De effecten van een enkele gematigde dosis cafeïne op cognitieve controle en EEG theta/beta ratio

Cognitieve controle (wat meerdere cognitieve processen omvat, zoals
aandachtsinhibitie en emotie regulatie), gemedieerd door de prefrontale cortex,
speelt een belangrijke rol in cognitief functioneren, aangezien het mensen
doelgerichte controle laat uitvoeren over automatische, stimulus-gerelateerde
cognitieve processen. Eerdere studies hebben laten zien dat cognitieve controle
mogelijk samenhangt met de ratio tussen theta en beta oscillaties, zoals
gemeten met EEG. Deze theta/beta ratio is bijvoorbeeld verhoogd bij kinderen
met ADHD (een groep die over relatief weinig cognitieve controle beschikt), en
in volwassenen met slechte aandachtscontrole. Theta/beta ratio reflecteert
mogelijk de mate waarin de prefrontale cortex controle uitoefent over meer
posteriore, subcorticale hersengebieden. In de huidige studie willen wij een
nieuwe methode toepassen om theta/beta ratio te valideren als maat voor
cognitieve controle, door cafeïne toe te dienen aan participanten. Cafeïne
consumptie verbeterd over het algemeen cognitieve controle, en zou dus moeten
leiden tot een verlaagde theta/beta ratio. Verder speelt dopamine een
belangrijke rol in cognitieve controle. In deze studie willen wij daarom kijken
naar een mogelijke modererende rol van dopamine op de relatie tussen cafeïne en
cognitie. Dopamine zal gemeten worden door te kijken naar baseline metingen van
theta/beta ratio, waarvan gedacht wordt dat dit prefrontaal dopamine activiteit
reflecteert, en spontane oog knipperingen, waarvan gedacht wordt dat dit
striatale dopamine activiteit reflecteert. Verder zullen we in deze studie
kijken naar mogelijke variabelen die van invloed kunnen zijn op de relatie
tussen cafeïne en cognitie, namelijk angst, slaap, en ADHD symptomen.

Het hoofddoel van dit onderzoek is om theta/beta ratio verder te valideren als
maat voor cognitieve controle, door cafeïne toe te dienen aan gezonde
proefpersonen. We verwachten dat cafeïne theta/beta ratio zal doen afnemen, en
daarbij cognitieve controle doet toenemen. Een tweede doel van deze studie is
om te kijken naar een mogelijke moderende rol van dopamine activiteit (zoals
gemeten met baseline theta/beta ratio en spontane oog knipperingen) op de
relatie tussen cafeïne en cognitieve controle. Een derde doel van het onderzoek
zal zijn om te kijken naar variabelen die bovenstaande relaties zouden kunnen
beïnvloeden, zoals slaap, ADHD symptomen, en angst.

Een dubbel-blind, gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde, cross-over studie.

Participanten bezoeken het lab drie maal. In twee lab sessies zullen participanten een capsule innemen, die 200mg cafeïne (ongeveer 2 koppen koffie) of vergelijkbare placebo substantie bevat (gerandomiseerde en dubbel-blinde administratie).

Er zijn geen risico's verbonden aan deelname aan deze studie. De enige
belasting op participanten is de tijd en moeite die zij investeren in deelname
aan het onderzoek, waar zij vergoed voor zullen worden. Na cafeïne consumptie
kunnen participanten mogelijk een kortdurende toename verwachten in effecten
geassocieerd met cafeïne consumptie (bijv. verminderde slaap). Er wordt niet
verwacht dat participanten (andere) baten zullen ervaren.