Het doel van de studie is het toetsen van de effectiviteit van VIPP-FC door middel van een Randomized Controlled Trial. De verwachting is dat (1) de sensitiviteit en de sensitieve disciplinering van de pleegouders verbeteren in de experimentele…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Psychiatrische en gedragssymptomen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire uitkomstvariabele: geobserveerde sensitiviteit van de pleegouder
(Emotional Availability Scales, EAS).
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstvariabelen: attituden ten opzichte van opvoeding van de
pleegouder, gedrags- en emotionele problemen van het pleegkind zoals beoordeeld
door de ouder, gehechtheidproblematiek in de ouder-kind relatie en de volgende
fysiologische maten: stressregulatie van pleegouder en *kind, niveau van
oxytocine en cortisol van pleegouder en *kind, oortemperatuur en groei (lengte,
gewicht en hoofdomtrek) van het kind.
Achtergrond van het onderzoek
Kinderen die in pleeggezinnen worden geplaatst hebben vaak een moeilijke start
gehad in hun biologische gezin. Pleegkinderen zijn significant vaker onveilig
of gedesorganiseerd gehecht dan kinderen in biologische gezinnen. Onveilige en
vooral gedesorganiseerde gehechtheid vormt een risico voor de ontwikkeling van
psychopathologie.
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat onveilig en gedesorganiseerd gehechte
kinderen alsnog een veilige gehechtheidsrelatie kunnen opbouwen als zij in de
nieuwe opvoedingssituaties positieve gehechtheidservaringen kunnen opdoen.
Pleegouders worden echter veelal geconfronteerd met gedragingen van kinderen
die sporen dragen van een onveilig gehechtheidsverleden. Met het oog hierop is
het belangrijk dat pleegouders vaardigheden ontwikkelen die beantwoorden aan de
individuele problematiek van hun pleegkinderen.
De interventie VIPP-SD (Video-feedback Intervention to promote Positive
Parenting and Sensitive Discipline; Juffer, Bakermans-Kranenburg, & Van
IJzendoorn, 2008) is een methode die is ontwikkeld om ouders te ondersteunen in
het omgaan met verstoord en lastig gedrag van hun kinderen door de
sensitiviteit en sensitieve disciplinering van ouders te verhogen. VIPP-SD is
door het Nederlands Jeugdinstituut erkend als een bewezen effectieve
interventie.
De interventie VIPP-SD is met twee componenten uitgebreid ten behoeve van
toepassing in pleeggezinnen: (1) Pleegouders worden getraind in het herkennen
van signalen van die specifiek zijn voor pleegkinderen en het hier adequaat op
te reageren; (2) Er vinden activiteiten plaats die expliciet gericht zijn op
het stimuleren van fysiek contact tussen pleegouders en pleegkinderen. Deze
interventie specifiek gericht op pleeggezinnen heet VIPP-FC (Video-feedback
Intervention to promote Positive Parenting * Foster Care).
In voorliggende studie wordt VIPP-FC op effectiviteit getoetst. Indien deze
interventie inderdaad effectief blijkt te zijn in het verhogen van
sensitiviteit en sensitieve discipline bij pleegouders, kan VIPP-FC op grote
schaal in de pleegzorg worden geimplementeerd en hiermee een belangrijke
bijdrage leveren aan het geestelijk welzijn van pleegouders en pleegkinderen.
Doel van het onderzoek
Het doel van de studie is het toetsen van de effectiviteit van VIPP-FC door
middel van een Randomized Controlled Trial. De verwachting is dat (1) de
sensitiviteit en de sensitieve disciplinering van de pleegouders verbeteren in
de experimentele conditie, (2) dit deels kan worden verklaard door een
verbeterde stressregulatie bij de pleegouder, (3) de kwaliteit van de
gehechtheidsrelatie tussen pleegmoeder en *kind verbetert en het pleegkind
beter in staat is om zijn gedrag te reguleren, en (4) dit deels kan worden
verklaard door een verbeterde stressregulatie bij het kind.
Het primaire doel van deze studie is om de volgende hypothesen te toetsen:
- VIPP-FC heeft een sterker positief effect op de mate van sensitiviteit en
sensitieve disciplinering van pleegouders tijdens de interactie met hun
pleegkind dan *care as usual*
- Er vindt een sterkere toename in oxytocineproductie bij pleegouders en
pleegkinderen plaats tijdens interacties met het kind bij pleegouders in de
VIPP-FC conditie in vergelijking met pleegouders in de *care as usual*
conditie.
- Er vindt een sterkere afname in cortisolproductie plaats bij pleegouders en
pleegkinderen in de VIPP-FC conditie in vergelijking met pleegouders en
pleegkinderen in de *care as usual* conditie.
- De toename in sensitiviteit/sensitieve disciplinering wordt gemedieerd door
een toename in oxytocineproductie en een afname in stressreactiviteit.
- De toename in oxytocineproductie medieert het effect van de VIPP-FC
interventie op de toename in sensitiviteit/sensitieve disciplinering.
- VIPP-FC heeft een sterker effect op het verminderen van gedragsproblemen bij
pleegkinderen dan *care as usual*.
- VIPP-FC heeft een sterker effect op het verminderen van emotionele en
gehechtheidsproblemen bij pleegkinderen dan *care as usual*.
Onderzoeksopzet
Het onderzoeksdesign van deze studie betreft een Randomized Controlled Trial
met een experimentele conditie en een controleconditie. Gezinnen met nieuwe
pleegkinderen in de leeftijd van 1 tot en met vijf jaar worden na plaatsing
geworven voor deelname aan de studie. Wanneer pleegouders schriftelijk
toestemming verlenen tot deelname, worden zij in de studie geïncludeerd.
Uiterlijk 1 maand na inclusie vindt een voormeting plaats waarin de kwaliteit
van de pleegouder-kindinteractie wordt gemeten, kenmerken van pleegkind- en
ouder in kaart worden gebracht en fysiologische metingen plaatsvinden. Na de
voormeting worden de gezinnen willekeurig toegewezen aan de interventie- of
controlegroep. Vervolgens vindt in de experimentele conditie de interventie
plaats die voor ieder pleeggezin gemiddeld 3,5 maand duurt. Direct na afloop
van de interventie vindt de nameting plaats. Na een periode van twee maanden
vindt een follow-up meting plaats.
Onderzoeksproduct en/of interventie
VIPP-FC is gericht op pleeggezinnen; de interventie wordt uitgevoerd door een getrainde pleegzorgwerker van één van de deelnemende instellingen en vindt plaats bij de pleegouders thuis. Aangezien moeders over het algemeen de meeste tijd doorbrengen met hun kind, zal de interventie primair gericht zijn op pleegmoeders. Pleegvaders zullen voor het laatste deel van de interventie worden uitgenodigd. Moeder en kind worden in dagelijkse situaties gefilmd, telkens voor de duur van 10 - 30 minuten. De pleegzorgwerker geeft persoonlijke feedback over de interacties tussen moeder en kind, met een focus op positieve interactie en sensitief disciplineren. Ook wordt informatie gegeven over de algemene ontwikkeling van jonge kinderen en over sensitief disciplineren. Er vinden zes huisbezoeken plaats. Tussen de eerste 4 sessies zit steeds 2 weken, daarna tussen sessies 4 en 5 en tussen 5 en 6 ongeveer 4 weken. De duur van de interventie is gemiddeld 3,5 maanden. In het VIPP-FC protocol is per sessie vastgelegd wat de opbouw, thema>s en opdrachten voor moeder en kind zijn. De sessies zijn op deze manier zoveel mogelijk gestandaardiseerd. Hoewel de basis van de interventie gelijk is voor elk gezin, wordt de feedback bij de videobeelden en de praktische uitvoering van de interventie afgestemd op het specifieke moeder-kindpaar. Naast algemene mondelinge informatie over de opvoeding en ontwikkeling van (pleeg)kinderen, wordt tijdens elke sessie specifieke informatie gegeven rondom de thema>s sensitiviteit en disciplinering. Ook bevat elke sessie enkele tips waarmee de moeders voor de volgende sessie kunnen gaan oefenen. Ouders krijgen in de huisbezoeken meer informatie over de opvoeding en ontwikkeling van hun (pleeg)kinderen. Hiernaast wordt er bij elke sessie een specifiek thema behandeld dat te maken heeft met sensitiviteit en disciplinering. In de laatste twee huisbezoeken worden de thema>s herhaald. De thema>s van VIPP-SD zijn: Thema>s gericht op sensitiviteit: 1.Exploratie versus gehechtheidsgedrag: het verschil laten zien tussen spel van het kind en contact zoeken door het kind, en uitleg over de verschillende reacties die dit van de ouder vraagt. 2.>Spreken namens het kind> (>Speaking for the child>): het bevorderen van accurate waarneming van (subtiele) signalen van het kind door het verwoorden van zijn gezichtsuitdrukking en de niet-verbale uitingen die op video te zien zijn. 3.Sensitieve keten: uitleg over het belang van prompt en adequaat reageren op signalen van het kind (keten: signaal van het kind > respons van de ouder > reactie van het kind). 4.Delen van emoties: tonen en aanmoedigen van de affectieve afstemming door de ouder op positieve en negatieve emoties van het kind. Thema>s gericht op het stellen van grenzen en disciplineren: 1.Inductieve discipline en afleiden, waarbij inductie (aangeven waarom iets ge- of verboden wordt) en afleiding aanbevolen worden als reacties op moeilijk gedrag of conflictuitlokkende situaties. Door inductie te gebruiken bevorderen ouders ook empathie (invoelingsvermogen in het gedrag en de emoties van anderen) bij hun kind. 2.Positieve bekrachtiging door het kind te prijzen voor positief gedrag en door negatief aandacht zoeken te negeren. 3.Het gebruik van een sensitieve time-out om op een sensitieve manier escalatie van driftbuien tegen te gaan en de situatie voor de ouder draaglijk te houden. 4. Empathie voor het kind, gecombineerd met consistente discipline en heldere grenzen. Thema>s specifiek gericht op pleeggezinnen (hieraan wordt tijdens elke sessie aandacht besteed) 1.Op een sensitieve manier ingaan op ontbrekende of minimale signalen. 2.Het belang van fysiek contact bij stressregulatie.
Inschatting van belasting en risico
Deelnemers worden binnen het onderzoek niet aan procedures onderworpen die een
ernstig risico in zich dragen. Er is sprake van het invullen van vragenlijsten,
gedragsobservaties en fysiologische metingen die niet intrusief zijn. Tijdens
participatie aan VIPP-FC kan het voorkomen dat het bespreken van de thema*s
confronterend is voor pleegouders. Zodra hier sprake van is, kan dit worden
opgenomen in de begeleiding die wordt geboden door de ondersteuners in de
interventie. Ondersteuners die te maken krijgen met thematiek die gecompliceerd
is, kunnen deze bespreken in de supervisie en intervisie die zal worden geboden
gedurende de interventie.
Publiek
Wassenaarseweg 52
Leiden 2333 AK
NL
Wetenschappelijk
Wassenaarseweg 52
Leiden 2333 AK
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
(1) Pleegkinderen in de leeftijd van 1 tot en met 5 jaar die worden toegewezen aan een
pleeggezin en hun pleegouders.
(2) De geschatte verblijfsduur van het pleegkind bij het pleeggezin dient minimaal zes maanden te zijn.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
(1) Er mag geen sprake zijn van een crisisplaatsing korter dan zes maanden;
(2) Het pleeggezin krijgt tijdens de VIPP-FC interventie geen andere interventie (zoals Video
Interactie Begeleiding) aangeboden.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL39376.101.13 |
OMON | NL-OMON23942 |