Vermijdbare slechtziendheid voorkomen door bewijs te genereren voor verbetering van de visuele functies (visus zowel veraf als nabij en de accuraatheid van de accommodatie), preventie van scheelzien en ontwikkeling van taakgerichtheid met een…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Visusstoornissen
Synoniemen aandoening
Aandoening
taakgerichtheidsproblematiek
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
nabij visus verbetering
Secundaire uitkomstmaten
• Verbetering van de visus veraf
• Verbetering van de nauwkeurigheid van de accommodatie respons
• Aanwezigheid (voorkomen) van strabismus
• Effect op de taakgerichtheidd
Achtergrond van het onderzoek
Aanleiding: De visus (gezichtsscherpte) nabij is verminderd bij 86 tot 100% van
de kinderen met Downsyndroom (DS).34,45,49 Dit is een extra belemmering voor
hun ontwikkelingsmogelijkheden.45 DS is één van de meest voorkomende genetische
afwijkingen, met een incidentie in Nederland van 14,6 per 10,000 levend
geborenen in 2007.
In de laatste 20 jaren is veel onderzoek naar verschillen in oogafwijkingen bij
kinderen mét en zonder DS gedaan.34,49 Refractieafwijkingen, die gecorrigeerd
moeten worden met een bril, komen veelvuldig voor14,15,17,34,45,49 (bij 40 tot
90%14) en nemen toe met de leeftijd. De accommodatie (scherp stellen bij zien
dichtbij) is onvoldoende bij 50 tot 100% van de kinderen met
DS15,17,18,19,29,45,46,49, en verbetert niet met de leeftijd19. Anders dan bij
kinderen zonder DS helpt een bril voor veraf hier niet voor het verbeteren van
de visus nabij.17 Kinderen met DS zien dus dichtbij altijd wazig. Sommige
onderzoekers leggen een relatie tussen een voortdurend onscherp beeld op het
netvlies en het ontbreken van emmetropisatie (afnemen van de
refractieafwijking)15,17, anderen zien een cruciaal verband met de verminderde
ontwikkeling van de visus bij kinderen met DS, waarbij deze achterblijft en
geen normale waarden bereikt17. De visus ontwikkelt zich meestal hooguit tot
0,50 of zelfs lager49. Poging tot accommodatie kan scheelzien veroorzaken.
Scheelzien komt veel vaker voor bij DS: bij 15-47%14,34,49 (versus3-4% in
normale populatie), en kan voorkómen of genezen worden door het dragen van de
juiste brilcorrectie. De behandeling, specifiek toegesneden op oogafwijkingen
bij DS, is de bifocale bril, maar in Nederland wordt de bifocale bril tot
dusver weinig voorgeschreven bij DS. Resultaten uit kleine onderzoeken naar het
effect van een bifocaal zijn veelbelovend:
* Betere visus nabij19,29,46
* Significant meer accurate accommodatie in groep met bifocaal19,29
* Verbeterd visueel functioneren: toegenomen snelheid en verbeterde prestaties
bij visuele perceptie en preleesvaardigheden.45,46
* Goed gebruik van de bifocaal, goede therapietrouw19,29,45,46
* Vermijdbare slechtziendheid voorkómen
Doel van het onderzoek
Vermijdbare slechtziendheid voorkomen door bewijs te genereren voor verbetering
van de visuele functies (visus zowel veraf als nabij en de accuraatheid van de
accommodatie), preventie van scheelzien en ontwikkeling van taakgerichtheid
met een bifocale bril.
Onderzoeksopzet
Een multicenter RCT (randomized-controlled-trial), het meest geschikte
onderzoeksdesign voor oorzaak-gevolg-vragen zoals die er zijn bij
behandelingseffecten.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Kinderen in de interventiegroep krijgen een aangepaste bifocaal voorgeschreven. De controlegroep krijgt de gangbare behandeling, de vertebril, zoals gebruikelijk in de orthoptie-praktijk. Follow-up 1,5 jaar, in 5 controlemomenten
Inschatting van belasting en risico
De belasting voor patiënten is naast de normale belasting (zoals bij elk kind
dat een bril draagt) de extra meting van nabijvisus, accommodatie en
taakgerichtheid. Hierbij worden patiëntvriendelijke methoden toegepast indien
mogelijk in de vorm van spelletjes.
Publiek
Geert Grooteplein 21
Nijmegen 6525 EZ
NL
Wetenschappelijk
Geert Grooteplein 21
Nijmegen 6525 EZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Gediagnosticeerd met Downsyndroom
2. Accommodatie tekort >0.5D bij kinderen <12 jaar
en >0.75D voor kinderen ouder dan 12 jaar of visusverschil: visus nabij is minder dan visus veraf
maar >0.1
3. Leeftijd 2-14 jaar
4. Heeft nog geen bifocale bril gedragen
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Andere duidelijke oogaandoening, zoals keratokonus, cataract of hoge myopie (>S-6,00)
• Gediagnosticeerde neurologische, sensorische of gedragsaandoeningen zoals autisme,
microcephalie of beduidend gehoorsverlies
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL48288.075.14 |