1) onderzoeken van de mogelijkheid het hartritme te registreren en te pacen met een ICD-draad op een alternatieve positie2) onderzoeken van de best positie van een alternatief geplaatste ICD-draad om het hartritme te registreren en te pacen 3)…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartritmestoornissen
- Hart- en vaataandoeningen, congenitaal
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Sensitiviteit
stimulatie drempelwaarde
draad impedantie
tijd tot aan therapie
tijd tot succesvolle therapie
werkzaamheid van de eerste shock-therapie
aantal shocks per DFT
hoogst gegeven energie tijdens DFT
complicaties
Secundaire uitkomstmaten
NVT
Achtergrond van het onderzoek
Een ICD is een klein apparaatje dat wordt gebruikt om mensen te behandelen die
een hoge kans hebben op levensbedreigende hartritmestoornissen. Bij deze mensen
wordt een ICD onder de huid bovenin de linkerborst geïmplanteerd. Via
geleidingsdraden naar het hart wordt het hartritme geregistreerd. Deze
geleidingsdraden lopen via een bloedvat naar het hart en zijn hier vastgemaakt.
Als een levensbedreigende hartritmestoornis optreedt, kan via deze draden een
schok worden gegeven. Deze schok is heel doeltreffend in het voorkomen van een
hartstilstand. Ook is het mogelijk om via deze draden het hartritme te
beïnvloeden. Dit kan nodig zijn als mensen een hoge kans op levensbedreigende
hartritmestoornissen hebben én een onregelmatig hartritme hebben. De ICD werkt
dan ook als pacemaker.
In 2010 is een nieuw soort ICD op de markt gekomen. Deze nieuwe, subcutane, ICD
(S-ICD)wordt onder de huid onderin de linkerborst geïmplanteerd. De
geleidingsdraden van deze ICD liggen onder de huid, in plaats van in een
bloedvat. Hiermee kunnen mogelijk problemen die gepaard gaan met het plaatsen
van een geleidingsdraad in een bloedvat (zoals een bloeding, een klaplong of
zelfs een gaatje in het hart) voorkomen worden. Echter, doordat de draden
verder bij het hart vandaag liggen, kan deze nieuwe ICD niet als pacemaker
werken. Mensen met een onregelmatige hartslag kunnen dus niet behandeld worden
met deze nieuwe ICD. Daarnaast moet er, omdat deze draden niet in het hart
komen, met een hoger voltage geschokt worden. Hierdoor is de S-ICD aanzienlijk
groter dan de oorspronkelijk, transveneuze ICD (TV-ICD).
Doel van het onderzoek
1) onderzoeken van de mogelijkheid het hartritme te registreren en te pacen met
een ICD-draad op een alternatieve positie
2) onderzoeken van de best positie van een alternatief geplaatste ICD-draad om
het hartritme te registreren en te pacen
3) bepalen van de veiligheid en mogelijkheid ICD draden op een alternatieve
locatie te plaatsen
4) bepalen van de mogelijkheid hartritmestoornissen te detecteren en te
behandelen met een ICD-draad op een alternatieve positie
Onderzoeksopzet
Het betreft een feasibility en proof of principle studie
Onderzoeksproduct en/of interventie
Bij de patienten zal een tijdelijke ICD draad geplaatst worden, waarmee standaard pace/sense metingen gedaan worden, en als dit succesvol blijkt kan in een vervolgstap (bij andere patiënten) ook een DFT test uitgevoerd worden.
Inschatting van belasting en risico
Er worden van de proefpersoon geen extra handelingen verwacht. Ook brengt dit
onderzoek geen extra beperkingen of ziekenhuisbezoeken met zich mee. Wel is er
sprake van stralingsbelasting. Daarnaast zijn er diverse risico's op
complicaties tijdens het aanbrengen van de draad in stap 2 en 3. Meestal zal
dit geen ingrijpen vereisen. Indien voor een complicatie wel ingrijpen nodig
is, zal opening van de borsthole waarschijnlijk nodig zijn. Opening van de
borstholte is echter ook nodig voor de reguliere ingreep, en is op zichzelf dus
geen extra belasting voor de patiënt.
Risico's
stap 2 en 3: tijdens het aanbrengen van de geleidingsdraad kunnen mogelijk het
hart of de longen aangeprikt worden. Vaak zal hier geen behandeling voor nodig
zijn. Als dit wel nodig is, kan dit direct gedaan worden, aangezien patiënt
direct aansluitend een open hart operatie ondergaat.
Stap 3: De defibrillatietest is een test welke standaard wordt uitgevoerd bij
ICD-implantaties. In de eerdere stappen en vóór de DFT wordt de registratie van
het hartritme getest. Echter, door de afwijkend plaatsing van de
geleidingsdraden is het mogelijk dat de hartritmestoornis niet wordt opgemerkt
en/of getermineerd door de ICD. Proefpersoon wordt hierom vooraf aangesloten
aan een externe defibrillator. Dit is tevens gebruikelijk tijdens
ICD-implantaties.
Publiek
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105 AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105 AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patienten die een bypass operatie (stap 1) of klepvervanging of reconstructie (stap 1 tm/ 3) ondergaan
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
(mogelijke) zwangerschap
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL48724.018.14 |