Het doel van deze studie is het ontwikkelen van een functieprofiel van mensen met a-specifieke nekpijn. Het functieprofiel moet tijdens het diagnostische proces erbij helpen om de door de patiënt ervaren beperkingen te objectiveren. Het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
Stoornissen van het houdings en bewegingsapparaat.
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De belangrijkste onderzoeksvariabele is de grote van de *gain* (ratio tussen
snelheid van stimulus en oogbeweging) van de cervico-oculaire reflex (COR), de
vestibulo-oculaire reflex (VOR) en de optokinetische reflex (OKR) bij de twee
verschillende groepen. Er wordt rekening gehouden met de leeftijd, omdat de
gain van de COR met hogere leeftijd toeneemt.
De mate van smooth pursuit van het oog bij het volgen van een bewegende
laserpunt.
De grote van de joint position error.
Het verschil in actief bewegen van de hoog cervicale wervelkolom (C0-C3) en de
mid cervicale wervelkolom (C3-C7).
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire uitkomstmaten zijn de actieve ROM van de cervicale wervelkolom,de
ervaren pijn en het ervaren functioneren van de cervicale wervelkolom.
Achtergrond van het onderzoek
A-specifieke nekpijn is een veelvoorkomend klacht. De prevalentie van nekpijn
in de gehele populatie is tussen de 0.4% en 86.8% (gemiddelde: 23.1%) met een
geschatte 1 jaars incidentie van nekpijn tussen de 10.4% en 21.3%.(Hoy, Protani
et al. 2010). De groep van mensen met a-specifieke nekpijn lijkt heterogeen te
zijn, geen leeftijdsgroep, hoog of laag stress niveau of beroep wordt gespaard
(Wright et al,. 1999).
Bij mensen met a-specifieke nekpijn is de mobiliteit en stabiliteit van de
cervicale wervelkolom vaak afgenomen. Daarnaast wordt ook regelmatig
draaierigheid, duizeligheid en moeite met het houden van evenwicht
gerapporteerd (Eck et al,. 2001). De ontstaansmechanismen hiervan, met name in
de groep van mensen met a-specifieke nekpijn, zijn echter nog onduidelijk.
Nu zijn er aanwijzingen dat een verstoorde sensomotoriek hierin een rol speelt
(Treleaven, 2008). De term sensomotoriek beschrijft alle afferente, efferente
en de centrale integratie en de verwerkingscomponenten die betrokken zijn bij
het in stand houden van de posturale stabiliteit door intrinsieke motor-control
eigenschappen (Kristjansson et al., 2009).
Afferente informatie van het vestibulaire, visuele en proprioceptieve systeem
van de cervicale wervelkolom spelen een belangrijke rol in de sensomotore
controle van houding en hoofd en oog bewegingen (Treleaven, 2008). De
aansturing van de cervicale suboccipitale spieren is afhankelijk van informatie
vanuit het centrale zenuwstelsel, het visuele en vestibulaire apparaat (Bolton,
1998, Corneil, 2002, Helsttrom, 2002). Een van de reflexen welke betrokken is
bij de afferente input van de cervicale musculatuur is de cervico oculaire
reflex (COR) (Kelders et al., 2006). Neurofysiologisch onderzoek laat zien, dat
de sensorische input van de cervico-oculaire reflex (COR) uit de nek komt. De
receptoren zitten in de spieren en in de facetgewrichten (Hikosaka et al.,
1973). Mogelijk kunnen verandering van de proprioceptie aangetoond worden, door
veranderingen in de synergie van de oogreflexen te meten. De oogreflexen
stabiliseren het netvlies tijdens bewegingen van het hoofd. Deze reflexen
kunnen niet bewust beïnvloedt worden en komen uit drie verschillende
sensorische gebieden: De vestibulo-oculaire reflex (VOR), de cervico-oculaire
reflex (COR) en de optokinetische reflex (OKR). De drie reflexen kunnen
adapteren en passen zich zo aan elkaar aan. Door experimentele stimuli is
duidelijk geworden, dat de COR en de VOR zich aan elkaar kunnen aanpassen.
Afhankelijk van de stimulus nemen de reflexen toe of af (Montfoort et al.,
2008). Dit proces is reversibel (Bronstein et al., 1995).
Stimulatie van de cervicale afferentie bij mensen zonder nekpijn door vibratie
veroorzaakt verstoringen in oog en hoofd positie, posturale stabiliteit en de
snelheid en richting van lopen of rennen (Bove, 2002, Courtine 2003).
Bij patiënten met cervicale sensorische dysfunctie kunnen aanwezig zijn;
verstoringen in joint position sense (Heikkila, 1996, Treleaven, 2003),
posturale stabiliteit (Sjostrom 2003, Treleaven, 2005a,b, Field, 2007) en
veranderde oculomotore controle zoals een verstoorde smooth pursuit (Tjell,
2003, Storaci 2006).
Verstoringen in pupil en oog bewegingen, een toegenomen gain van de COR en
verstoorde posturale stabiliteit zijn waargenomen bij patiënten met nekpijn na
een doorgemaakt trauma in associatie met dizziness (Tjell, 2003,
Treleaven,2003,2005a,b, Montfoort, 2006). Er zijn tevens enige eerste
aanwijzingen dat deze begeleidende symptomen ook aanwezig kunnen zijn bij
mensen met idiopatisch nekpijn (Kristjansson,2003, Field, 2007).
Onderzoek laat ook specifieke verstoringen zien in de coördinatie van diep
gelegen en oppervlakkige cervicale musculatuur (Jull, 2004).
Studies hebben ook een toegenomen electromyografische activiteit van de grote
oppervlakkige musculus sternocleidomastoideus en de musculus scalenus anterior
laten zien bij mensen met nekpijn (Falla, 2004, Jull, 2004). Dit wordt
geassocieerd met afgenomen activiteit van de diep gelegen cervicale flexoren te
weten de longus capitis en de longus colli en verminderde cranio cervicale
flexie (Falla, 2004).
Het grootste deel van het onderzoek wat de afgelopen decennia is verricht heeft
zich gericht op subgroepen van mensen met nekpijn zoals mensen met nekpijn na
een auto ongeval of mensen met chronische nekpijn. De verstoring in
sensormotoriek en de daarbij behorende verschijnselen zoals dizziness is meer
evident in deze groep. (Tjell,2003, Treleaven, 2003, Treleaven 2005 a,b, Field
2007).
Het ontbreken van onderzoek welke het verband tussen a-specifieke nekpijn en
een verstoorde sensomotoriek aantoond maakt het komen tot een exacte diagnose
op dit moment lastig. Daarnaast bestaat er nog onduidelijkheid over het maken
van een precieze analyse omtrent de sensormotoriek en welk onderdeel binnen de
sensomotoriek dan verstoord is.
Dit onvermogen leidt hiermee ook tot het feit dat het lastig is tot een
specifieke behandeling te komen bij mensen met aspecifieke nekpijn.
Dit onderzoek is op de hypothese gebaseerd dat het meten van reflexmatige
oogbewegingen mogelijk de verbindende schakel tussen de functionele stoornissen
en ervaren beperkingen van mensen met aspecifieke nekpijn kan zijn. Het meten
van de reflexen kan erbij helpen de ernst van de klachten objectief te bepalen.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is het ontwikkelen van een functieprofiel van mensen
met a-specifieke nekpijn. Het functieprofiel moet tijdens het diagnostische
proces erbij helpen om de door de patiënt ervaren beperkingen te objectiveren.
Het functieprofiel bestaat uit fysieke parameters, zoals onder andere
reflexmatige oogbewegingen, coordinatieve functies van de cervicale wervelkolom
(joint reposition error) en ervaren beperkingen. Er wordt gekeken of de
specifieke objectieve parameters in verband staan met elkaar.
De hoofdvraag is: Kan door middel van het opstellen van een functieprofiel met
een beperkt aantal fysieke parameters een verandering in de mate van beperking
van a-specifieke nekpijn geobjectiveerd worden ten opzichte van mensen zonder
nekpijn?
De subvragen luiden als volgt:
Is er een significant verschil tussen de *gain* (ratio tussen snelheid van
stimulus en oogbeweging) in de COR, VOR en OKR bij mensen met en zonder
a-specifieke nekpijn?
Is er een significant verschil in de uitkomst van de smooth pursuit neck
torsion test (SPNT) bij mensen met en zonder a-specifieke nekpijn?
Is er een significant verschil in de cervicale joint position sense bij mensen
met en zonder a-specifieke nekpijn?
Is er een significant verschil in actief bewegen van de hoog cervicale
wervelkolom (C0-C3) en de mid cervicale wervelkolom (C3-C7) bij mensen met en
zonder a-specifieke nekpijn?
Is er een correlatie tussen de synergie van de *gain* van de drie verschillende
oogreflexen (COR,VOR en OKR) en de cervicale functie (range of motion, joint
position error en actief bewegen van de hoog en mid cervicale wervelkolom)?
Is er een correlatie tussen de ervaren klachten (Vas, Neck Disability Index and
Dizziness Handicap Inventory) en objectieve parameters (COR, VOR, OKR en SPNT)?
Onderzoeksopzet
De opzet van de studie is een cross sectioneel onderzoek.
Er vindt een meetmoment plaats waarop de metingen verricht worden.
Dit geldt zowel voor de groep van mensen met a-specifieke nekpijn als voor de
controle groep.
Inschatting van belasting en risico
Aan het onderzoek zijn geen risico's en geen lichamelijke en psychische
bijwerkingen of ongemakken verbonden. Daarnaast wordt van de proefpersonen
gevraagd om bij het meetmoment een vragenlijst in te vullen. Dit duurt ongeveer
10 minuten. Er vindt geen extra lichamelijk onderzoek plaats.
Publiek
Dr. Molewaterplein 50
Rotterdam 3015GE
NL
Wetenschappelijk
Dr. Molewaterplein 50
Rotterdam 3015GE
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Alle volwassen proefpersonen (niet ouder dan 60 jaar) met a-specifieke nekklachten niet langer dan een jaar aaneengesloten. Zij moeten in staat zijn de metingen van de COR,VOR en OKR te ondergaan (30 min in een stoel kunnen zitten; op een *bite-board* bijten; zich comfortabel voelen in een donkere ruimte) . Hun visus moet goed genoeg zijn om zonder een bril een laserpunt te volgen op een donkere achtergrond in een donkere omgeving. Zij moeten een nederlandstalige tekst kunnen lezen en vragen schriftelijk kunnen beantwoorden. De proefpersonen uit de controlegroep mogen geen klachten aan de cervicale wervelkolom hebben en nooit een auto-ongeval meegemaakt hebben.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
De proefpersonen mogen geen medicatie gebruiken die hun aandacht of evenwicht verstoord (bv. benzodiazepines, barbiturates). Zij mogen geen neurologische afwijkingen hebben en geen vestibulaire stoornissen. Alle proefpersonen met een nektrauma inclusief wat door een auto-ongeval is ontstaan worden uitgesloten.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL37415.078.12 |