Het doel van deze studie is het reduceren van de effectieve stralingsbelasting en het verbeteren van de beeldkwaliteit door een gepersonaliseerde hoeveelheid contrast vloeistof toe te dienen bij een CTA van de abdominale aorta.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Arteriosclerose, stenose, vaatinsufficiëntie en necrose
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het aantal Hounsfield Units in de aorta, vanaf de truncus coeliacus tot en met
de iliacale arteriën
Secundaire uitkomstmaten
- De klinische bruikbaarheid van de scan, beoordeelt door 5 radiologen,
gescoord op een schaal van 1 tot 5
- De effectieve stralingsdosis van de CT scan
- De signaal ruis-verhouding
- De contrast ruis-verhouding
Achtergrond van het onderzoek
Sinds de introductie van MDCT (multi-detector CT) is CT angiografie (CTA) een
standaard techniek geworden om aandoeningen in de aorta en zijn grote
aftakkingen af te beelden. CTA laat de vasculatuur na intraveneuze toediening
van contrast zien. Doordat de MDCT scan routinematig wort gebruikt in de
kliniek, worden er steeds meer vragen gesteld over de stralingsbelasting.
De huidige literatuur beschrijft een klein maar niet verwaarloosbaar risico op
straling geïnduceerde kanker als gevolg van een CT onderzoek. Daardoor is het
reduceren van de stralingsbelasting een belangrijk onderwerp van discussie
geworden. Er bestaan meerdere studies die de straling tijdens een CTA scan
reduceren. Deze studies gebruiken veelal een lagere buisspanning (kV) om de
stralingsbelasting tijdens een CTA te reduceren. Het verlagen van de
buisspanning is een belangrijke factor om de straling te verminderen, omdat de
straling afneemt met het kwadraat van de buisspanning. Sigal-Cinqualbre et al.
waren de eerste die veronderstelde dat lagere buisspanning een lager jodium
volume faciliteren. Het lagere energie effect van de lagere buisspanning
benadered meer de K-schil van jodium (33.2 kV). Door het benaderen van de
k-schil van jodium met een lagere buisspanning van de CT (met bijvoorbeeld 80
kV), neemt de absorptie van röntgenstraling door jodium toe. Dit
vergemakkelijkt het foto-elektrische effect in vergelijking met het Compton
scatter effect. Met deze techniek neemt de vaat aankleuring van het vasculaire
en parenchymale structuur substantieel toe terwijl gelijktijdig de
stralingsbelasting voor de patiënt afneemt.
Lage kV CTA scans van het lichaam met 100 kV of 80 kV worden in het algemeen
het vaakst toegepast om de stralingsbelasting te reduceren. Deze techniek zorgt
voor een reductie van 20% tot 50% in vergelijking met een standaard protocol
die een buisspanning van 120 kV gebruikt.
Met deze benadering neemt het contrast van de bloedvaten in vergelijking met
het omliggende weefsel toe, dit compenseert de toegenomen ruis als gevolg van
een lagere buisspanning.
De hoeveelheid toegediend contrastmiddel tijdens een CTA is zeer belangrijk,
hoe meer contrast wordt toegediend hoe groter de kans op complicaties, met name
contrast geïnduceerde nefropathie (CIN), een vorm van acuut nierfalen. CIN is
de derde meest voorkomende oorzaak van acuut nierfalen, waarbij een ziekenhuis
opname noodzakelijk is.
In onze vorige studie hebben we een test bolus injectie protocol gebruikt om de
hoeveelheid contrast vloeistof te verminderen en werd het contrast 1:1 verdunt
met zoutoplossing. Dat resulteerde in een toediening van in totaal 30 mL
contrast vloeistof, waar voorheen 30 mL de standaard was.
In de literatuur wordt beschreven dat zwaardere patiënten meer contrast
vloeistof nodig hebben dan lichtere patiënten om dezelfde mate van vaat
aankleuring te bereiken. *Lean body mass* of *mager lichaamsgewicht* wordt
voorgesteld als maat voor de geschatte hoeveelheid bloed volume van de patiënt
en kan gebruikt worden om de hoeveelheid contrast vloeistof op te baseren.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is het reduceren van de effectieve stralingsbelasting
en het verbeteren van de beeldkwaliteit door een gepersonaliseerde hoeveelheid
contrast vloeistof toe te dienen bij een CTA van de abdominale aorta.
Onderzoeksopzet
Interventie studie, mogelijkheid studie
Onderzoeksproduct en/of interventie
In totaal worden 90 patiënten, die zijn doorverwezen voor een CTA van de abdominale aorta in dit onderzoek, geïncludeerd. De patiënten worden op basis van hun BMI in de lage- (BMI < 28 kg/m2) of in de hoge- (BMI >= 28 kg/m2) BMI groep ingedeeld. Patiënten in de lage BMI groep worden met 80 kV gescand, patiënten in de hoge BMI groep worden met 100 kV gescand. In onze vorige studie hebben we met behulp van de testbolus injectie methode van 10 mL contrast vloeistof de aankomst tijd van het contrastvloeistof per patiënt bepaald. De contrastvloeistof werd gevolgd door een diagnostische bolus injectie van 20 mL contrastvloeistof 1:1 verdunt met een zoutoplossing. Dit resulteerde in een totaal contrast volume van 30 mL ioversol 350. Om de hoeveelheid contrastvloeistof van de diagnostische bolus te personaliseren wordt de hoeveelheid contrast vloeistof van de diagnostische bolus in beide BMI groepen gebaseerd op het >mager lichaamsgewicht> of MLG van de patiënt. Het MLG wordt gebruikt als maat voor de hoeveelheid contrastvloeistof omdat dit beter de hoeveelheid bloedvolume representeert dan een dosis gebaseerd op het lichaamsgewicht in kilogram. Gebaseerd op de resultaten van onze vorige studie, wordt de diagnostische bolus bij patiënten in lage BMI groep met 0.4 mL ioversol 350 per MLG ingespoten en patiënten in de hoge BMI groep met 0.6 mL ioversol 350 per MLG. De diagnostische bolus wordt 1:1 verdunt met een zoutoplossing.
Inschatting van belasting en risico
Het risico bestaat dat de scan van een patiënt in de lage BMi groep van
slechtere kwaliteit zal zijn, omdat er met een lagere buisspanning is gescand.
In het ergste geval moet een patiënt nogmaals gescand worden, mocht de scan
echt niet klinisch bruikbaar zijn. Om te zorgen dat de patiënt zo min mogelijk
nadelige gevolgen heeft, wordt na elke deelnemende patiënt de scan direct door
een radioloog bekeken (een andere radioloog dan degene die de scan uiteindelijk
beoordeelt) om te kijken of de scan van voldoende kwaliteit is. Mocht dit niet
zo zijn, kan er direct een andere scan worden gemaakt (met het standaard
protocol) en hoeft de patiënt dus niet terug te komen of nog een keer geprikt
te worden.
Publiek
Henri Dunantlaan 1
's-Hertogenbosch 5223 GZ
NL
Wetenschappelijk
Henri Dunantlaan 1
's-Hertogenbosch 5223 GZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Doorverwezen voor een CTA van de abdominale aorta op grond van klinische indicaties
- Wilsbekwaam
- Informede consent formulier ondertekend
- > 18 jaar
- nierfunctie > 45 GFR
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Allergie contrast medium
- Hart (ritme) stoornissen
- Zwanger of het geven van borstvoeding
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL49139.028.14 |