Het vergelijken van de standaardbehandeling met intravesicale chemotherapie (Mitomycine C) met intravesicale chemotherapie (met Mitomycine C) in combinatie met locoregionale 70 MHz hyperthermie bij patiënten met een intermediate risico niet-…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nier- en urinewegneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
- Blaas- en blaashalsaandoeningen (excl. stenen)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1. recidief vrije survival.
Secundaire uitkomstmaten
2. progressie graad
3. toxiciteit
4. functionele blaascapaciteit
5. kwaliteit van leven
Achtergrond van het onderzoek
De behandeling van het intermediate risico niet-spierinvasieve blaascarcinoom
bestaat uit een combinatie van een
transurethrale resectie van de blaastumor (TURB) en blaasspoelingen met
chemotherapie. Ondanks deze behandeling is er sprake van een hoge recidiefkans
en bestaat er het gevaar van progressie van de tumor in een spierinvasief
carcinoom. De prognose van
deze invasieve tumoren is aanmerkelijk slechter en kent een 5-jaars overleving
van 55%. Recent hebben
studies waarbij een combinatie van intravesicale chemotherapie en intravesicale
hyperthermie
werd gegeven bij patiënten met een niet-spierinvasief blaascarcinoom, een
verlaging van het recidiefpercentage aangetoond. Een pilotstudie in het AMC bij
deze groep patiënten met loco-regionale hyperthermie (verwarming van buitenaf)
en intravesicale chemotherapie toonde aan dat de behandeling goed te verdragen
is en gepaard gaat met weinig bijwerkingen.
Doel van het onderzoek
Het vergelijken van de standaardbehandeling met intravesicale chemotherapie
(Mitomycine C) met intravesicale chemotherapie (met Mitomycine C) in combinatie
met locoregionale 70 MHz hyperthermie bij patiënten met een intermediate risico
niet- spierinvasief blaascarcinoom.
Er zal worden gekeken naar de recidief percentage, progressie percentage,
toxiciteit, blaasfunctie en kwaliteit van leven.
Onderzoeksopzet
Patiënten met een intermediate risico niet-spierinvasief blaascarcinoom zullen
gerandomiseerd worden tussen een standaardarm (TURB gevolgd door Mitomycine C
blaasspoelingen) en de experimentele arm (TURB en Mitomycine C blaasspoelingen
in combinatie met hyperthermie). Patiënten in beide armen zullen na een TURB
binnen 4-6 weken 6 wekelijkse behandelingen ondergaan gevolgd door een
onderhoudsperiode tot een jaar waarin in totaal nog eens 4 behandelingen zullen
worden gegeven na 12, 24, 36 en 48 weken.
De behandeling bestaat in arm A uit een blaasspoeling met Mitomycine C 40 mg.
In arm B bestaat de behandeling uit een blaasspoeling met Mitomycine C 40 mg
die wordt toegediend tijdens de hyperthermiebehandeling.
Controle op toxiciteit en/of recidieven zal middels frequente urineonderzoeken
en cystoscopieën plaatsvinden. In het eerste jaar iedere 3 maanden, in het
tweede en derde jaar iedere 6 maanden en vervolgens jaarlijks. De toxiciteit
wordt gescoord met de Common Toxicity Criteria 4.0. De blaasfunctie met een
aantal blaasonderzoeken en een mictiedagboek. De kwaliteit van leven zal
beoordeeld worden aan de handen van gevalideerde vragenlijsten.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Er zal gerandomiseerd worden tussen een standaardarm (TURB gevolgd door Mitomycine C blaasspoelingen) en de experimentele arm (TURB en Mitomycine C blaasspoelingen in combinatie met hyperthermie). Patiënten in beide armen zullen na een TURB binnen 4-6 weken 6 wekelijkse behandelingen ondergaan gevolgd door een onderhoudsperiode tot een jaar waarin in totaal nog eens 4 behandelingen zullen worden gegeven na 12, 24, 36 en 48 weken. De behandeling bestaat in arm A uit een blaasspoeling met Mitomycine C 40 mg. In arm B bestaat de behandeling uit een blaasspoeling met Mitomycine C 40 mg die wordt toegediend tijdens de hyperthermiebehandeling. Hyperthermiebehandeling zal plaats vinden middels loco-regionale verwarming met 70 MHz. Hierbij zal gedurende 1 uur een temperatuur van 42 graden nagestreefd worden. Controle op toxiciteit en/of recidieven zal middels frequente urineonderzoeken en cystoscopieën plaatsvinden. In het eerste jaar iedere 3 maanden, in het tweede en derde jaar iedere 6 maanden en vervolgens jaarlijks. De toxiciteit wordt gescoord met de Common Toxicity Criteria 4.0. De blaasfunctie met een aantal blaasonderzoeken en een mictiedagboek. De kwaliteit van leven zal beoordeeld worden aan de handen van gevalideerde vragenlijsten.
Inschatting van belasting en risico
De extra belasting van deelname aan dit onderzoek ligt in het ondergaan van de
behandeling met hyperthermie. Deze behandeling duurt inclusief opwarmfase en
het afbouwen ongeveer 2 uur. Patient zal deze behandeling in totaal 10 keer
moeten ondergaan, verdeeld over 1 jaar. Uit een eerdere pilotstudie bleek dat
deze behandeling buiten wat klachten van lichte ongemak weinig problemen geeft.
Voorts zal er gedurende het eerste jaar elke 3 maanden, het tweede en derde
jaar elke 6 maanden en daarna jaarlijks een 2 tal vragenlijsten worden
afgenomen en enkele niet invasieve onderzoeken plaats vinden om de blaasfunctie
in kaart te brengen. Voorts zal de patient gevraagd worden een dagboekje bij te
houden van de mictie.
In de follow up zal de blaas middels cystoscopieen gecontroleerd worden. Dit
geldt voor beide armen met dezelfde frequentie.
Publiek
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
* Patienten met een intermediate risico niet-spierinvasief urotheelcarcinoom van de blaas
* WHO performance score van 0-2
* Een levensverwachting van meer dan 24 maanden
* Ondertekende informed consent
* Leeftijd van 18 jaar of ouder
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
* Intravesicale Mitomycine Ctijdens de laatste 6 maanden
* Eerdere behandeling met Bacillus Calmette Guerin
* Blaastumoren anders dan een urotheelcarcinoom
* Allergie voor MMC
* Klein blaasvolume; minder dan 100 cc
* Blaasincontinentie
* Heupprothese
* Pacemaker/ICD
* Onvermogen om catheters in blaas, anus of vagina in te brengen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL40086.018.12 |
OMON | NL-OMON21384 |