Houding of Afplakken. Versnelde opheldering van de media bij ernstige glasvochtbloedingen en het vermoeden van retinale scheur.

Rationale: Verondersteld wordt dat circa 30-40% van de glasvochtbloedingen
wordt veroorzaakt door posterieure vitreale loslatingen en netvlies scheuren.
De diagnostiek wordt gecompliceerd, doordat een voldoende zware
glasvochtbloeding de inspectie van de fundus door de oogarts belemmert en
ultrasonografische detectie van een netvlies scheur onvoldoende betrouwbaar is.
Derhalve blijft de keuze tussen onmiddellijke vitrectomie, uitgestelde
vitrectomie of regelmatige controle een heikele kwestie. Als er geen (initiële)
tekenen van retinale scheur of loslating worden vastgesteld, wordt de patiënt
geïnstrueerd zijn fysieke activiteiten te beperken, een verticale
lichaamshouding aan te houden en periodiek terug te komen voor controle. Dit
observationele beleid kan echter leiden tot uitstel van behandeling en een
toegenomen risico op het ontwikkelen van een ablatio retinae, met als gevolg
een relatief slechte uitkomst. Men neemt aan dat het afplakken van beide ogen
het ophelderen van de fundus versnelt.

Doel: Onderzoeken of binoculair patchen in combinatie met opgevolgde
houdingsinstructie tot betere visualisatie van de bovenste funduskwadranten
leidt dan opgevolgde houdingsinstuctie alleen.

Onderzoeksopzet: Gerandomiseerde, open-label trial.

Interventie: Houdingsinstructie (groep 1 & 2) en binoculair patchen (groep 2).

Aard en reikwijdte van de belasting en risico's verbonden aan deelname,
voordeel en groepsgebondenheid: Patiënten ingedeeld in groep 2 ondergaan de
reguliere behandeling. Zij ondervinden noch enig voordeel, noch enig extra
risico. Patiënten ingedeeld in groep 1 kunnen het afplakken van beide ogen
gedurende 24 uur, hoewel zonder risico, als onaangenaam ervaren. Als de kans op
een zichtbare fundus toeneemt en daardoor een accurate diagnose eerder kan
worden bepaald, levert dit een voordeel op.