De primaire vraagstelling van deze studie is om te bepalen of Low-Flow non-inferieur is in het reduceren van apneus bij prematuren geboren bij 32 t/m 36 weken in vergelijking met coffeïne. Een van de secundaire vraagstelling van deze studie is het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Luchtwegaandoeningen bij neonaten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is therapiefalen. Therapiefalen is gedefinieerd als
minder dan 50% reductie in apneus gedurende het onderzoek (gemeten over een
periode identiek aan de baseline meetperiode).
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire onderzoeksvariabelen zijn:
- het gecombineerde effect van beide behandelingen wederom met als uitkomstmaat
'therapiefalen';
- het effect van beide behandelingen op de behoefte tot extra (ventilatoire)
ondersteuning;
- Het effect van beide behandeling op de opnameduur.
Overige onderzoeksvariabelen zijn:
- Het effect van CPAP alvorens inclusie;
- Invloed van maternale medicatie.
Achtergrond van het onderzoek
Apneus bij prematuriteit (AOP) is een veel voorkomende klinische aandoening
waarbij het gedeelte van de hersenen van prematuren dat de ademhaling aanstuurt
(het ademhalingscentrum) nog niet volledig is uitgerijpt. Als gevolg hiervan
kunnen zich herhaalde periodes voordoen waarin de normale ademhaling met een
stokkende ademhaling wordt afgewisseld. Hierbij kan er sprake zijn van een
ademstilstand van meer dan 20 seconden, ook wel een apneu genoemd. Twee
interventies die worden toegepast om deze zogenaamde apneus bij prematuren te
reduceren zijn coffeïne en Low-Flow (LF). Beiden worden afzonderlijk of
simultaan toegepast in de standaard zorg. Er is echter geen wetenschappelijk
bewijs welke van deze twee interventies beter is en de keuze van interventie
hangt vaak af van de behandelend arts en de klinische ervaring. Voor zover ons
bekend is behandeling met coffeïne niet eerder vergeleken met LF therapie bij
prematuren met AOP.
Doel van het onderzoek
De primaire vraagstelling van deze studie is om te bepalen of Low-Flow
non-inferieur is in het reduceren van apneus bij prematuren geboren bij 32 t/m
36 weken in vergelijking met coffeïne. Een van de secundaire vraagstelling van
deze studie is het bepalen van het gecombineerde affect van beide therapiën in
het reduceren van de apneus. Andere secundaire vraagstellingen van deze studie
zijn het onderzoeken of deze interventies een effect hebben op de behoefte tot
ademhalingsondersteuning en op de duur van opname.
Onderzoeksopzet
Gerandomiseerd multicenter onderzoek met de twee interventies die met elkaar
worden vergeleken.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De interventies in deze studie zijn Low-Flow en coffeïne. Fase I: Groep I: Krijgt Low-Flow met verwarmde en bevochtigde kamerlucht (21% zuurstof), gegeven via neusbril met een flow rate van 1.0 l/min. Groep II: Krijgt eerst een oplaaddosis coffeïne base (10 mg/kg) per os; daarna dagelijks een onderhoudsdosis (5 mg/kg) per os. Fase II: Indien de therapie uit fase I faalt dan gaat de proefpersoon door naar fase II waarin beide interventies worden gecombineerd (zoals hierboven staat genoemd).
Inschatting van belasting en risico
De handelingen die proefpersonen ondergaan in deze studie zijn niet
verschillend ten opzichte van de standaard zorg. De handelingen zijn
antropometrische metingen (lengte, gewicht, schedelomtrek), lichamelijk
onderzoek en behandeling met Low-Flow en/of coffeïne; allen behorende tot
standaard zorg in het geval van apneu's bij de prematuriteit.
De belasting en risico's voor de proefpersonen in het kader van het onderzoek
worden daarom als minimaal beschouwd en zijn gelijk aan die van niet
deelnemende proefpersonen.
De studie is van grote therapeutische relevantie, omdat er weinig tot geen
wetenschappelijk bewijs is voor het kiezen van een eerste keus behandeling in
het geval van apneus bij de prematuriteit.
Publiek
Haaksbergerstraat 55
Enschede 7513 ER
NL
Wetenschappelijk
Haaksbergerstraat 55
Enschede 7513 ER
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Prematuren die zijn opgenomen op de neonatologie afdeling zijn includeerbaar indien zij:
- geboren zijn bij een amenorroeduur tussen 32+0 en 36+6 weken;
- zij stabiel en van de CPAP af zijn en
- - 4 of meer apneu's ervaren in 3 uur óf 4 apneu's ervaren in 12 uur of minder óf 8 apneu's ervaren in 24 uur of minder.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- indien andere vormen van ondersteuning/ventilatie/CPAP nodig zijn;
- indien de apneu's worden veroorzaakt door secundaire oorzaken (anders dan AOP): infectiologisch, metabool, respiratoir, cardiovasculair, neurologisch, hematologisch, gastro-intestinaal of bijwerkingen door medicatie.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2013-005568-24-NL |
CCMO | NL47657.044.14 |