Het vergelijken van de haalbaarheid en veiligheid van oppervlaktekoeling tot 34, 34,5 of 35*C van wakkere patiënten met een herseninfarct die op een stroke unit zijn opgenomen. De behandeling wordt binnen 4,5 uur na het ontstaan van de symptomen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Centraal zenuwstelsel vaataandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Haalbaarheid, gedefinieerd als het aantal patiënten dat de toegewezen
behandelingsstrategie succesvol heeft afgerond.
Secundaire uitkomstmaten
Belangrijkste secundaire uitkomstmaten:
1. Tijd tot de doeltemperatuur;
2. Stabiliteit van de temperatuur;
3. Complicaties;
4. Score op de modified Rankin Scale na drie maanden (functioneel herstel).
Achtergrond van het onderzoek
Bij patiënten met een postanoxische encephalopathie na een hartstilstand leidt
een verlaging van de lichaamstemperatuur tot 32 tot 34*C door middel van
actieve koeling tot een beter functioneel herstel. In dierstudies verbeterde
koeling tot een temperatuur van 35*C ook het herstel na een herseninfarct. Nog
lagere temperaturen leidden tot een groter voordeel, maar bij wakkere patiënten
met een herseninfarct die op een stroke unit zijn opgenomen zou iedere graad
verlaging van de lichaamstemperatuur echter wel eens minder goed verdragen
kunnen worden. In tegenstelling tot endovasculaire koeling kan koeling via de
huid (oppervlaktekoeling) vermoedelijk goed gecombineerd worden met trombolyse,
momenteel de enige effectieve behandeling in het acute stadium van een
herseninfarct. De haalbaarheid van oppervlaktekoeling tot 35*C of lager is bij
patiënten met een herseninfarct nog nooit systematisch onderzocht.
Hypothese: 1. Oppervlaktekoeling tot 34, 34,5 of 35*C van wakkere patiënten met
een herseninfarct die op een stroke unit zijn opgenomen, gestart binnen 4,5 uur
na het ontstaan van de symptomen en gecontinueerd gedurende 24 uur, is veilig;
2. Bij wakkere patiënten met een herseninfarct neemt de haalbaarheid van
koeling af met iedere *C verlaging van de lichaamstemperatuur.
Doel van het onderzoek
Het vergelijken van de haalbaarheid en veiligheid van oppervlaktekoeling tot
34, 34,5 of 35*C van wakkere patiënten met een herseninfarct die op een stroke
unit zijn opgenomen. De behandeling wordt binnen 4,5 uur na het ontstaan van de
symptomen gestart en gecontinueerd gedurende 24 uur.
Onderzoeksopzet
Gerandomiseerd, open, multicentrum, fase II klinische trial met een enkelblinde
bepaling van het functionele herstel.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Oppervlaktekoeling tot 34, 34,5 of 35>C gedurende 24 uur of standaardbehandeling (geen oppervlaktekoeling).
Inschatting van belasting en risico
In niet-gerandomiseerde studies van geïntubeerde en gesedeerde patiënten met
een groot herseninfarct die op een IC waren opgenomen en werden gekoeld tot 32
tot 33*C kwamen infecties, hartritmestoornissen, arteriële hypotensie en
trombopenie vaak voor. Veel van deze complicaties kunnen vermoedelijk echter
worden toegeschreven aan het infarct (dat in het algemeen ernstig was) of aan
de intubatie, sedatie en beademing. In gerandomsieerde trials bij patiënten na
een hartstilstand werden geen verschillen in complicaties gezien tussen de
koelingsgroep en de controlegroep. In een case-control studie bij patiënten met
een herseninfarct die tot 35,5*C werden gekoeld en in een gerandomiseerde
studie met koeling tot 35*C werden geen verschillen in ernstige complicaties
gezien. In een recente gerandomiseerde studie bleken wakkere patiënten met een
herseninfarct die tot 33*C werden gekoeld echter een veel grotere kans op het
ontwikkelen van een pneumonie te hebben dan de controles.
Het zonder meer verlagen van de lichaamstemperatuur is onaangenaam en leidt tot
hevig rillen. Om dit te voorkómen en zo nodig te behandelen krijgen de
patiënten in de koelingsgroep intraveneus pethidine en oraal buspiron.
Frequente bijwerkingen van pethidine zijn misselijkheid, braken, obstipatie,
sufheid en verwardheid. Andere bekende bijwerkingen zijn een droge mond,
transpireren, blozen, duizeligheid, bradycardie, hartkloppingen, orthostatische
hypotensie, rusteloosheid, stemmingswisselingen, hallucinaties, urticaria,
pruritis en arteriële hypotensie. Bij hogere doseringen bestaat de kans op een
daling van het bewustzijn en respiratoire insufficientie.
De meest voorkomende bijwerkingen van buspiron zijn een licht gevoel in het
hoofd, hoofdpijn, onrust, geagiteerdheid en misselijkheid.
Om misselijkheid te bestrijden wordt ondansetron toegediend. De meest
voorkomende bijwerkingen hiervan zijn: zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Vaak
(1-10%): warmtegevoelens of opvliegers, obstipatie. Soms (0,1-1%): epileptische
aanval, bewegingsstoornis, pijn op de borst, hartritmestoornis,
bloeddrukdaling, hikken, verhoging van leverfunctiewaarden.
Patiënten in de koelingsgroep krijgen een extra (= tweede) intraveneus infuus,
een continue rectale termometer gedurende maximaal 36 uur en koelpads op romp
en bovenbenen gedurende dezelfe periode. Indien noodzakelijk wegens ernstige
misselijkheid wordt een maagsonde ingebracht.
Bij alle patiënten worden in de eerste twee uur na de inclusie het bewustzijn,
de bloeddruk en pols iedere 15 minuten bepaald, daarna iedere 30 minuten
gedurende de eerste 36 uur en daarna iedere 6 uur tot één week na behandeling
(of tot ontslag, als dat eerder is). Deze metingen zijn de eerste 24 uur
standaard bij patiënten die behandeld worden met intraveneuze trombolyse
(hetgeen bij de meerderheid het geval zal zijn). Daarnaast wordt op dezelfde
tijdstippen in de eerste 36 uur de aanwezigheid en mate van rillen beoordeeld.
Zoals bij alle patiënten met een herseninfarct wordt de lichaamstemperatuur
tenminste de eerste 48 uur iedere vier uur bepaald met een oortermometer. Bij
alle patiënten zal na 24 uur de lichaamstemperatuur rectaal worden gemeten.
Bij alle patiënten wordt 90 minuten na start van de trombolyse (indien
verricht) en na één en drie dagen bloed afgenomen en wordt 12, 24 en 48 uur na
randomisatie een ECG gemaakt. Alle patiënten worden neurologisch onderzocht na
24 en 48 uur en na één week en drie maanden. De mate van functionele
afhankelijkheid wordt na één week en drie maanden onderzocht met een tweetal
korte vragenlijsten (modified Rankin Scale en Barthel Index). Na één week
worden alle patiënten gevraagd naar het comfort in de eerste twee dagen van
opname. Zoals bij alle patiënten met een herseninfarct zal na ongeveer 3 dagen
een CT- of MRI-scan van de hersenen worden gemaakt.
De extra belasting is bij patiënten in de controlegroep gerechtvaardigd omdat
deze ten opzichte van de reguliere zorg gering is. De belasting van patiënten
in de koelingsgroepen is aanzienlijk groter (namelijk het koelen zelf, alsmede
de mogelijke bijwerkingen van de medicatie ter voorkoming en behandeling van
rillen en ander ongemak), maar hier wegen de mogelijke therapeutische voordelen
van het koelen tegenop. Alle patiënten hebben een matig ernstig tot ernstig
herseninfarct, waarvoor tot op heden geen andere bewezen effective acute
behandeling bestaat dan intraveneuze trombolyse.
Publiek
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Klinische diagnose herseninfarct;
2. De mogelijkheid binnen 4,5 uur na het ontstaan van de symptomen te starten met koeling. Bij patiënten die met symptomen wakker zijn geworden is het moment van ontstaan van de symptomen gedefinieerd als het moment waarop de patiënt voor het laatst wakker was zonder symptomen;
3. Score op de National Institutes of Health Stroke Scale >= 6;
4. Leeftijd >= 18 jaar;
5. Geschreven toestemming door de patiënt of een wettige vertegenwoordiger.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Bewijs op een CT- of MRI-scan of ander onderzoek dat vóór randomisatie is verricht van een intracraniële bloeding, een hersentumor, encefalitis of enige andere aandoening die vermoedelijk de oorzaak is van de symptomen. Hemorrhagische transformatie van een infarct is geen exclusiecriterium, behalve wanneer er een intraparenchymateus hematoom bestaat dat meer dan 30% van het infarctgebied bestrijkt, met een evident ruimte-innemend effect, of wanneer er een bloeding bestaat buiten het (vermoedelijke) gebied van het infarct (PH2 op de schaal van Fiorelli);
2. Ziektebeelden die zouden kunnen verergeren door hypothermie, zoals hematologische afwijkingen (inclusief een INR >= 1,7 of trombocyten < 100.10exp9/L, ernstige longziekten, ernstig hartfalen (gedefinieerd als NYHA score III of IV), een myocardinfarct in de voorgaande drie maanden, angina pectoris in de voorgaande drie maanden, een ernstige infectie met een CRP > 50 mg/l of een klinische diagnose van sepsis;
3. Zuurstofsaturatie van het bloed < 92% zonder zuurstoftherapie of < 94% met gebruik van maximaal 2 l zuurstof nasaal per minuut;
4. Bradycardie (< 40/min);
5. Lichaamsgewicht > 120 kg;
6. Score op de modified Rankin Scale > 2 vóór het herseninfarct;
7. Allergie tegen pethidine, magnesium of buspiron, gebruik van een monoamine-oxidaseremmer in de voorgaande 14 dagen, leverlijden, ernstige nierinsufficientie of astma. Leverlijden is gedefinieerd als leverenzymen verhoogd tot minimaal twee maal de bovenste grens van normaal en ernstige nierinsufficiëntie als een glomerulaire filtratiesnelheid <= 30 ml/min;
8. Zwangerschap. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd worden geëxcludeerd tenzij vóór randomisatie een negatieve zwangerschapstest is verkregen;
9. Een andere ernstige ziekte die de beoordeling van het effect van de behandeling kan beïnvloeden;
10. Eerdere deelname aan dit onderzoek.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL32092.041.10 |