Doel van het onderzoek is het bepalen van factoren en mechanismen die bijdragen aan engraftmentvan een bepaalde cord blood unit na double cord blood transplantatie van patienten met een hematologische aandoening . Daarnaast wordt engraftment en…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hematologische aandoeningen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- Het deel van de patienten met activated class II-specific T-cells (aTCs),
gedefinieerd als: het aantal patienten met aTCs, gedeeld door het aantal
patienten met class II mismatches waarvoor testen beschikbaar zijn
(gedefinieerd als evalueerbare patienten).
- Transplantie gerelateerde mortaliteit (TRM; gedefinieerd als non-relapse
mortaliteit)
Secundaire uitkomstmaten
- Cumulatieve incidentie van engraftment
- Cumulatieve incidentie van graft failure
- Tijd tot neutrofiel herstel
- Tijd tot lymfocyten herstel
- Tijd tot thrombocyten herstel
- Tijd tot transfusie onafhankelijkheid voor rode bloedcellen
- Aantal CD3+, CD4+ and CD8+ cellen en CD3-CD16/56+ cellen op 3, 6, 12 en 24
maanden na UCBT
- Incidentie en graad van acute GVHD
- Incidentie van chronische GVHD
- Incidentie van infecties
- Progressie vrije overleving (PFS: tijd van transplantatie tot
progressie/relapse of overlijden from any cause, whichever comes first)
- Overall survival (OS) berekend vanaf transplantatie.
Achtergrond van het onderzoek
Voor een groot aantal volwassen patienten met een hematologische maligne ziekte
en een indicatie voor allogene
stamceltransplantatie is allogene stamceltransplantatie niet mogelijk door het
ontbreken van een geschikte
stamceldonor. Bij kinderen blijkt cord blood als stamcelbron een goed
alternatief te zijn. Bij volwassenen kan
transplantatie met een single cord blood unit leiden tot graft failure en een
vertraagd hematopoietisch herstel ten
gevolge van het kleine aantal stamcellen per cord blood unit. Door het geven
van 2 eenheden navelstrengbloed treedt een sneller en beter herstel van de
bloedaanmaak op dan wanneer een enkele eenheid navelstrengbloed wordt gegeven.
Een dubbele navelstrengbloedtransplantatie is inmiddels de standaardbehandeling
voor patiënten die in aanmerking komen voor een allogene stamceltransplantatie,
maar voor wie geen geschikte familiedonor of volwassen onverwante stamceldonor
beschikbaar is. Na een double cord blood transplantatie treedt uiteindelijk
meestal engraftment op van een van beide units. Het is niet bekend welke
faktoren en mechanismen
bijdragen aan engraftment van een bepaalde cord blood unit.
Doel van het onderzoek
Doel van het onderzoek is het bepalen van factoren en mechanismen die bijdragen
aan engraftment
van een bepaalde cord blood unit na double cord blood transplantatie van
patienten met een hematologische aandoening .
Daarnaast wordt engraftment en ziektevrije overleving geevalueerd .
Onderzoeksopzet
Prospectieve fase II studie. Patienten met een indicatie voor een allogene
stamceltransplantatie die niet over een
geschikte stamceldonor beschikken, ondergaan een double cord blood
transplantatie met reduced-intensity
conditionering. Na transplantatie wordt op gezette tijden extra bloed en
beenmerg afgenomen voor in vitro onderzoek.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patienten worden behandeld met een reduced-intensity conditioning regime, onafhankelijk van leeftijd, gevolgd door een double UCBT. Post grafting immunosuppressie bestaat uit mycophenolate mofetil (30 dagen) en cyclosporine A (90 dagen, waaran afbouwen)
Inschatting van belasting en risico
Belasting en risico van cord blood transplantatie in deze studie zijn identiek
aan belasting en risico van cord blood
transplantatie buiten studieverband. Extra bloedafname kan een kleine extra
belasting betekenen indien patient
hiervoor extra venapunkties moet ondergaan. Afname van extra beenmerg betekent
een zeer kleine extra belasting
omdat het routine beenmergonderzoek dan iets meer tijd in beslag neemt en er
extra materiaal opgezogen moet
worden hetgeen zeer kortdurend pijnlijk kan zijn.
Publiek
VUMC, HOVON Centraal Bureau, De Boelelaan 1117
Amsterdam 1081 HV
NL
Wetenschappelijk
VUMC, HOVON Centraal Bureau, De Boelelaan 1117
Amsterdam 1081 HV
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
-Leeftijd 18- 70 jaar.
-Patient met hoog risico hematologische maligniteit of ernstige aplastische anemie, die voldoet aan de criteria vor MUD alloSCT
-Ontbreken van geschikte MUD donor (binnen de beschikbare tijd indien de alloSCT dringend noodzakelijk is).
- Beschikbaarheid van 2 geschikte UCB grafts (met een totaal nuclear cell count . 4 x 10 7/kg).
- WHO performance status 0- 2
- Schriftelijke toestemming
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Billirubine en/of transaminases > 2.5 x verhoogd.
- Creatinine klaring < 40 ml/min.
--Hartfalen (zie protocol 8.1.2).
- Longfunctietest met VC, FEV1 en/of DCO <50%.
- Actieve, ongecontroleerde infectie.
- Hoge doses totale lichaamsbestraling in voorgeschiedenis.
- Zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven
-HIV positiviteit
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2012-001188-55-NL |
CCMO | NL40329.000.12 |