dan een op de 100 patiënten) komen neusbloedingen, bloedend tandvlees,
bloedingen in de mond en keelholte, maag- of darmbloedingen, bloedingen in de
huid en bloed in de urine voor. Bloedingen in de hersenen zijn bijzonder
ernstig, omdat die tot blijvende invaliditeit of zelfs tot de dood kunnen
leiden. Bij patiënten die een beroerte hebben gehad, bestaat vanwege de
behandeling met rt-PA een risico van 10%, d.w.z. dat bij een op de 10 patiënten
een bloeding in de hersenen kan optreden. Bovendien zou het risico bij de
gecombineerde intraveneuze/intra-arteriële toediening van rt-PA in combinatie
met invasieve maatregelen, zoals het verwijderen van het bloedstolsel tijdens
een cerebrale angiografie, iets hoger liggen dan bij de uitsluitend
intraveneuze toediening. Bij vroegere onderzoeken naar gecombineerde
intraveneuze/intra-arteriële toepassing waren in ca. 4% van de gevallen (bij 4
op de 100 patiënten) transfusies nodig van bloed of bloedproducten.
In zeldzame gevallen (bij minder dan een op de 1.000 patiënten) kunnen tijdens
de rt-PA-behandeling bloedingen optreden in de lever, longen of ogen.
Er is ook een allergische reactie mogelijk op rt-PA (bij meer dan een op de
1.000 patiënten). Dit kan zich uiten in de vorm van huiduitslag (netelroos),
jeuk over het hele lichaam, of benauwdheid. Zeer zelden (bij minder dan 1 op de
10.000 patiënten) kan een allergische shockreactie voorkomen, die ernstig of
zelfs dodelijk kan verlopen.
Verdere mogelijke bijwerkingen zijn onder andere:
daling van de bloeddruk, veranderingen in de hartfrequentie, misselijkheid,
overgeven, verhoging of koorts.
Zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven mogen niet aan het onderzoek
deelnemen.
Met name moet hierbij vermeld worden, dat tijdens de routinematige cerebrale
angiografie via de katheter een contrastmiddel wordt ingespoten dat de
bloedvaten in de hersenen tijdens het onderzoek zichtbaar maakt op de
röntgenfoto. Dit contrastmiddel kan de nierfunctie enigszins belasten. Bij 2
tot 4 op de 100 patiënten kan het contrastmiddel een lichte allergische reactie
veroorzaken; bv. jeuk, huiduitslag, een koortsig gevoel of zich niet lekker
voelen. Ernstige allergische reacties, zoals benauwdheid, kunnen voorkomen bij
1 op de 1.000 patiënten. De stralingsdosis die gebruikt wordt bij de
routinematige angiografie en bij de routinematige controle-onderzoeken, is zeer
gering.
Bovendien bestaat er altijd een kleine kans dat er een bloedvat beschadigd
raakt door de katheter, dat een samentrekking van de slagader veroorzakt wordt
of dat andere bloedvaten afgesloten worden door losgeraakte deeltjes van het
bloedstolsel of deeltjes van de katheter. Bij de routinematige cerebrale
angiografie kunnen deze complicaties optreden in 3-5% de gevallen (bij 3 tot 5
op de 100 patiënten). Tijdens voorgaande onderzoeken naar gecombineerde
intraveneuze/intra-arteriële therapie met rt-PA traden deze complicaties in
minder dan 3% van de gevallen op.
Op de plaatsen waar bloed afgenomen wordt, kunnen pijn, een branderig gevoel,
zwelling, bloeding, stolsels, blaren en zelden ontstekingen of
zenuwbeschadigingen optreden. In totaal wordt er per patiënt in de loop van het
onderzoek niet meer dan 90 milliliter bloed afgenomen
Bij elk medicament kunnen zeldzame en niet eerder bekende bijwerkingen
optreden. Als er zich een probleem voordoet, wordt de patiënt meteen op een
passende manier behandeld. Daarom is het noodzakelijk dat de patiënt alle
tijdens het onderzoek optredende gezondheidservaringen, verstoringen van zijn
gezondheid of wijzigingen in de behandeling doorgeeft aan de onderzoeksarts,
ook als het volgens hem niet waarschijnlijk is dat er een verband is met de
toediening van het onderzoeksmiddel. De onderzoeksarts beslist dan over de
toepasselijke maatregelen. Bovendien zal een onafhankelijke groep van
deskundigen de veiligheid van het onderzoek en de bijwerkingen van het
medicament tijdens de deelname aan het onderzoek en gedurende de hele duur van
het onderzoek voortdurend controleren. Zowel met de uitsluitend intraveneuze
toediening van rt-PA als met de gecombineerde intraveneuze/intra-arteriële
toediening van dit geneesmiddel zijn goede resultaten aangetoond bij de
behandeling van patiënten met een beroerte. De onderzoekers hopen door de
resultaten van dit onderzoek naar de vergelijking van deze beide
toepassingsvormen de behandeling van patiënten met een beroerte verder te
kunnen verbeteren. Al bestaat er geen garantie dat de patiënten voordeel zullen
hebben van het deelnemen aan dit onderzoek, toch kan de informatie over de
ervaringen die uit hun deelname aan het onderzoek gehaald wordt erg nuttig zijn
voor toekomstige patiënten met een beroerte. Daarom wordt de verhouding
nut-risico van het onderzoek positief ingeschat.
Publiek
University of Cincinnati, Academic Health Center, Department of Neurology - PO Box 670525
Cincinnati OH 45267-0525
US
Wetenschappelijk
University of Cincinnati, Academic Health Center, Department of Neurology - PO Box 670525
Cincinnati OH 45267-0525
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• Leeftijd: 18 tot en met 82 jaar (d.w.z.: kandidaten moeten hun 18e verjaardag gehad hebben, maar mogen nog geen 83 jaar geworden zijn)
• Starten met intraveneuze rt-PA binnen 3 uur na het begin van de CVA-symptomen. De tijd waarop de verschijnselen zich begonnen voor te doen wordt bepaald als de laatste keer dat de patiënt op zijn baseline gezien is
• Een NIHSSS-score > 10 op het moment dat wordt begonnen met intraveneus rt-PA of een NIHSSS >7 en <10 met een occlusie in M1, ICA of de basilarie arterie zichtbaar op CTA bij instellingen waar het maken van een baseline-CTA de standaard is in de zorg voor acute CVA-patiënten.
• Controle door de onderzoeker of de persoon de juiste IV rt-PA-dosis krijgt/gekregen heeft voor zijn geschatte gewicht, voorafgaand aan de randomisatie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Geschiedenis van CVA in de afgelopen 3 maanden
• Eerdere intra-craniale bloeding, neoplasma, subarachnoïdale bloeding of arterioveneuze misvorming
• Klinisch beeld suggereert een subarachnoïdale bloeding, ook al is de eerste CT-scan normaal
• Hypertensie op het moment van behandelen; bloeddruk systolisch> 185 of diastolisch > 110 mm Hg) of agressieve maatregelen nodig om de bloeddruk onder deze grenzen te krijgen.
• Veronderstelde septische embolus, of vermoeden van bacteriële endocarditis
• Veronderstelde pericarditis, inclusief pericarditis na acuut MI
• Vermoeden van een aortadissectie
• Recente (30 dagen of minder geleden) operatie aan of biopsie van parenchym orgaan
• Recent (30 dagen oud of minder) trauma, met inwendig letsel of ulcererende wonden
• Recent (90 dagen oud of minder) ernstig hoofdtrauma of hoofdtrauma met verlies van bewustzijn
• Enige actieve of recente (30 dagen of minder geleden) bloeding
• Patiënten met bekende erfelijke of verworven hemorragische diathese, stollingsfactordeficiëntie of orale antistollingstherapie dienen voor opname in het onderzoek stollingstests te ondergaan. Iedereen met INR > 1,7 of het in de instelling gebruikte equivalent aan protrombinetijd is uitgesloten. Voor patiënten zonder geschiedenis of vermoeden van coagulopathie zijn geen laboratoriumtests naar INR-waarde of protrombinetijd nodig voor opname in het onderzoek.
• Vrouwen in de vruchtbare leeftijd van wie bekend is dat ze zwanger zijn en/of borstvoeding geven of bij wie een zwangerschapstest positief is
• Baseline laboratoriumwaarden: glucose < 50 mg/dl of > 400 mg/dl, bloedplaatjes <100.000, of Hct <25%
• Patiënten die hemodialyse of peritoneale dialyse ondergaan, of die contrageïndiceerd zijn voor angiogrammen
• Patiënten die heparine of een directe trombine-inhibitor gekregen hebben (Angiomax*, argatroban, Refludan*, Pradaxa) binnen 48 uur moeten een normale partiële tromboplastinetijd (PTT) hebben om in aanmerking te komen
• Patiënten die in de afgelopen 7 dagen een arteriële punctie op een niet-compressibele plaats of een lumbaalpunctie hebben ondergaan
• Patiënten met een insult tijdens het begin van de beroerte
• Patiënten met een reeds bestaande neurologische of psychiatrische aandoening die de neurologische of functionele beoordelingen kan vertroebelen, de mRS-score op de baseline moet < 2 zijn. Dit sluit patiënten uit die in een verpleeghuis wonen of die voor de algemene dagelijkse handelingen (toiletbezoek, aan- en uitkleden, eten, koken, maaltijden voorbereiden etc.) niet volledig onafhankelijk zijn.
• Andere ernstige, gevorderde of terminale ziekten
• Elke andere afwijking die volgens de onderzoeker een significant risico vormt voor de patiënt als er begonnen wordt met de Activase®/Actilyse® (Alteplase)-behandeling
• Huidige deelname aan een ander onderzoeksprogramma naar behandeling met medicatie
• De onmogelijkheid een geschreven geïnformeerde toestemming (informed consent) te verkrijgen zoals die volgens de ter plaatse geldende regels vereist is.;CT-scan exclusiecriteria
• Hyperdense lesie, overeenkomend met enige graad van bloeding
• Significante ruimte innemende massa met verschuiving van de middellijn
• Grote (>1/3 van de middelste hersenarterie) gebieden met duidelijke hypodensiteit op de baseline CT-scan. (ASPECTS < 4 kan dienen als richtlijn) Verminderde sulcus en/of verlies van grijs-wit differentiatie zijn geen contra-indicaties voor deelname
• CT-aanwijzing voor intraparenchymale tumor
- Uitgangs-CTA zonder aanwijzingen voor occlusie van een aterieel bloedvat. (LET OP: Voor het onderzoek is geen uitgangs-CTA-scan nodig, maar als CTA standaard wordt gemaakt voorafgaand aan rt-PA iv, dient de verkregen informatie over de laesie te worden gebruikt om te voldoen aan dit exclusiecriterium)
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2009-017454-12-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT00359424 |
CCMO | NL34886.100.10 |