Vertaling van hoofdstuk 7 uit het protocol:7. DOELSTELLINGEN EN OOGMERK VAN HET ONDERZOEK* Bepaling van de bronchodilatatorwerkzaamheid op lange termijn van tweemaal daagse toediening van aclidiniumbromide/formoterolfumaraat vergeleken met…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bronchiale aandoeningen (excl. neoplasmata)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Piek-FEV1 (Forced Expiratory Volume in one second) in week 24
Secundaire uitkomstmaten
TDI-focal (Transition Dyspnoea Index) score in week 24
Achtergrond van het onderzoek
Vertaling sectie 8.2 van het protocol (13 May 2013):
3.1. BEWEEGREDENEN VOOR ONDERZOEKSONTWERP, BEVOLKING, DOSERINGEN, DOSISREGIMES,
CONTROLEGROEPEN EN BEOORDELINGEN
De voorgestelde duur van 24 weken van het onderzoek is gekozen in
overeenstemming met CPMP/EWP/562/98 [ref 14 in protocol] met het oog op de
beoogde indicatie voor aclidiniumbromide/formoterolfumaraat-inhalatiepoeder
voor de bronchodilatator onderhoudsbehandeling van luchtwegobstructie en ter
verlichting van COPD-symptomen in patiënten.
In dit onderzoek wordt een vaste dosiscombinatie van een LAMA+LABA
(aclidiniumbromide en formoterolfumaraat) en een gecombineerde LABA+ICS
(SeretideTM AccuhalerTM salmeterol/fluticasonproprionaat) vergeleken om de
potentiële werkzaamheid en veiligheid te bepalen van een dubbele
bronchodilatator onderhoudsbehandeling (met twee langwerkende
bronchodilatatoren) in vergelijking met het gebruik van een gecombineerde
LABA+ICS in een symptomatische populatie van COPD-patiënten.
Het onderzoeksgeneesmiddel en doseringsregime zijn geselecteerd op basis van
gegevens over aclidiniumbromide/formoterolfumaraat fase III.
Verlichtende geneesmiddelen (salbutamol pMDI 100 microgram/pufje) zijn voor
alle deelnemers voor de gehele duur van het onderzoek naar behoefte toegestaan.
Daarnaast zijn andere geneesmiddelen voor de behandeling van COPD tijdens het
onderzoek toegestaan (zie 10.10 aanvullende geneesmiddelen).
Inhalators en medicatiekits met onderzoeksgeneesmiddelen zien er aan de
buitenkant hetzelfde uit met het oog op de dubbelblinde aard van het onderzoek.
Door het blindmaken en de randomisatie van het onderzoeksgeneesmiddel wordt
vooringenomenheid bij het toewijzen van patiënten aan behandelingsmethoden
voorkomen alsook vooringenomenheid bij het toezicht op patiënten tijdens het
onderzoek en bij de interpretatie van gegevens. Door patiënten daarnaast
willekeurig toe te wijzen aan één van de mogelijke behandelingsgroepen, worden
verschillen in uitgangskenmerken van de behandelingsgroepen minimaal gehouden.
De doelgroeppopulatie van dit onderzoek is vastgesteld op basis van de indeling
van de GOLD-richtlijnen van 2013 [ref 1 in protocol], gelet op de
luchtstroombeperking en symptomen van de patiënt. Het gebruik van ICS dient te
worden beperkt tot patiënten met hoog risico (groep C en D), gedefinieerd door
een voorgeschiedenis van frequente exacerbaties of ernstige
luchtstroombeperkingen (niettemin en ondanks deze aanbevelingen is er sprake
van oneigenlijk gebruik van ICS bij COPD-patiënten (Decramer et al, 2013 [ref
15 in protocol], Suissa en Barnes, 2009 [ref 16 in protocol] en Jochmann et al,
2010 [ref 17 in protocol])).
Er is geen seksespecifieke verdeling in dit onderzoek aangezien COPD geen
seksespecifieke aandoening is en eerdere onderzoeken geen kwalitatief of
kwantitatief verschillende werkzaamheidsprofielen te zien hebben gegeven bij de
behandeling van mannen of vrouwen. Om deze reden wordt geen
randomisatiestratificatie naar geslacht toegepast.
Het onderzoek beoordeelt FEV1 (als maat voor de longfunctie) en andere
longfuncties, evenals symptomatische voordelen, BDI/TDI en SGRQ-C,
COPD-exacerbatie en het gebruik van verlichtende geneesmiddelen, alle eerder
gebruikt in vergelijkbare studies (Donohue el al, 2010 [ref 18 in protocol],
Vincken et al, 2002 [ref 19 in protocol], Tashkin et al, 2008 [ref 6 in
protocol]). Evenzo worden bijwerkingen en algemeen toegepaste
verdraagbaarheidsbepalingen (bijv. ECG, bloeddruk en klinische
laboratoriumtests) uitgevoerd om het veiligheidsprofiel van het
onderzoeksgeneesmiddel na te gaan en het algemeen welzijn van de patiënt
tijdens het gehele onderzoek.
Het onderzoek wordt ingedeeld op basis van eerder ICS-gebruik en eerdere
exacerbaties. Patiënten worden gerandomiseerd op basis van hun voorgeschiedenis
van exacerbaties (0 of * 1) en afhankelijk van eerder ICS-gebruik. Om die reden
zal het totale aantal gerandomiseerde subgroepen (strata) 4 zijn (2
exacerbatiegeschiedenis x 2 ICS-gebruiksniveaus). Hoewel door randomisatie
behandelgroepen naar verwachting evenredig zullen worden verdeeld tussen
covariabele niveaus, is stratificatie toegepast om te voorkomen dat
onevenwichtigheden voor eerder ICS-gebruik en eerdere exacerbaties niet
post-hoc worden waargenomen.
Doel van het onderzoek
Vertaling van hoofdstuk 7 uit het protocol:
7. DOELSTELLINGEN EN OOGMERK VAN HET ONDERZOEK
* Bepaling van de bronchodilatatorwerkzaamheid op lange termijn van tweemaal
daagse toediening van aclidiniumbromide/formoterolfumaraat vergeleken met
salmeterol-/fluticasonpropionaat (SeretideTM AccuhalerTM) bij symptomatische
COPD-patiënten.
* Vergelijking van de voordelen van tweemaal daagse toediening van
aclidiniumbromide/formoterolfumaraat met een tweemaal daags regime van
SeretideTM AccuhalerTM bij ziektegerelateerde gezondheidstoestand en
COPD-symptomen.
* Beoordeling van de veiligheid en verdraagbaarheid op lange termijn van
tweemaal daagse toediening van aclidiniumbromide/formoterolfumaraat, vergeleken
met tweemaal daags SeretideTM AccuhalerTM in dezelfde doelpopulatie.
Onderzoeksopzet
Zie de kopjes "Trial Design" en "Methodology" vanaf pagina 5 in het protocol
van 13 mei 2013. Samenvattend:
Het gaat om een meervoudig gedoseerd, gerandomiseerd, dubbelblind, dubbeldummy,
met actieve vergelijkingscontrole, parallel, multicenter en multinationaal
klinisch onderzoek.
De twee patientgroepen moeten pufjes nemen van 2 inhalers: één met placebo en
één met medicatie. Medicatie kan aclidiniumbromide/formoterolfumaraat of
salmeterol/fluticasonpropionaat zijn, afhankelijk van de groep aar de patient
in is gerandomiseerd.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Behandeling met studiemedicatie in plaats van gebruikelijke medicatie voor de patient.
Inschatting van belasting en risico
Paragraaf 6.1.3 van protocol van 13 mei 2013
6.1.3. Samenvatting van de gekende potentiële risico's en voordelen
De vaste-dosiscombinatie van aclidinium/formoterol is onderzocht in onderzoeken
waarbij circa 3.000 patiënten betrokken waren.
De voorlopige veiligheidsresultaten uit fase III-hoofdonderzoeken (M/40464/30
en LAC-MD-31) worden momenteel beoordeeld. De incidentie van tijdens de
behandelingsperiode optredende ongewenste voorvallen die zijn geregistreerd
voor de dosis aclidiniumbromide 400 *g/formoterolfumaraat 12 *g, kwam overeen
met de incidentie die bij beide monotherapieën afzonderlijk is gevonden.
De tijdens de behandelingsperiode optredende ongewenste voorvallen (TEAE's) die
het meest werden gemeld voor de dosis aclidiniumbromide 400 *g/
formoterolfumaraat 12 *g vergeleken met placebo waren: hoofdpijn,
nasofaryngitis, rugpijn, hoesten, urineweginfectie, orofaryngeale pijn,
infectie van de bovenste luchtwegen, spierspasmen, droge mond en tandabces.
Er zijn vanaf de uitgangswaarde geen klinisch relevante veranderingen
waargenomen in vitale functies, ECG's (waaronder 24-uurs Holter-onderzoek) of
klinische laboratoriumparameters die zijn toe te schrijven aan de toediening
van aclidinium 400 *g/formoterol 12 *g.
Zie de IB11 voor meer informatie over het veiligheids- en
verdraagbaarheidsprofiel van de bovengenoemde bestanddelen.
Ongewenste voorvallen (AE's) die in verband zijn gebracht met
salmeterol/fluticasonpropionaat (SeretideTM) zijn hoofdpijn, nasofaryngitis,
candidiasis van de mond en keel, longontsteking, bronchitis, hypokaliëmie,
tremor, hartkloppingen, irritatie van de keel, heesheid/dysfonie, sinusitis,
spierkrampen en traumatische fracturen. Daarnaast kan Seretide hartaritmie
veroorzaken, zoals supraventriculaire tachycardie, extrasystolen en atriale
fibrillatie, en een lichte tijdelijke daling van de kaliumserumwaarden bij hoge
therapeutische doses. Raadpleeg de SmPC (VK), 201213 voor meer informatie.
Op basis van het veiligheidsprofiel van het onderzoeksgeneesmiddel wordt er
geen specifiek risico verwacht bij de in dit onderzoek voorgestelde doses en
het doseringsregime. Desondanks zullen de onderzoekers gedurende het onderzoek
te allen tijde zorg dragen voor adequate medische zorg van de
onderzoeksdeelnemers.
Publiek
Laureà Miró 408-410
Sant Feliu de Llobregat 08980
ES
Wetenschappelijk
Laureà Miró 408-410
Sant Feliu de Llobregat 08980
ES
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Vertaling van sectie 9.2 van het protocol (13 mei 2013):;Voor insluiting en randomisatie in het onderzoek dienen patiënten tijdens de screening (consult 1) en bij consult 2 voorafgaand aan de randomisatie aan elk van de volgende criteria te voldoen.;1. Volwassen man of niet-zwangere, niet-melkgevende vrouw van *40 jaar. Vruchtbare vrouwen zullen aan specifieke onderzoekseisen worden onderworpen.
Toelichting: Een vrouw wordt als vruchtbaar beschouwd tenzij ze een hysterectomie heeft gehad, ten minste een jaar post-menopauzaal is of als haar eileiders zijn afgebonden. Vruchtbare vrouwen kunnen aan het onderzoek deelnemen als zij tijdens de screening (consult 1) negatief testen voor zwangerschap en tijdens de laatste twee maanden voor de screening ten minste één medisch goedgekeurde en zeer effectieve anticonceptiemethode toepassen, gedefinieerd als één met een laag mislukkingspercentage (d.w.z. minder dan 1% per jaar) indien consequent en correct toegepast, zoals implantaten en injecteerbare of orale anticonceptiva in combinatie met ten minste één barrièremethode, hormonale intra-uteriene voorzieningen (spiraaltjes), seksuele onthouding of vasectomie van de partner.
2. Huidige of ex-rokers, met een verleden van minstens 10 pak-jaren.
Toelichting: De definitie van ex-rokers omvat ook patiënten die meer dan 6 maanden voorafgaand aan de screening met roken zijn gestopt. Pak-jaren worden berekend door het aantal gerookte sigaretten per dag door 20 (het aantal sigaretten in een pakje) te delen en dit getal te vermenigvuldigen met het aantal jaren dat iemand heeft gerookt. Zo heeft iemand die 40 sigaretten per dag rookt en gedurende 10 jaar heeft gerookt een rookverleden van 20 pak-jaren (40 sigaretten per dag ÷ 20 sigaretten per pakje = 2; 2 x 10 aantal jaren roken = 20 pak-jaren). Als de patiënt gedurende verschillende perioden heeft gerookt en tussendoor is gestopt, wordt het totaal aantal pak-jaren uit de verschillende perioden waarin werd gerookt bij elkaar opgeteld.
Patiënten die andere soorten tabak roken, worden niet toegelaten, tenzij zij ook aan het sigarettencriterium voldoen.
3. Patiënten met een klinische diagnose van COPD volgens de GOLD-richtlijnen van 2013, met een post-bronchodilatator-FEV1 <80% en FEV1/FVC <70% tijdens de screening (consult 1).
Toelichting: Voorspelde normale waarden die voor berekeningen worden gebruikt, dienen gebaseerd te zijn op voorspelde waarden van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (Quanjer et al. 199320). (d.w.z. 100xpost-salbutamol FEV1/FVC <70%).
4. Symptomatische patiënten met een CAT*10 tijdens de screening en de randomisatie (consulten 1 en 2).
Toelichting: CAT-vragenlijst kan niet worden herhaald.
5. Patiënten dienen tijdens de screening in staat te zijn om herhaalbare longfunctietesten voor FEV1 uit te voeren volgens de ATS/ERS 2005 criteria.
6. Patiënten die in aanmerking komen voor het onderzoek, in staat zijn om deel te nemen en daartoe schriftelijk toestemming verlenen nadat het doel en de aard van het onderzoek zijn toegelicht.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Vertaling van sectie 9.3 van het protocol (13 mei 2013):;Voor insluiting en randomisatie in het onderzoek mogen patiënten tijdens de screening (consult 1) en bij consult 2 voorafgaand aan de randomisatie NIET aan één van de volgende criteria voldoen.
1. Voorgeschiedenis of huidige diagnose van astma.
2. Patiënten die binnen 6 weken (of 3 maanden ingeval van ziekenhuisopname) vóór de screening (consult 1) of tijdens de aanloopperiode een ademhalingskanaalinfectie of exacerbatie van COPD ontwikkelen.
3. Klinisch significante respiratoire aandoeningen
Toelichting: Voorbeelden van klinisch significante respiratoire aandoeningen:
* Bekende actieve tuberculose of pulmonale hypertensie.
* Voorgeschiedenis van interstitiële longaandoening: Aan blootstelling gerelateerde interstitiële longaandoening; systemische aandoening in verband met interstitiële longaandoening; interstitiële longaandoening van verschillende of onbekende oorzaak of pathologie.
* Voorgeschiedenis van grote pulmonaire trombo-embolische aandoeningen.
* Voorgeschiedenis van longlobectomie, longvolumevermindering of longtransplantatie
* Patiënten bij wie naar het oordeel van de onderzoeker tijdens het onderzoek thoracotomie of andere longchirurgie dient te worden uitgevoerd.
* Voorgeschiedenis van bronchiëctasieën secundair aan andere luchtwegaandoeningen dan COPD (bv. mucoviscidose, syndroom van Kartagener, enz).
* Bekende a1-antitrypsinedeficiëntie;4. Patiënten met type I of ongecontroleerde type II diabetes, ongecontroleerde hypo- of hyperthyreoïdie, hypokaliëmie of hyperadrenergische staat, ongecontroleerde of onbehandelde hypertensie.
5. Patiënten die naar het oordeel van de onderzoeker tijdens het onderzoek aan een longrevalidatieprogramma dienen te beginnen en/of patiënten die 3 maanden voorafgaand aan de screening een dergelijk programma zijn gestart of hebben afgerond.
6. Gebruik van langdurige zuurstoftherapie (* 15 uur/dag).
7. Patiënten die binnen 4 weken voorafgaand aan de screening dagelijks behandeld worden met drievoudige combinatietherapie (LABA+LAMA+ICS).
8. Patiënten die geen regelmatige dag/nacht, slaap/waakcycli onderhouden, zoals werknemers in nachtdienst.
Toelichting: Patiënten met symptomatisch slaapapneusyndroom, ziekten die verband houden met slaapstoornissen zoals restless legs-syndroom of slaapwandelen worden uitgesloten. Daarentegen is gebruik van continue positieve luchtwegdruk (continuous positive airway pressure, CPAP) geen uitsluitingscriterium.
9. Klinisch significante cardiovasculaire aandoeningen.
Toelichting: Voorbeelden van klinisch significante cardiovasculaire aandoeningen:
* Myocardinfarct binnen 6 maanden vóór de screening (consult 1).
* Instabiele angina of instabiele aritmie waarvoor tijdens de 12 maanden voorafgaand aan de screening (consult 1) de farmacologische therapie of andere interventies gewijzigd moesten worden, of nieuw gediagnosticeerde aritmie binnen 3 maanden voorafgaand aan de screening (consult 1).
* Ziekenhuisopname binnen 12 maanden voorafgaand aan de screening (consult 1) wegens hartfalen volgens functionele NYHA-klassen III (duidelijke beperking van activiteit en alleen in rust comfortabel) en IV (behoefte aan volledige rust, gebonden aan bed of aan stoel, ongemak bij elke fysieke activiteit en symptomen in rust).
10. Patiënten bij wie de resultaten van klinische laboratoriumtests, ECG-parameters of lichamelijke onderzoeken tijdens de screening (consult 1) klinisch relevant afwijken.
11. Patiënten met een voorgeschiedenis van overgevoeligheid voor geïnhaleerde anticholinergica, sympathicomimetische amines of geïnhaleerde geneesmiddelen en onderdelen daarvan (inclusief melding van paradoxale bronchospasmen).
12. Patiënten met bekende nauwe-kamerhoek-glaucoom, symptomatische obstructie van de blaashals, acute urineretentie, of patiënten met symptomatische niet-stabiele prostaathypertrofie.
Toelichting: Patiënten met goed-gecontroleerde, stabiele, asymptomatische goedaardige prostaathypertrofie worden niet uitgesloten.
13. Patiënten met een bekende, niet-gecontroleerde voorgeschiedenis van infectie met menselijk immunodeficiëntievirus (HIV) en/of actieve hepatitis.
Toelichting: actieve hepatitis wordt gedefinieerd als toestand van hepatitis met chronische poortontsteking met regionale necrose en fibrose, die zich tot nodulaire postnecrotische cirrose kan ontwikkelen.
14. Voorgeschiedenis van maligniteit van orgaansystemen (waaronder longkanker), behandeld of onbehandeld, gedurende de afgelopen 5 jaar anders dan basale of squameuze huidkanker.
Toelichting: Patiënten worden uitgesloten ongeacht of er al dan niet sprake is van een lokaal recidief of van metastasen.
15. Patiënten met andere ernstige of ongecontroleerde lichamelijke of geestelijke stoornissen.
Toelichting: Naar het oordeel van de onderzoeker kan de dysfunctie voor de patiënt een hoger risico opleveren, kunnen de resultaten van het onderzoek erdoor worden vertroebeld of kan het ervoor zorgen dat de patiënt niet aan de vereisten van het onderzoek kan voldoen of het onderzoek niet kan voltooien.
16. Patiënten met een voorgeschiedenis (binnen 2 jaar voorafgaand aan de screening) van drugs- en/of alcoholmisbruik waardoor naleving van de onderzoeksvereisten naar het oordeel van de onderzoeker in het gedrang kan komen.
17. Patiënten die waarschijnlijk niet coöperatief zijn of die niet kunnen voldoen aan de onderzoeksprocedures.
Toelichting: Patiënten die moeite hebben om de behandeling te volgen, het dagboek bij te houden of op afspraken te verschijnen, of die niet in staat zijn om een DPI- of pMDI-inhalator naar behoren te gebruiken of om spirometriemetingen uit te voeren.
18. Patiënten die binnen 30 dagen (of 6 halfwaardetijden, als dat langer is) voorafgaand aan de screening behandeld zijn met experimentele geneesmiddelen.
19. Patiënten die van plan zijn om bijkomende geneesmiddelen die door dit protocol niet zijn toegestaan te gebruiken of die de vereiste stabilisatieperioden voor niet-toegestane geneesmiddelen niet hebben ondergaan.
20. Alle andere aandoeningen die, naar het oordeel van de onderzoeker, de patiënt ongeschikt kunnen maken voor het onderzoek.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2013-000116-14-NL |
CCMO | NL45272.060.13 |