De manipulatie van eiwitinname op de anabole respons in gezonde jonge mannen

Eiwitinname stimuleert de snelheid van eiwitsynthese, en dit effect is groter
wanneer lichamelijke activiteit wordt gedaan voor voedselinname. Voor het
maximaliseren (of onderhouden) van spiermassa is het daarom belangrijk om de
adaptieve respons op voedselinname te optimaliseren. Echter, er is weinig
informatie beschikbaar over de effecten van voeding (met een laag of hoog
eiwitgehalte) die voor de maaltijd wordt ingenomen, op de stimulatie van
eiwitsynthese na de maaltijd. Het is daarom nodig om de effecten van een
hoog-eiwit maaltijd te vergelijken met een adaptatie aan hoge of lage habituele
eiwitinname. Een adaptatie is afhankelijk van tijdsduur, maar ook van de
vertering/opname of in de spier. Deze factoren kunnen de snelheid van
spieropbouw vergroten of verkleinen door een veranderde gevoeligheid voor
aminozuren. Om deze reden willen we de acute impact van een hoog-eiwitmaaltijd
die eerder is gegeten op snelheid van spiereiwitsynthese meten na eiwitinname
en fysieke activiteit (studie 1). Tevens willen we onderzoeken of de anabole
respons op eiwit verandert na een langere periode (14 dagen) van voeding
hoog/laag in eiwitgehalte in gezonde jonge mannen (studie 2).

Studie 1: De impact van eerdere inname van een hoog-eiwit maaltijd op normale
toenamen in eiwitsynthesesnelheden na een eiwitinname en fusieke activiteit
onderzoeken in gezonde jonge mannen.

Studie 2: De impact van een habituele inname (hoog/laag eiwit, 14 dagen) op de
eiwitsynthese na ingestie van voedingseiwit onderzoeken.

Parallel, gerandomiseerd (studie 1 en 2)

Studie 1: Na een-benige krachttraining consumeert een groep deelnemers (n=12) eiwitdrankjes met een hoog eiwitgehalte, en een tweede groep (n=12) consumeert een isocalorische koolhydraatdrank. De ochtend erna consumeren beide groepen 20g wei-eiwit. Studie 2: Een groep deelnemers (n=12) consumeert een hoog-eiwit dieet voor een periode van 14 dagen, een tweede groep (n=12) consumeert een laag-eiwit dieet voor 14 dagen. Op de dag na de voedingsinterventie, consumeren beide groepen 20g caseine-eiwit.

De risico's die zijn verbonden aan deelname zijn minimaal. Het inbrengen van de
katherers is vergelijkbaar met een bloedafname en kan resulteren in een klein
hematoom. We zullen 9 bloedmonsters (studie 1) en 15 bloedmonsters (studie 2)
afnemen, elk 8mL. De totale hoeveelheid bloed die wordt afgenomen is minder dan
de helft van wat er normaal tijdens een bloeddonatie wordt afgenomen; deze
hoeveelheid zal weer volledig zijn aangemaakt na ongeveer 1 maand. Spierbiopten
zullen worden afgenomen nadat de plaats van het biopt lokaal verdoofd is door
een ervaren arts, maar kan licht ongemak veroorzaken tot ongeveer 24 uur na
afloop van de procedure. Dit ongemak is vergelijkbaar met spierpijn of de pijn
die men heeft na het stoten van het been tegen een tafel.
Voor studie 1 komen deelnemers twee keer naar de universiteit: een keer voor
een vooronderzoek (2 uur) en een keer voor de test (ongeveer 20 uur; dit bevat
een verblijf op de universiteit gedurende de nacht). Tijdens dit vooronderzoek
zal een DEXA-scan worden gemaakt. Deze scan is een simpele en non-invasieve
procedure. Gedurende de drie dagen voor de test worden deelnemers gevraagd hun
habituele voedingsinname te registreren, zodat de habituele eiwitinname hieruit
geschat kan worden. De gelabelde, niet-radioactieve, aminozuurtracers die
intraveneus worden toegediend zijn geproduceerd met inachtneming van
GCP-standaarden en zijn veilig voor gebruik in mensen.
Voor studie 2 komen deelnemers 2 keer naar de universiteit voor de
belangrijkste bezoeken: een keer voor een vooronderzoek (2 uur) en een keer
voor de test (ongeveer 9 uur). Zoals ook in studie 1, zal tijdens het
vooronderzoek een DEXA-scan worden gemaakt en zal de habituele voedingsinname
worden vastgelegd gedurende de drie dagen voor de test. Tussen het
vooronderzoek en de test zullen deelnemers voor 14 dagen gecontroleerde voeding
ontvangen. Om deze voeding te ontvangen en de overgebleven voeding terug te
brengen zullen ze iedere twee dagen naar de universiteit te komen gedurende
deze periode.
Deelname aan de studie heeft geen direct voordeel voor de deelnemers; echter,
hun deelname draagt bij aan wetenschappelijke kennis die een basis zal zijn
voor beweeg- en voedingsstrategieen voor het verbeteren van kwaliteit van leven
en gezondheid van mensen in alle fases van het leven.