Dit onderzoek is opgezet om de gevolgen van het RS virus bij beademde kinderen op longfunctie te bestuderen. Wij zijn de eerste groep van onderzoekers die deze functionele gevolgen gaan onderzoeken. Daarnaast willen wij de mechanismen die ten…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Luchtweginfecties
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het hoofddoel van het onderzoek is om de verschillen in longfunctie één jaar na
ziekenhuisopname met een RS infectie tussen beademde en niet-beademde kinderen
te bestuderen.
Secundaire uitkomstmaten
a)De mechanismen die de verminderde longfunctie veroorzaken te bestuderen.
Mogelijke mechanismen zijn klinische parameters (zoals leeftijd of gewicht),
eigenschappen van het virus, eigenschappen van de afweerreactie van de patient,
de mate en duur van kunstmatige beademing en schade aan longweefsel
b)De verschillen in klachten van piepende ademhaling gedurende het eerste jaar
na ziekenhuisopname tussen beademde en niet beademde kinderen te bestuderen.
c)Te bestuderen of er een relatie bestaat tussen het aanntal episoden van
klachten piepende ademhaling en de slechtere longfunctie
Achtergrond van het onderzoek
De kans op het ontwikkelen van chronisch obstructief longlijden (COPD) op
latere leeftijd is in sterke mate afhankelijk van hoe goed de longfunctie is
tijdens de puberteit. Dit betekent dat iemand veel eerder COPD ontwikkelt op
het moment dat tijdens de puberteit de longfunctie slechter is vergeleken met
gezonde mensen. Elke schade aan de zich ontwikkelende long van een kind heeft
een negatief effect op de longfunctie tijdens de puberteit. Een voorbeeld
hiervan is een virale luchtweginfectie door het respiratoir syncytieel virus
(RSV). RSV is de belangrijkste verwekker van virale lagere luchtweginfecties
bij zuigelingen. Op de leeftijd van 2 jaar is iedereen minstens 1 keer
geïnfecteerd geraakt met het virus, en herinfecties komen veelvuldig voor.
Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 4000 * 5000 babies en jonge kinderen
opgenomen met een longontsteking door het RS virus. Vervolgonderzoeken bij deze
jonge kinderen hebben laten zien dat dit leidt tot een slechtere longfunctie,
vooral passend bij een belemmerde uitademing (obstructieve longaandoening)
vergelijkbaar met astma. Daarbij heeft ongeveer 50% van de kinderen met een
slechtere longfunctie klachten van een piepende ademhaling zoals bij astma. Het
gevolg hiervan is dat deze kinderen al dan niet terecht worden behandeld met
astma-medicijnen. Daarnaast geven ouders aan dat de klachten van een piepende
ademhaling een negatieve invloed heeft op de kwaliteit van leven van het kind.
Tot op de dag van vandaag is het echter niet mogelijk om klachten van een
piepende ademhaling met medicijnen te voorkomen.
Bij een deel van de babies die worden opgenomen in het ziekenhuis met het RS
virus ontstaat een ernstige benauwdheid waarvoor het zelfs nodig is om de
ademhaling te ondersteunen door middel van kunstmatige beademing. Hoewel
kunstmatige beademing voor deze babies levensreddend is zijn er ook ernstige
bijwerkingen van het beademen. Kunstmatige beademing veroorzaakt een ontsteking
van de long en kan daarmee dus de longontsteking veroorzaakt door het RS virus
verergeren (double-hit principe). Een verergering van de longontsteking zal dus
nog meer een nadelig effect hebben op de longfuctie, maar dit is tot op heden
nog niet onderzocht. Een behandeling voor beademde babies met het RS virus is
niet beschikbaar. Medicijnen zoals corticosteroïden hebben geen gunstig effect.
Dat komt omdat de mechanismen die ten grondslag liggen aan de door het RS virus
veroorzaakte schade aan de longen nog niet volledig zijn opgehelderd. Dit
betekent dat er ook nog geen medicijnen zijn om de nadelige effecten op langere
termijn zoals een slechtere longfunctie en terugkerende klachten van piepende
ademhaling tegen te gaan.
Doel van het onderzoek
Dit onderzoek is opgezet om de gevolgen van het RS virus bij beademde kinderen
op longfunctie te bestuderen. Wij zijn de eerste groep van onderzoekers die
deze functionele gevolgen gaan onderzoeken. Daarnaast willen wij de mechanismen
die ten grondslag liggen aan de door het RS virus veroorzaakte schade aan de
longen bestuderen en de invloed van kunstmatige beademing.
Onderzoeksopzet
Dit is een prospectieve cohort studie van beademde babies opgenomen met het RS
virus op de kinderintensive care van het Beatrix Kinderziekenhuis en
niet-beademde babies opgenomen met het RS virus op een gewone kinderafdeling
gedurende vier achtereenvolgende RSV seizoenen (1 oktober 2011 * 31 maart
2015).
De patienten worden onderverdeeld in drie groepen:
*groep I: RSV positief, beademing ja
*groep II: RSV positief, beademing nee
*groep III: RSV negatief, beademing ja
Inschatting van belasting en risico
Dit onderzoek past in het concept van gezond opgroeien en ouder worden. Een
beter begrip van het ziekte-proces zal ons in staat stellen om medicijnen te
ontwikkelen die we kunnen gebruiken in de behandeling om uiteindelijk er voor
te zorgen dat een verslechtering van de longfunctie kan worden voorkomen en
kinderen geen klachten van een piepende ademhaling meer hebben. Dit heeft
gunstige effecten op zowel de korte als de lange termijn. Met het verdwijnen
van de klachten van een piepende ademhaling zullen uiteindelijk minder kinderen
worden behandeld met astma-medicijnen en treedt een verbetering van de
kwaliteit van leven op. Daarnaast, en net zo belangrijk, verminderen we ook de
kans op het vroeger optreden van COPD op latere leeftijd.
Er zijn geen specifieke voordelen verbonden aan deelname aan dit onderzoek. De
risico's verbonden aan dit onderzoek kunnen als matig worden beschouwd.beademde
zuigelingen bij een broncho-alveolaire lavage wordt verricht kunnen kortdurend
een periode doormaken van een verlaagde transcutaan gemeten zuurstofsaturatie.
Het verkrijgen van een neusspoelsel gaat op zich gepaard zonder risico, maar
kan wel enig kortdurend ongemak veroorzaken bij de zuigeling. Bij beademde
kinderen wordt bloed afgenomen uit de reeds aanwezige arterielijn, maar bij
niet -beademde kinderen dient een venapunctie te geschieden hetgeen uiteraard
altijd als onprettig wordt ervaren.
Om het longfunctie onderzoek dat wordt verricht een jaar na ontslag uit het
ziekenhuis te vergemakkelijken wordt het kind in een lichte slaap gebracht met
oraal chloralhydraat hetgeen zeer vaak wordt gebruikt voor procedurele sedatie.
Desalniettemin is een kinderarts gecertificeerd in advanced paediatric life
support aanwezig tijdens het onderzoek.
Publiek
P.O. Box 30.001
9700 RB Groningen
NL
Wetenschappelijk
P.O. Box 30.001
9700 RB Groningen
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
*Leeftijd< 12 maanden
*Opgenomen met een eerste episode van RSV LLWI gedefinieerd als volgt: aanwezigheid van een of meerdere symptomen waaronder koorts (* 37.5° C), hoesten, neusverkoudheid, piepen en/of crepitaties bij auscultatie van de longen
*Virologisch bewezen RSV LLWI (dwz een positieve DIFA of EIA)
*Voor groep III: opgenomen na electieve chirurgie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
*Leeftijd * 12 maanden
*Geboren na een zwangerschapsduur * 32 weken
*Zuigelingen met chronic lung disease of prematurity (gedefinieerd als zuurstofafhankelijkheid op de leeftijd van 28 tot 56 dagen na geboorte)
*Zuigelingen met een haemodynamisch significante hartafwijkingen
*Zuigelingen met een immuundeficientie
*Zuigelingen met een aangeboren of verworven neuromusculaire aandoening
*Louter poliklinisch behandelde zuigelingen
*Zuigelingen met een ziekenhuis verworven RSV LLWI
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL34681.000.10 |