Evaluatie van het effect van vroege BCG-vaccinatie op de ontwikkeling van astma en allergische rhinitis gedurende de kinderleeftijd - follow-up studie op de leeftijd van 7 jaar.

De toename in prevalentie van allergische aandoeningen in landen met een
zogenaamde Westerse levensstijl, zou een gevolg kunnen zijn van de afgenomen
expositie aan infecties in het vroege leven.

Vaststellen van het effect van BCG vaccinatie in 6 weken oude hoog-risico
kinderen op de prevalentie van astma en allergische rhinitis op de leeftijd van
7 jaar.

Het betreft een enkel-geblindeerde, gerandomiseerde studie.

Het onderzoek kent een minimale belasting, de primaire interventie is al
verricht in het eerdere onderzoek. Vragenlijsten zullen worden verzonden, welke
thuis ingevuld kunnen worden. Ouders en kind zullen worden gezien op de
polikliniek door een kinderarts, ervaren in de kinderallergologie. Hierna
zullen zij aansluitend een longfunctie blazen met NO-meting, en zal een
bloedafname plaatsvinden, beiden door ervaren personeel van het Wilhelmina
Kinderziekenhuis te Utrecht.
Er is een klein risico op het optreden van piepende benauwdheid in de uren
voorafgaand aan de longfunctie, door het tijdelijk staken van beta-mimetica,
waarvoor ouders geinstrueerd worden dit te behandelen met herstarten van
beta-mimetica zo nodig. Tevens is er een risico op verergering van de
allergische rhinitis door het onderbreken van de nasale corticosteroiden,
waarvoor adviezen gegeven zullen worden en zo nodig herstart wordt met de
medicatie. Het risico hierop wordt overlegd met de behandelend arts, en als
deze adviseert de medicatie niet te stoppen zullen de onderzoekers dit advies
volgen.