Het doel van dit onderzoek is om: - Te meten welke strategieen patienten gebruiken om manipulaties van stabiliteit en het aanpassingsvermogen van het looppatroon te weerstaan; - Te meten in hoeverren deze strategieen verschillen tussen patienten en…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Centraal zenuwstelsel vaataandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- Loopsnelheid
- Stap lengte
- Stap frequentie
- Stap breedte
AMENDEMENT - Aanvullende uitkomstmaat
- Stabiliteitsmarges in zijwaartse en achterwaartse richting
Secundaire uitkomstmaten
- Short-term Lyapunov exponent (stabiliteitsmaat)
- prestatie op de additionele taak, gedefinieerd als de minimale afstand tussen
de knie en het centrum van het target (maat voor adaptatie van het looppatroon)
Achtergrond van het onderzoek
Vallen bij patiënten met loopproblemen met uiteenlopende oorzaken, komt veel
voor en heeft regelmatig serieuze gevolgen. Ondanks het belang van dit probleem
bestaat er geen instrument dat gebruikt kan worden om het risico op vallen te
evalueren tijdens een revalidatieproces. Om vallen te voorkomen is het
noodzakelijk om stabiel te zijn tijdens 'steady-state' lopen en het looppatroon
aan te passen aan de omgeving indien dit noodzakelijk is, bijvoorbeeld voor het
ontwijken van een obstakel. Door deze aspecten van het lopen te manipuleren, en
het effect van deze manipulaties te meten op prestatiematen gerelateerd aan
loop-stabiliteit en het aanpassingsvermogen van het looppatroon, kan het risico
op vallen mogelijk gekwantificeerd worden. Maar waarschijnlijk nog belangrijker
is het om een overzicht te krijgen van de strategieën die patiënten gebruiken
om deze manipulaties te weerstaan. Informatie over deze strategieën kan in het
vervolg van het revalidatieproces gebruikt worden om het risico op vallen
verder te beperken. Voorbeelden van strategieën die mogelijk gebruikt worden
zijn aanpassingen in loopsnelheid, stap lengte, stap frequentie en stap breedte.
AMENDEMENT:
Uit voorgaand experiment is gebleken dat CVA patiënten, in vergelijking tot
gezonde controles, moeite hebben met het aanpassen van stap frequentie en stap
lengte zonder dat de loopsnelheid afneemt. Dit verschil in looppatroon kan er
voor zorgen dat de stabiliteitsmarge in achterwaartse richting bij CVA
patiënten kleiner is ten opzichte van de stabiliteitsmarge die gezonde
controles in deze richting hanteren. Met andere woorden CVA patiënten hebben in
dat geval een groter risico op het maken van een achterwaartse val. De
resultaten van dit voorgaand onderzoek geven echter nog geen antwoord op de
vraag waarom CVA patiënten deze verschillen in looppatroon met gezonde
controles vertonen. Kunnen CVA patiënten hun stap lengte en frequentie niet
aanpassen zonder de loopsnelheid te verlagen of is er sprake van een
vrijwillige 'keuze', van deze strategie, ook al is dit wellicht de verkeerde
strategie met het oog op de handhaving van stabiliteit. Antwoorden op deze
vragen kan aanvullende informatie opleveren die ingezet kan worden bij de
training van de loopvaardigheden bij CVA patiënten.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is om:
- Te meten welke strategieen patienten gebruiken om manipulaties van
stabiliteit en het aanpassingsvermogen van het looppatroon te weerstaan;
- Te meten in hoeverren deze strategieen verschillen tussen patienten en
gezonde controles;
- en het effect van deze strategieen op prestatiematen gerelateerd aan
loop-stabiliteit en het aanpassingsvermogen van het looppatroon te vergelijken
tussen patienten en gezonde controles.
AMENDEMENT - aanvullende doelstellingen
Het doel van het aanvullende experiment is om:
- Te meten of CVA-patiënten in staat zijn om bij een gelijke loopsnelheid stap
lengte en stap frequentie aan te passen;
- Te meten of CVA-patiënten in staat zijn om de loopsnelheid te verhogen door
stap frequentie en stap lengte onafhankelijk van elkaar te verhogen;
- en te meten hoe deze manipulaties van stap lengte en stap frequentie de
stabiliteitsmarges in zijwaartse en achterwaartse richting beïnvloeden.
Onderzoeksopzet
Tijdens dit onderzoek lopen proefpersonen 3 maal gedurende 4 minuten op een
loopband, die geplaatst is in een virtuele omgeving (CAREN). De condities zijn:
1. Onverstoord lopen 2. Lopen met een balansverstoring 3. Lopen terwijl een
additionele taak wordt uitgevoerd De balansverstoring betstaat uit translaties
van het loopoppervlak, in medio-laterale richting, volgens een multi-sinus
functie. Tijdens de additionele taak worden er targets in de virtuele omgeving
geprojecteerd. Proefpersonen worden gevraagd om deze targets met de knieen te
raken. De loopband is ingesteld in de 'self-paced' modus, wat betekent dat
proefpersonen zelf de loopsnelheid kunnen bepalen door meer naar voor of achter
te lopen. Voorafgaand aan het protocol vinden een aantal warming-up trials
plaats om te wennen aan de experimentele condities. Tijdens het experiment
dragen proefpersonen markers op de voeten, benen en pelvis. Bewegingen van deze
markers worden geregisteerd met een Vicon infra-rood camera systeem.
AMENDEMENT - aanvullend experiment:
Tijdens aanvullende experiment lopen proefpersonen 6 maal gedurende 2 minuten
op de loopband. Door middel van het geven van visuele feedback worden
proefpersonen gevraagd om met verschillende combinaties van stap lengte en stap
frequentie te lopen. De condities zijn:
1. Een trial op comfortabele loopsnelheid, sap frequentie en stap lengte.
2. Een trial op comfortabele loopsnelheid, op 90% van de comfortabele stap
frequentie en op 111% van de comfortabele stap lengte.
3. Een trial op comfortabele loopsnelheid, op 111% van de comfortabele stap
frequentie en op 90 % van de comfortabele stap lengte.
4. Een trial op comfortabele 111% van de comfortabele loopsnelheid, op 100% van
de comfortabele stap frequentie en op 111 % van de comfortabele stap lengte.
5. Een trial op comfortabele 111% van de comfortabele loopsnelheid, op 111% van
de comfortabele stap frequentie en op 100 % van de comfortabele stap lengte.
6. Een trial op comfortabele 123 % van de comfortabele loopsnelheid, op 111%
van de comfortabele stap frequentie en op 111 % van de comfortabele stap
lengte.
Inschatting van belasting en risico
Proefpersonen lopen 3 maal gedurende 4 minuten op een (self-paced) lopende
band, waarbij zij op een comfortable snelheid lopen. Tijdens één van deze
trials worden de proefpersonen verstoord door translaties van het
loopoppervlak. Tijdens een andere trial voeren de proefpersonen een additionele
taak uit tijdens het lopen. Om vallen te voorkomen dragen de proefpersonen een
veiligheidsharnas en staat er gedurende het hele experiment één van de
onderzoekers in de buurt van de proefpersoon. Het syteem bevat een noodstop
waarmee het volledige systeem gestopt kan worden. Aan deelname aan dit
onderzoek zijn daarom geen bijzondere risico's verbonden. De fysieke en mentale
belasting voor proefpersonen van dit onderzoek is relatief laag.
AMENDEMENT - aanvullend experiment:
Proefpersonen lopen 6 maal gedurende 2 minuten op een lopende band, waarbij zij
gedurende 3 trials op een comfortabele snelheid lopen en gedurende 3 trials op
een snelheid iets boven comfortabele snelheid lopen. Tijdens de trials worden
proefpersonen door middel van visuele feedback gevraagd om op verschillende
combinaties van stap lengte en stap frequentie te lopen. Voor dit aanvullende
experiment worden dezelfde veiligheidsmaatregelen genomen als hierboven
beschreven.
Publiek
Van der Boechorststraat 9
Amsterdam 1081 BT
NL
Wetenschappelijk
Van der Boechorststraat 9
Amsterdam 1081 BT
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
In staat om onafhankelijk te lopen, zonder ondersteuning (CVA patienten: minimaal FAC 4; Amputatie patienten: minimaal SIGAM D)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- cognitieve of communicatieve stoornissen die het protocol kunnen beinvloeden (Mini Mental State Examination >=
24)
- visuele beperkingen die het protocol kunnen beinvloeden
- aandachtsbeperkingen die het protocol kunnen beinvloeden
- ernstige cardiovasculaire aandoeningen die een contra-indicatie vormen voor matig intensieve inspanning
- andere comorbiditeiten die balanscontrole of energieverbruik kunnen beinvloeden tijdens het lopen
- medicatie die balanscontrole of energieverbruik kan beinvloeden tijdens het lopen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL35402.029.11 |