Het doel van deze studie is om na te gaan, of het toevoegen van ABM op rTMS tot een versterken van de positieven effecten op attentie bias, controle van aandachtsprocessen en emotionele kwetsbaarheid leidt, tijdens een enkele sessie bij…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Stemmingsstoornissen en -afwijkingen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
We zijn geïnteresseerd in de verandering van attentie bias, en bovendien in de
verschil van emotionele kwetsbaarheid als reactie op een uitdagende
geheugentaak tussen de verschillende groepen.
Secundaire uitkomstmaten
Verder zijn we geïnteresseerd in verschillen tussen de groepen wat betreft de
controle van aandacht. Bovendien gaan we een follow-up meting afnemen, drie
dagen naar het experiment om te zien, of er verschillen zijn in angst klachten,
in de neiging om te pikeren maar ook in depressieve klachten.
Achtergrond van het onderzoek
In de afgelopen jaren hebben een aantal studies naar de effecten van hoog
frequente rTMS op de linker DLPFC gekeken en daarbij positieve effecten bij de
reductie van depressieve symptomen laten zien, vooral in een populatie die last
heeft van behandelingsresistente depressie. Naast deze therapeutische effecten,
heeft de stimulatie van de linker DLPFC ook invloed op het richten van attentie
op negatieve stimuli tijdens een dot-probe taak, een instrument dat gebruikt
wordt om attentie bias te meten. In een tweede lijn van onderzoek heeft met
geprobeerd deze attentie bias te veranderen, omdat zij in een causaal verband
worden gezien met het ontstaan als ook met het voortbestaan van emotionele
stoornissen. Studies met deze attention bias modification (ABM) training bleken
effectief te zijn in het reduceren van een attentie bias op negatieve beelden
en, wat nog belangrijker is, in het reduceren van emotionele kwetsbaarheid. Het
wordt verder veronderstelt dat ABM de controle van aandacht kan verhogen.
Bovendien liet een studie onlangs zien, dat ABM de activiteit van de DLPFC kan
beïnvloeden. Samenvattend blijkt het te zijn, dat allebeide technieken, die het
ultieme doel hebben om depressieve symptomen te verminderen, in staat zijn de
neurale activiteit van de DLPFC te beïnvloeden als ook de attentie bias op
negatieve stimuli te reduceren. Het zou daarom mogelijk zijn door het toevoegen
van ABM de positieven, therapeutische effecten van TMS op depressieve symptomen
en aandachtsprocessen te versterken.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is om na te gaan, of het toevoegen van ABM op rTMS tot
een versterken van de positieven effecten op attentie bias, controle van
aandachtsprocessen en emotionele kwetsbaarheid leidt, tijdens een enkele sessie
bij proefpersonen met subklinische depressieve symptomen.
Onderzoeksopzet
Voor onze doeleinden worden 188 proefpersonen random aan één van de vier
condities toegewezen (elke conditie n=47). De eerste groep krijgt een actieve
rTMS behandeling gevolgd door een ABM computer training. De tweede groep krijgt
dezelfde rTMS behandeling, maar nu gevolgd door een nep ABM training, terwijl
de deerde groep een nep rTMS behandeling krijgt gevolgd door het gewone ABM
training. De vierde groep is de controle groep en krijgt daarvoor zowel een nep
rTMS behandeling als ook een nep ABM training.
Onderzoeksproduct en/of interventie
We gaan tijdens het experiment offline hoog frequente TMS op de linker DLPFC toedienen met een intensiteit van 110%rMT, met 30 herhalingen bestaand uit pulsen van 10Hz, gedurende 5 seconden en een inter-train interval van 25 seconden (50 pulsen per herhaling, 1500 pulsen per sessie). Naast de TMS stimulatie gaan we ook van het attention bias modification (ABM) training gebruik maken, in de vorm van een gemodificeerde versie van de dot-probe taak. Positieve en negatieve plaatjes, gelijkmatig in intensiteit, worden vooraf geselecteerd. Vijftig percent van deze plaatjes bestaat uitsluitend uit gezichten (i.e., droevig of gelukkig) terwijl de rest situaties verbeeld (i.e., begrafenis). Tijdens het training worden altijd één positieve en één negatieve plaatje op de beeldscherm getoond, terwijl slechts het positieve plaatje vervangen wordt door een pijl. De taak van de proefpersonen is het om zo snel mogelijk op deze pijl te reageren door een knop op het toetsenbord in te drukken.
Inschatting van belasting en risico
Met uitzondering van een financiële compensatie of proefpersonenpunten kan er
geen nut voor de proefpersonen worden gegarandeerd. Transcraniële magnetische
stimulatie (TMS) is een vaak gebruikte, niet-invasieve techniek, die is
gebaseerd op het principe van elektromagnetische inductie en in dit experiment
slechts bij de helft van alle proefpersonen wordt gebruikt. Tijdens de
stimulatie zou de proefpersoon waarschijnlijk een click-geluid van de TMS
pulsen horen en een stimulatie van de zenuwen en spieren op de hoofd waarnemen.
De meest voorkomende bijwerking is een zachte en vluchtige hoofdpijn (2-4%
optreden). Sterke hoofdpijn is buitengewoon (0.3-0.5% optreden). In TMS studies
bij patiënten (bv. met epilepsie) of in studies die van het standaard protocol
afwijken (bv., in intensiteit of frequentie) werd in uitzonderlijke gevallen
epilepsie gerapporteerd. In deze studie gaan we met gezonde proefpersonen
werken, waarbij de stimulatie in overeenstemming is met de standaard
veiligheidsmaatregelen. Alle proefpersonen worden van toevoeren gescreend naar
relevante medische gebeurtenissen in het verleden en andere TMS gerelateerde
veiligheidsaspecten (bv. metaal in/op de hersenen of schedel). Er zijn geen
risicofactoren gerelateerd aan het ABM computer training. Samenvattend valt te
zeggen, dat we geen ernstige voorkomnissen (serious adverse events) verwachten
tijdens het experiment omdat het risico en de belasting door deelname aan deze
studie gering tot minimaal geacht wordt.
Publiek
Montessorilaan 3
Nijmegen 6525 HR
NL
Wetenschappelijk
Montessorilaan 3
Nijmegen 6525 HR
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
gezonde, rechtshandige proefpersonen, in de leeftijd tussen 18 en 50, met normaal of gecorrigeerd zicht.
Proefpersonen met een BDI-II score tussen de 9 en de 25.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Epilepsie, convulsie of insult
Ernstig schedeltrauma of hersenoperatie
Grote of ferromagnetische metaal delen in de hoofd (behalve beugel)
Geïmplanteerd pacemaker of neurostimulator
Zwangerschap
Aanwezigheid van neurologische of psychiatrische stoornis in het verleden of nu
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL43562.091.13 |