Het meten van de impact van twee tegenovergestelde communicatiestijlen van een zorgverlener (empatisch en positief vs. koud en onzeker) op neurofysiologische veranderingen (afgifte van endogene dopamine) in het menselijke brein door middel van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Stoornissen menstruatiecyclus en uterusbloeding
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Bindingspotentiaal van [11C]-raclopride in de nucleus accumbens (NAC) als een
indicatie van de afgifte van endogene dopamine.
Secundaire uitkomstmaten
Affectieve reacties (toestandsangst, positief en negatieve affectstaat),
cognitieve reacties (uitkomstverwachtingen en percepties over de klacht) en
fysiologische opwinding (hartslag en huidgeleiding).
Achtergrond van het onderzoek
Onderzoek heeft aangetoond dat patiënt-zorgverlener interactie een belangrijke
component speelt in het produceren van placebo effecten. Dopamine en endogene
opioïden spelen een belangrijke rol in het neurale substraat van psychologische
mechanismen als verwachtingen, beloning en motivatie. Deze mechanismen zijn
inherent betrokken bij de communicatie tussen patiënten en zorgverleners. Uit
onderzoek is bekend dat bepaalde aspecten in patiënt-zorgverlener communicatie,
zoals door de arts getoonde empathie, belangrijk zijn voor patiënten-
uitkomsten. Een warme, empatische interactie waarin een positieve verwachting
wat betreft de behandeluitkomst wordt uitgesproken, beïnvloedt de verwachtingen
en andere uitkomstmaten van de patiënt in positieve zin in verhouding tot een
koude, niet-empatische interactie waar met twijfel over de behandeluitkomst
wordt gesproken. Deze communicatiestijlen hebben ook een directe invloed op
psychofysiologische maten, zoals hartslag en huidgeleiding. Het is echter nog
onduidelijk hoe de beschreven communicatiestijlen het afgeven van
neurotransmitters beïnvloedt in hersengebieden die betrokken zijn bij
verwachtingen, beloning en motivatie.
Doel van het onderzoek
Het meten van de impact van twee tegenovergestelde communicatiestijlen van een
zorgverlener (empatisch en positief vs. koud en onzeker) op neurofysiologische
veranderingen (afgifte van endogene dopamine) in het menselijke brein door
middel van positron emissie tomografie (PET).
Onderzoeksopzet
Dit is een *proof-of-priniciple* studie waarin twee groepen proefpersonen
kijken naar een van twee verschillende video*s van een communicatie tussen een
arts en een patiënt met ernstige menstruatiepijn. Totaal worden 36 gezonde
vrouwen geworven die aan initiële inclusie criteria voldoen. Twaalf vrouwen met
het hoogste inlevingsvermogen worden geïncludeerd voor deze PET-studie. Elke
proefpersoon ondergaat een PET-scan waarin gebruik wordt gemaakt van
[11C]-raclopride als radiotracer, waarmee tijdens de scan de bindingspotentiaal
van dopamine receptoren zichtbaar kan worden gemaakt. Tijdens de scan, wordt
aan proefpersonen gevraagd zich zo goed mogelijk in te leven in de patiënt die
in korte video wordt getoond. De video laat (een gedeelte van) een
huisartsconsult zien waarin de huisarts op empatische en positieve wijze
communiceert (video 1) of juist op een on-empatische wijze en een onzekere
behandeluitkomst onderstreept (video 2). Zes proefpersonen zien de video 1 en
zes andere proefpersonen zien video 2, proefpersonen worden willekeurig aan een
van deze groepen toegewezen. Op een dag voorafgaand aan de PET-scan zal elke
proefpersoon een MRI-scan ondergaan om de coördinaten van de anatomie van het
brein vast te stellen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Het bekijken van een (een gedeelte van) een huisartsconsult zien waarin de huisarts op empatische en positieve wijze communiceert (video 1) of juist op een on-empatische wijze en een onzekere behandeluitkomst onderstreept (video 2) tijdens een PET-scan.
Inschatting van belasting en risico
Proefpersonen vullen enkele vragenlijsten in. Dit brengt geen risico*s met zich
mee. De MRI en PET scan worden uitgevoerd bij het Department voor Nuclear
Medicine & PET research van het VU Medical Center (VUmc). De risico*s die
geassocieerd zijn met de PET scan zijn erg beperkt: proefpersonen worden
blootgesteld aan een tracer dosis van straling (ongeveer 4 millisievert (mSv),
dus minder dan 10 mSv). Voor de toediening van de radiotracer wordt in de arm
een katheder aangebracht. Er zijn minimaal risico*s voor het ondergaan van de
MRI scan. Proefpersonen ondergaan geen medische behandeling.
Publiek
Postbus 1568
3500 BN Utrecht
NL
Wetenschappelijk
Postbus 1568
3500 BN Utrecht
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Vrouwen tussen de 18 en de 45 jaar, die in de afgelopen 6 maanden menstruatiepijn hebben ervaren (minstens 40% op een VAS schaal waarbij 100% de maximaal denkbare pijn is).
Een regelmatige menstruatiecyclus.
Hoogste empathie scores van alle vrouwen die zich aanmelden (hoogste tertiel).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Niet over de vaardigheid beschikken om zonder hulp een conversatie in het Nederlands te voeren
Claustrofobie
Metalen objecten in of om het lichaam (beugels, pacemaker, metalen scherven)
Zwangerschap of de mogelijkheid dat een proefpersoon zwanger is.
Eerdere blootstelling aan straling waardoor de vrijwilliger door deze studie cumulatief aan meer dan 10mSV blootsgesteld zou worden.
Behandeling met dopamine antagonisten
Rokers (exclusie van het PET scan gedeelte)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
Ander register | 1263 |
CCMO | NL38364.041.11 |