Bepalen of opnieuw behandelen met sunitinib als derdelijns therapie bij patiënten met gemetastaseerd niercelcarcinoom na eerdere klinische response op sunitinib én progressie op zowel eerstelijns sunitinib behandeling als tweedelijnsbehandeling (of…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nier- en urinewegneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Onderzoeken welk gedeelte van de patiënten met uitgezaaide niercelkanker in
leven en progressievrij is, na 3 maanden herbehandeling met sunitinib.
Secundaire uitkomstmaten
1. Het vaststellen van de klinische response, mediane progressie vrije
overleving en overall overleving in patiënten herbehandeld met sunitinib
2. Het vaststellen van herbehandeling met sunitinib op (a) expressie van
LAMP1/2 eiwitten in circulerende mononucleaire cellen en in tumorweefsel (b) de
aantallen en activatie status van circulerende DCs, MDSCs en regulatoire T
cellen (c) sunitinib drug levels (d) sunitinib tumorweefsel concentraties (e)
intratumorale fosfoproteomic profiel
3. Het evalueren van het effect van herbehandeling met sunitinib op de
kwaliteit van leven
Achtergrond van het onderzoek
Targeted therapies zijn geassocieerd met (verworven) resistentie na gemiddeld
5-11 maanden behandeling wat leidt tot ziekte progressie. Daarentegen zijn
tumoren bijna nooit direct resistent bij eerstelijnsbehandeling.
Naar aanleiding van preklinisch onderzoek hebben wij aanwijzingen dat sunitinib
resistentie tijdelijk is. Daarnaast zijn er klinische aanwijzingen uit
retrospectieve studies dat patiënten opnieuw een response op sunitinib kunnen
hebben wanneer zij na tweedelijns behandeling wederom met sunitinib worden
behandeld. Zodoende denken wij dat klinische resistentie tegen sunitinib
reversibel is.
Aangezien deze data afkomstig zijn van retrospectieve analyses, is dit geen
definitief bewijs. Hiervoor is een prospectieve trial nodig waarin patiënten
met gemetastaseerd niercelcarcinoom opnieuw behandeld zullen worden met
sunitinib als derdelijns therapie, na eerdere klinische response op sunitinib
maar waarbij de behandeling gestopt is vanwege klinische resistentie.
Doel van het onderzoek
Bepalen of opnieuw behandelen met sunitinib als derdelijns therapie bij
patiënten met gemetastaseerd niercelcarcinoom na eerdere klinische response op
sunitinib én progressie op zowel eerstelijns sunitinib behandeling als
tweedelijnsbehandeling (of een behandelingsvrij interval van ten minste 3
maanden) wederom kan leiden tot klinisch relevante anti-tumor effecten.
Onderzoeksopzet
Een multicenter, single arm fase II studie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten zullen behandeld worden met 6-wekelijkse cycli, 50mg sunitinib oraal per dag voor 4 weken gevolgd door 2 weken pauze.
Inschatting van belasting en risico
De meest voorkomende bijwerkingen van sunitinib zijn: vermoeidheid, diarree,
misselijkheid, veranderingen van de nagelkleur en haarkleur, blaren en/of
uitslag op handen en voeten die mogelijk pijnlijk is, huiduitslag, verhoogde
bloeddruk, koorts, ontsteking van het mond- of maagslijmvlies, braken, opkomend
maagzuur, buikpijn, obstipatie, smaakverandering, hoofdpijn, rugpijn, pijn in
de ledenmaten (handen en voeten), hoesten, kortademigheid, verminderde eetlust
en een daling van het aantal witte bloedlichaampjes en bloedplaatjes wat een
patient vatbaarder kan maken voor infecties en waardoor een patient makkelijker
bloed.
Publiek
De Boelelaan 1117
Amsterdam 1081 HV
NL
Wetenschappelijk
De Boelelaan 1117
Amsterdam 1081 HV
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Patienten met histologisch of cytologisch aangetoond heldercellig gemetastaseerd niercelcarcinoom.
2. Patiënten met progressie op eerstelijnsbehandeling met sunitinib en met klinisch voordeel (clinical benefit) gedefineerd als een response (volgens RECIST 1.1) of stabiele ziekte voor meer dan 6 maanden als gevolg van sunitinib behandeling.
3. Patiënten met progressie na tweedelijnsbehandeling (mTOR remmer of andere behandeling, zo lang patiënten niet behandeld zijn met een VEGF receptor tyrosine kinase remmer, zie exclusie criteria), of patiënten met progressie na een behandelingsvrij interval van ten minste 3 maanden na stoppen van de eerstlijnsbehandeling met sunitinib.
4. Patiënten met radiologisch (en/ of klinisch) bewezen progressieve ziekte volgens RECIST 1.1.
5. Meetbare of evalueerbare ziekte zoals gedefinieerd door RECIST 1.1 criteria.
6. WHO status van 0-2.
7. Levensverwachting van ten minste 12 weken.
8. Leeftijd 18 jaar of ouder.
9. Mogelijkheid om orale medicatie te nemen.
10. Ondertekende toestemmingsverklaring.
11. Adequate hematologische functie: ANC * 1.5 x 109/L, platelets * 100 x 109/L, Hb * 6.0 mmol/L.
12. Patienten met hersenmetastasen komen in aanmerking als ze stabiel zijn gedurende ten minste 2 maanden na radiotherapie of operatie.
13. Geen andere maligniteit op dit moment, behalve basaalcelcarcinoom van de huid.
14. Adequate leverfunctie: serum bilirubine * 1.5 x bovengrens van normaal, ALT and AST * 2.5 x bovengrens van normaal (of * 5x indien levermetastasen aanwezig zijn).
15. Adequate nierfunctie: berekende kreatinine klaring * 40 ml/min.
16. Patienten in de vruchtbare periode van hun leven moeten adequate anticonceptie gebruiken. Vrouwelijke patiënten moeten een negatieve zwangerschapstest hebben.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Patiënten behandeld met een VEGF receptor tyrosine kinase remmer (sorafenib, pazopanib, axitinib, dovitinib) als tweedelijnsbehandeling na progressie op eerstelijnsbehandeling met sunitinib.
2. Ongecontroleerde hypertensie. Bloeddruk moet *160/95 mmHg zijn op moment van screening. Bloeddruk moet stabiel zijn op ten minste 2 aparte metingen op 2 aparte dagen.
3. Actieve infectie of andere tussenkomende ziekte.
4. Aanwezigheid van instabiele angina, een recent myocardinfact (in de afgelopen 3 maanden), het bewijs of symptomen van hartfalen klasse III of IV volgens de New York Heart Association functionele classificatie.
5. Macroscopische hematurie.
6. Aanwezigheid van stoornissen in het centraal zenuwstelsel of psychiatrische stoornissen die mogelijk van invloed zijn op de naleving van het protocol door de patiënt.
7. Elke ernstige ziekte waardoor de patiënt volgens de onderzoeker niet zou moeten deelnemen aan de studie.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2012-002891-15-NL |
CCMO | NL41280.029.12 |