Het doel van het onderzoek is het bevestigen van de veiligheid en prestaties van het BioMatrix CRD bij het herstel van focale gewrichtskraakbeenlaesies of osteochondrale defecten in de knie.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Pees-, ligament- en kraakbeenaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire eindpunt is het percentage implantaatdefecten resulterend in
verwijdering van het instrument en/of verdere chirurgische interventie als
gevolg van een aan het instrument gerelateerde complicatie in de 24 maanden na
de operatie.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire veiligheidseindpunten:
1. percentage hypertrofie van herstelweefsel;
2. percentage implantaatmigratie;
3. percentage infectie in het gebied van het implantaat;
4. percentage afzonderlijke bijwerkingen die aan het BioMatrix CRD-implantaat
kunnen worden toegeschreven;
5. percentage ernstige bijwerkingen die worden gerelateerd aan de chirurgische
ingreep.
Secundaire prestatie-eindpunten:
1. percentage > 50% kraakbeendefectopvulling zoals bepaald op de MRI-scans na
24 maanden;
2. percentage verbetering van behandelde gewrichtspijn zoals bij elk bezoek na
de operatie gemeten op een KOOS-pijnschaal;
3. percentage verbetering van de IKDC-score bij elk bezoek na de operatie;
4. percentage volledige integratie in de grenszone zoals bepaald op de
MRI-scans na 24 maanden.
Achtergrond van het onderzoek
Schade aan gewrichtskraakbeen in de knie door acute of chronische verwondingen
veroorzaakt pijn en beperkt de werking van de knie. Als beschadigd
gewrichtskraakbeen niet wordt behandeld, kan het in pijnlijke osteoartritis
resulteren. Het menselijk lichaam heeft een beperkt vermogen tot regenereren of
adequaat herstellen van beschadigd gewrichtskraakbeen. Er worden diverse
chirurgische technieken toegepast om het herstel van beschadigd
gewrichtskraakbeen te bevorderen, wat in het algemeen minder pijn in de knie en
een verbeterde werking van de knie tot gevolg heeft. De verschillende
chirurgische technieken vertonen een verschillende mate van succes. Elke
chirurgische techniek heeft haar eigen voor- en nadelen. De meest gangbare
chirurgische techniek die wordt gebruikt voor de behandeling van focale
gewrichtskraakbeenlaesies wordt microfractuur genoemd. Bij een microfractuur
worden kleine gaten gemaakt in het bot onder het beschadigde kraakbeen. Het bot
gaat bloeden en er ontstaat een stolsel. In de loop van de tijd wordt het
defect opgevuld met vezelig kraakbeen, wat meestal de pijn vermindert en de
werking van de knie verbetert. Vezelig kraakbeen is echter minder duurzaam dan
normaal kraakbeen en heeft ook niet dezelfde mechanische eigenschappen. In de
literatuur wordt vermeld dat het slagingspercentage voor microfracturen 50-80%
is. Bij 47-80% van de patiënten wordt na 2 jaar van de eerste microfractuur
functieverlies waargenomen.
De TruFit CB-plug (Smith & Nephew, Londen, Verenigd Koninkrijk) kreeg in 2005
de CE-markering voor indicaties van botopvulling en kraakbeenherstel. Net als
het BioMatrix CRD is TruFit een resorbeerbaar, bifasisch implantaat, bestaande
uit mineraal keramiek dat gesuspendeerd wordt binnen een polymeermatrix. Beide
instrumenten zijn cilindervormig en worden in verschillende doorsneden geleverd
en zijn verpakt in een vergelijkbaar toedieningsinstrument. In diverse
onderzoeken naar het gebruik van TruFit CB-pluggen is aangetoond dat deze
techniek veilig is en goede prestaties vertoont bij het herstel van
kniekraakbeenlaesies.
DSM Biomedical heeft met talrijke dierenonderzoeken, een literatuurevaluatie
van de TruFit* CB-plug en een retrospectief klinisch onderzoek bij mensen de
veiligheid en prestaties van het instrument aangetoond. Het British Standards
Institution (*BSI*, Brits instituut voor normen) heeft het instrument in
februari 2010 een certificaat voor CE-markering gegeven. Als voorwaarde voor de
CE-markering eiste BSI dat DSM Biomedical een klinisch follow-uponderzoek na
het in de handel brengen zou uitvoeren ter bevestiging van de veiligheid en
prestaties van het instrument.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is het bevestigen van de veiligheid en prestaties
van het BioMatrix CRD bij het herstel van focale gewrichtskraakbeenlaesies of
osteochondrale defecten in de knie.
Onderzoeksopzet
Prospectief, multicenter, niet-gerandomiseerd onderzoek met 50 patiënten die
chirurgisch herstel van een focale gewrichtskraakbeenlaesie of een
osteochondraal defect in de knie behoeven.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Implantatie van de BioMatrix
Inschatting van belasting en risico
De risico's verbonden met de BioMatrix CRD en de implantatieprocedure zijn
ongeveer dezelfde als voor andere kraakbeenherstelprocedures. Mogelijke
complicaties zijn:
• Infectie in het bot, beenmerg of de gewrichtsruimte
• Vorming van botcysten
• Botwoekering
• Lokale of sytemische allergische reactie op een van de materialen van de
BioMatrix CRD
• Vloeistof in het gewricht
• Zwellen van de knie
• Kniepijn en/of stijfheid
• Gewrichtsontsteking
• Complicaties in kraakbeenherstelweefsel zoals beweging of breuk
• Overmatige groei van kraakbeenherstelweefsel
• Letsel aan het omliggende kraakbeen
Vrouwen die zwanger zijn, mogen niet aan dit onderzoek meedoen. Dit geldt voor
de eerste 12 maanden van het onderzoek.
Er bestaat geen garantie dat men voordelen van deelname aan het onderzoek zal
ondervinden. Een meerderheid van de patiënten die een kraakbeenherstelprocedure
ondergaan, ervaren een verbetering betreffende kniepijn en functie van de knie
na de ingreep en revalidatie. Echter, de kwaliteit van het herstelweefsel na
microfractuur (de meest voorkomende kraakbeenhersteltechniek) bestaat
hoofdzakelijk uit sub-optimaal weefsel. Functionele achteruitgang is waar te
nemen in een meerderheid van de patiënten na 2 jaar na de operatie.
De meerderheid van de patiënten die werden behandeld met de BioMatrix CRD,
ervaarden ook een verbetering betreffende kniepijn en functie van de knie.
Vergeleken met de microfractuurprocedure, bestaat het herstelweefsel na
behandeling met BioMatrix CRD uit kraakbeenweefsel van normale kwaliteit. Het
is duurzamer dan het microfractuurherstelkraakbeen.
Het is dankzij dit type onderzoek dat betere behandelingen voor gescheurde
voorste kruisbandenkraakbeenherstel kunnen worden ontwikkeld.
Publiek
735 Pennsylvania Drive 735 Pennsylvania Drive
Exton 19341
US
Wetenschappelijk
735 Pennsylvania Drive 735 Pennsylvania Drive
Exton 19341
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. De patiënt is * 18 jaar oud en zijn skelet is volgroeid (d.w.z. gesloten epifysen).
2. De patiënt is een man of niet-zwangere vrouw die niet van plan is de komende 12 maanden zwanger te worden.
3. De patiënt heeft vóór de ingreep een score op de KOOS-pijnschaal van * 70.
4. De patiënt heeft een focale gewrichtskraakbeenlaesie op de condylus medialis femoris, condylus lateralis femoris of trochlea van IRCS-graad III of IV met een doorsnede van 15 mm. Opmerking: slechts een knie per proefpersoon mag behandeld worden met de BioMatrix CRD.
5. De kraakbeenlaesie komt in aanmerking voor behandeling met een enkele BioMatrix CRD of een osteochondrale autogene graft. Opmerking: bij het oogsten van een osteochondrale autogene graft voor het repareren van de kraakbeenlaesie wordt het defect op de oogstlocatie gevuld met BioMatrix CRD.
6. Van de meniscus van de patiënt is bilateraal nog >= 50% aanwezig met een stabiele rand.
7. De patiënt beschikt over de mentale capaciteiten en bereidheid om zich te houden aan het postoperatieve revalidatieplan, de gespecificeerde follow-upbeoordelingen en is bereikbaar voor telefonisch contact met het personeel van de locatie.
8. De patiënt is bereid en in staat om het geïnformeerde toestemmingsdocument te ondertekenen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Er geldt een contra-indicatie voor de patiënt voor MRI (d.w.z. een pacemaker, defibrillator, binnenoorimplantaat)
2. De patiënt heeft een eerdere ingreep voor kraakbeenherstel (d.w.z. microfractuur, OATS, ACI) op de beoogde locatie voor BioMatrix CRD-implantatie ondergaan. Opmerking: patiënten bij wie op de beoogde locatie voor BioMatrix CRD-implantatie alleen een débridement is uitgevoerd, komen wel in aanmerking.
3. De patiënt is in de afgelopen 6 maanden aan de aangedane knie geopereerd.
4. De patiënt heeft in een van de knieën een klinisch significante (> 5 graden) varus- of valgusstand. Opmerking: gelijktijdige osteotomie is toegestaan.
5. De patiënt heeft een gewrichtsspleetvernauwing van >= graad II op de Kellgren-Lawrence-schaal.
6. De patiënt heeft een gedocumenteerd verleden of een perioperatieve diagnose van osteoartritis in de aangedane knie.
7. De patiënt heeft inflammatoire artropathie (d.w.z. reumatoïde artritis, systemische lupus of actieve jicht) of een synoviale proliferatieve stoornis. Opmerking: patiënten met pseudojicht komen wel in aanmerking.
8. De patiënt heeft osteomyelitis of een andere actieve infectie in een van de onderste ledematen.
9. De patiënt heeft in de afgelopen 3 maanden een injectie met cortisone of hyaluronzuur in de knie gekregen.
10. De patiënt heeft een body mass index groter dan 35.
11. De patiënt heeft een verleden van drugs/alcoholmisbruik (bijv. recreatief gebruik van drugs, verdovende middelen of alcohol).
12. De patiënt is in de afgelopen 2 jaar gediagnosticeerd met kanker en heeft chemotherapie ontvangen of het aangedane onderste ledemaat is met straling behandeld.
13. Het is bekend dat de patiënt allergisch is voor de materialen in het BioMatrix CRD.
14. De patiënt neemt momenteel deel aan een onderzoek naar een onderzoeksproduct met een vergelijkbaar doel.
15. Het is bekend dat er sprake is van comorbiditeit bij de patiënt waardoor zijn/haar levensverwachting korter is dan 24 maanden.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT02309957 |
CCMO | NL50131.068.14 |